Les 4 Hormoonstelsel en diabetes DVZ22U3I

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

regelen suikerstofwisseling: eiwitten en vetten

Buis verteringssappen: duodenum

Endocrien: Hormonale functie: geproduceerde stof bloed afgegeven

Exocrien: geproduceerde uitgescheiden darmen:  enzymen-> breken voedingsstoffen af -> opnamen lichaam



Slide 4 - Tekstslide

Glucagon: (glucageen) opgeslagen suikers ->glucose-> stijging bloedsuiker
Insuline: zet lever en skeletspiercellen en vetcellen meer glucose op te nemen-> daalt bloedsuiker.
Somatostatine: streng toezicht op insuline als glucagon-> remmen 
Delta cellen somatostatine

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

(beschadiging, tumoren, chirurgie) 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Normaal waarden bloedsuiker 
Bij een normale bloedsuiker bevinden de waarden zich tussen de 4 en 8 mmol/l 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Diabetetische keto-acidose: insuline tekort->lichaamscellen geen glucose opnemen-> hoge glucose bloed-> cellen onvoldoende glucose voor  verbranding-> verbranding vet-> ketonen vrij-> zuur-> vezuring bloed ->vocht en insuline IV

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

leefstijladviezen 
  • Meer bewegen 
  • Koolhydraat arm eten  => minder glucosepieken 
  • Regelmatig eten, door de maaltijden goed over de dag te verdelen. Het overslaan van maaltijden is niet goed
  • Beperk de inname van suiker, vet, zout. Doe in koffie of thee geen suiker, maar zoetstoffen.
  • Drink niet veel alcohol. Alcohol verlaagt de bloedsuiker spiegel in het bloed en geeft dus een verhoogde kans op het krijgen van een hypo. 
  • Eet matige hoeveelheden.
  • Dagelijks voeten controleren. 
  • regelmatig controle ogen 
  • stoppen met roken 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Hoe is het om diabetes te hebben? 

Slide 30 - Tekstslide

Casus
Mw. P komt voorbij lopen. Je ziet dat ze moeilijker loopt dan anders. Als je haar groet, wordt ze boos en roept je toe dat het helemaal geen goede morgen is. Als ze eenmaal aan tafel zit ga je naast haar staan en vraagt of het goed gaat. 
Ze slikt een keer, zucht diep en zegt: "Ik weet niet wat er aan de hand is hoor. Ik heb zo'n dorst en moet steeds plassen. Ik ben ook zo moe vandaag. En nu doe ik ook al lelijk tegen jou, wat is er toch met me?"

Wat heeft Mw. P? 

Slide 31 - Tekstslide

Voorbereiden voor volgende les:
- Doorlezen protocollen:
Insuline injecteren
- E-learning: insuline injecteren

Slide 32 - Tekstslide