Breinkunde periode 3

Breinkunde periode 3
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Breinkunde periode 3

Slide 1 - Tekstslide

Op welke vraag kun je nooit ‘ja’ antwoorden?

Slide 2 - Open vraag

Gebruik je 100% van je brein?

Slide 3 - Tekstslide

Ja & Nee!
100% van je brein zijn al je zenuwcellen in je brein bij elkaar, elke zenuwcel wordt weleens gebruikt.

maar...

we gebruiken niet de volle 100 procent van onze capaciteit op exact hetzelfde moment.

Slide 4 - Tekstslide

Deze periode

Slide 5 - Tekstslide

Les 1

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet je al over optische illusies?

Slide 7 - Woordweb

Optische illusies zijn beelden die onze hersenen op een andere manier interpreteren dan de werkelijkheid. Ze spelen met hoe onze ogen en hersenen samenwerken om informatie te verwerken. 

Slide 8 - Tekstslide

foto opdracht! Bedenk zelf een optische illusie in school en maak hier een foto van. 
Het brein: les 4
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Laat hier je foto zien

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Hoe kan dit?

Slide 12 - Open vraag

Het McCollough effect
licht valt in het oog op de kegeltjes in het netvlies (nemen kleur waar), je hebt verschillende soorten kegeltjes (blauw, rood en groen)
Het McCollough-effect is een optische illusie waarbij zwart-witte lijnen gekleurd lijken na lang naar gekleurde lijnen te hebben gekeken. Dit komt doordat je hersenen en ogen zich aanpassen aan de kleur en richting van de lijnen. Ze compenseren dit later door de tegenovergestelde kleuren toe te voegen aan zwart-witte patronen. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat andere voorbeelden

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Opdracht!
Wat: Van een specifiek type optische illusie onderzoeken hoe deze illusie werkt + voorbeeld geven
Hoe: In een groepje van 3 (groepjesmaker) kies je 1 van onderstaande optische illusies uit.





 

Je beantwoordt de volgende vragen en jullie maken hier een kort filmpje over (maximaal 2 min)
- Wat is het type optische illusie dat je onderzoekt?
- Hoe werkt het? (Wat misleidt je ogen of hersenen?)
- Geef één of twee voorbeelden en leg uit waarom het effect ontstaat.




Slide 16 - Tekstslide

Wat vond je top/leuk aan deze les?

Slide 17 - Woordweb

Heb je een tip voor deze les?

Slide 18 - Woordweb

Het zegt 999 keer tik en 1 keer tak. Rara wat is dat?

Slide 19 - Open vraag

Optische Illusies = gezichtsbedrog


Een optische illusie is verschil tussen realiteit en wat de hersenen denkt te zien. De informatie die is verzameld wordt door het oog verwerkt een beeld in de hersenen. 

Slide 20 - Tekstslide

Welke lijn is
het langst?

Slide 21 - Tekstslide

Even lang! Kijk maar!

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

De danseres
Als ze tegen de wijzers van de klok draait, dan gebruik je vooral de linkerhelft van je hersenen. Dat is de helft die zich bezig houdt met cijfertjes, met details, met het concrete...
Als ze in de richting van de wijzers van deklok draait, dan gebruik je vooral de rechterhelft van je hersenen. Die helft houdt zich bezig met meer abstracte zaken, met intuïtie, met beelden...

Daag je zelf uit en probeer de danseres in beide richtingen te zien draaien!

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Een man was in de regen aan het wandelen. Hij was in the middle of nowhere. Hij had niets bij zich en nergens was een schuilplek. Hij kwam helemaal nat thuis maar geen enkele haar op zijn hoofd was nat. Hoe kan dat?

Slide 30 - Open vraag

In een klas zitten 14 meisjes. 8 van de kinderen dragen blauwe shirts. 2 van de kinderen zijn geen meisjes en dragen ook geen blauw shirt. Als 5 kinderen een meisje zijn en een blauw shirt dragen, hoeveel kinderen zitten er dan in de klas?

Slide 31 - Open vraag

Een jongeman die net zijn rijbewijs heeft gaat tegen het verkeer in een éénrichtingsweg in. Toch overtreedt hij niet de wet. Hoe kan dit?

Slide 32 - Open vraag

Onderweg naar de winkel liep ik een vrouw tegemoet. Deze vrouw had 2 rugzakken met in elke rugzak 3 katten, met elk 3 kittens. Katten en mensen bij elkaar, met z’n hoe velen liepen we naar de winkel?

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Video

Slide 35 - Tekstslide

Het stroop-effect
Het stroop-effect is ook zo’n een automatisch
proces in je hersenen. Het Stroop-effect is
vernoemd naar – hoe kan het ook anders –
meneer Stroop.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

3D art
Bij 3D art maak je het werk zo, dat het vanaf 1 kant een 3D uitstraling krijgt. 

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

De opdracht
Maak je eigen naam (of roepnaam/bijnaam etc) in 3D art.

Een voorwerp/ dier etc mag natuurlijk ook.

Je krijgt hier ongeveer 2 lessen voor.

Slide 43 - Tekstslide

Ik zit niet in een eeuw, wel in een jaar. Niet in een seizoen, wel in een maand. Niet in een week, maar wel in een dag. Wat ben ik?

Slide 44 - Open vraag

Slide 45 - Tekstslide

Maak een escaperoom.
Spelregels
- Moet binnen 30 min te behalen zijn (20-25 min is ideaal).
- Moet in een deel van het lokaal te spelen zijn.
- Niet digitaal.
- De leukste escaperoom wint een prijsje!

Vandaag:
- groepjes maken (max 3) & onderwerp bedenken.
- Welke elementen komen er in jullie escaperoom voor?
Maak een lijstje.
- Wie gaat wat doen? Taakverdeling delen in Teams. 14 Juni moeten de escaperooms af zijn!
- Evt. al starten met een benodigdhedenlijstje.

tips: Pinterest of google voor inspiratie!



Slide 46 - Tekstslide