Herhaling H2

verbanden
1 / 14
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

verbanden

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het signaalwoord 'net zo als' hoort bij het tekstverband:
A
vergelijking
B
doel-middel
C
voorwaarde
D
conclusie

Slide 2 - Quizvraag

Hij houdt van kickboksen, net zo als ik. 
Het signaalwoord 'als...dan' hoort bij het tekstverband:
A
vergelijking
B
doel-middel
C
voorwaarde
D
conclusie

Slide 3 - Quizvraag

Als je nu niets doet, dan heeft dat een gevolg voor de toekomst.
Lees de tekst over internettrollen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trollen: de pestkoppen van het internet

[1] Zo nu en dan duikt er in discussies op internet een gebruiker op wiens mening heftige reacties oproept bij de andere gebruikers. Zo’n pestkop, die als enige doel het verstoren van de orde heeft, wordt een trol genoemd. Deze – vaak anonieme – gebruiker geeft een mening die volkomen belachelijk is. Hij kan ook behoorlijk kwetsend zijn en gebruikt vaak grove taal.


[2] Een van de meest bekende internettrollen is Ome Johan, die in 2005 door de politie is aangehouden, na een advertentie op Marktplaats waarin een baby te koop werd aangeboden. Een echte trollenactie!

Help, een trol! Wat nu?

[3] Nu steeds meer bedrijfswebsites een discussieforum hebben en organisaties veel doen met sociale media, neemt de kans toe dat er getrold wordt. Hoe ga je hiermee om? Op de eerste plaats: niet alle negatieve uitingen zijn het werk van een trol. Probeer eerst voorzichtig na te gaan of een gebruiker misschien inhoudelijke kritiek heeft of gewoon een rotdag, voor je de conclusie trekt dat je met een trol te maken hebt. Is dit wél het geval, dan is het belangrijk dat je niet reageert zoals de trol wil. Ga niet mee in de discussie en word niet boos. Als je de trol negeert, is de lol er snel af en zal het trollen stoppen.

Naar: www.lemm-tenhaaf.nl, op 14 april 2019



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van een trol? Het antwoord staat letterlijk in al. 1.

Slide 6 - Open vraag

Zo’n pestkop, die als enige doel het verstoren van de orde heeft, wordt een trol genoemd
De trol gebruikt drie middelen om zijn doel te bereiken. Welk middel wordt als eerste genoemd?

Slide 7 - Open vraag

Deze – vaak anonieme – gebruiker geeft een mening die volkomen belachelijk is.
De trol gebruikt drie middelen om zijn doel te bereiken. Welk middel wordt daarna genoemd?

Slide 8 - Open vraag

Hij kan ook behoorlijk kwetsend zijn
De trol gebruikt drie middelen om zijn doel te bereiken. Welk middel wordt als derde genoemd?

Slide 9 - Open vraag

Hij gebruikt vaak grove taal.
Wat is het verband tussen alinea 1 en 2?
A
Alinea 1 en 2 vormen samen een opsomming.
B
Alinea 2 is een voorbeeld bij iets wat in alinea 1 staat.
C
In alinea 1 staat een oorzaak en in alinea 2 het gevolg.
D
In alinea 1 staat een doel en in alinea 2 het middel.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de tekst staan twee oorzaken waarom er steeds meer wordt getrold. Noem beide oorzaken.

Slide 11 - Open vraag

Nu steeds meer bedrijfswebsites een discussieforum hebben en organisaties veel doen met sociale media, neemt de kans toe dat er getrold wordt.
'Als je de trol negeert, is de lol er snel af en zal het trollen stoppen.'
Wat is het signaalwoord voor het tekstverband 'voorwaarde' in deze zin?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De voorwaarde is...

Slide 13 - Open vraag

Als je de trol negeert, is de lol er snel af en zal het trollen stoppen.
De LessonUp was voor mij leerzaam:
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Deze slide heeft geen instructies