Les 9 M4A Eco2 - 15092021

Welkom bij Economie in Mavo 4
Les 9
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Economie in Mavo 4
Les 9

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • Start + welkom

  •  Bespreken 1.3 B + C (korte bespreking, nog niet af dan is dit ook voor deze les of huiswerk)




  • Starten met 1.3 D: Bank & geldzaken (2 lessen om deze stof door te nemen en af te ronden).

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen (vorige les)
  • Chartaal vs giraal geld
  • directe ruil en indirecte ruil
  • 3 geldfuncties
  • Wat is koopkracht?
  • Wat is inflatie?
  • Wat zijn de oorzaken van inflatie?
  • CPI = Consumenten Prijs Index (wat is het en hoe reken je er mee?)

Slide 3 - Tekstslide

Koopkracht
De hoeveelheid goederen en diensten die je kunt kopen met je geld.

Je koopkracht hangt af van:
  • je inkomsten;
  • de prijzen.

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

Inflatie
Inflatie betekent een algemene prijsstijging van goederen en diensten.

Door inflatie wordt de koopkracht kleiner, als je inkomen niet net zoveel stijgt als de inflatie.

Het tegenovergestelde van inflatie noemen we DEFLATIE.

Slide 6 - Tekstslide

De gemiddelde prijs van boodschappen steeg afgelopen jaren.

Slide 7 - Tekstslide

inkomensstijging > prijsstijging
koopkracht neemt toe
inkomensstijging < prijsstijging
koopkracht neemt af

Slide 8 - Tekstslide

Oorzaken inflatie
  • Loonverhoging
  • Hogere grondstofprijzen zoals olie en graan
  • Meer vraag van consumenten naar goederen of diensten
  • Minder aanbod van producten
  • Hogere belastingen of andere heffingen door de overheid

Slide 9 - Tekstslide

Soorten inflatie
Inflatie: als producten duurder worden.

Als producten duurder worden omdat er veel vraag naar die producten is, noem je dat bestedingsinflatie.

Als producten duurder worden omdat het maken van de producten duurder wordt, noem je dat kosteninflatie.

Slide 10 - Tekstslide

Consumentenprijsindexcijfer
Prijsontwikkeling van goederen en diensten.

Het CBS berekent iedere maand de inflatie, en maakt hierbij gebruik van het boodschappenmandje van de gemiddelde Nederlander. Hierin zitten verschillende artikelgroepen.
Elke artikelgroep telt voor een bepaald percentage mee.

Slide 11 - Tekstslide

consumentenprijsindex
Stappen om het cpi te berekenen: (TIP: KIJK HET FILMPJE IN LEARNBEAT)

  1. Vermenigvuldig het indexcijfer van iedere artikelgroep met de bijbehorende wegingsfactor. 
  2. Tel alle uitkomsten van stap 1 bij elkaar op. 
  3. Deel je uitkomst van stap 2 door het totaal van alle wegingen
  4. Je uitkomst is het consumentenprijsindexcijfer.


Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk Bespreken
We bespreken nu slechts 1 opdracht...

Ben je nog niet klaar met 1.3 B+C...
dan ga je daar straks mee verder!!!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Learnbeat

1.3 D: BANK en GELDZAKEN

Ga naar de website:  (jullie zijn klas 2!)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Zelfstandig werken
De rest van dit uur en ook de volgende les heb je om alle onderdelen van Bank & GELDZAKEN af te ronden.

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk:

BANK & GELDZAKEN

Schat zelf in of je al ver genoeg bent om het morgen af te ronden....

SUCCES!!!



Slide 19 - Tekstslide

Vragen?

Slide 20 - Tekstslide

Check lesdoelen / evaluatie les
  • Hoe gaat het met de opdrachten?

    Slide 21 - Tekstslide