6.2 In de ban van Hitler (Fascisme)



6.2 In de ban van Hitler




Met nadruk op: Fascisme
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
geschiedenisVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les



6.2 In de ban van Hitler




Met nadruk op: Fascisme

Slide 1 - Tekstslide

Planning:
Doel: Aan het einde van de les kan ik uitleggen wat Fascisme is.
- Herhaling Totalitaire systemen
- Fascisme
- Hoe kwam Hitler aan de macht       (eerste stuk)
- Toepassingsvragen.

Slide 2 - Tekstslide

Totalitaire systemen

Een totalitair systeem voldoet aan 3 kenmerken, de invulling van de kenmerken kunnen verschillen per land.

1.  Dictatuur
2. Gelijkschakeling
3. Terreur

Doel
Aan het einde van deze les moet je dit schema in kunnen vullen en kunnen uitleggen hoe de systemen zijn ontstaan.
uitleg
Een dictatuur is een regeringsvorm waarin alle macht bij één persoon of bij een kleine groep mensen, bijvoorbeeld een politieke partij berust.
(ook de rechtspraak ligt bij deze partij/persoon)
uitleg
Mensen indoctrineren (manipuleren) tot dat men allemaal hetzelfde denkt. Dit wordt bereikt door bijvoorbeeld censuur, propaganda en persoonsverheelijking (van de leider).
uitleg
Terreur, ander woord schrikbewind: beteken de  manier van regeren waarbij de bevolking blootstaat aan door de overheid toegepast geweld. Denk werkkampen, concentratiekampen en geweld op straat.

Slide 3 - Tekstslide

Leg uit waarom de bron past bij gelijkschakeling.
A
De armen met daarop de tekst verwijst naar de kranten die verzet plegen tegen de overheid. Men mag niet zijn eigen mening geven en lezen wat men zelf wilt lezen. Op deze manier komt iedereen in contact met dezelfde denk ideeën.
B
Deze bron past beter bij dictatuur, want je ziet op de bron dat slechts 1 persoon de macht heeft.
C
De armen met daarop de tekst verwijst naar de kranten die onder censuur van overheid staan. Men mag zijn eigen mening geven en lezen wat men zelf wilt lezen op de . Op deze manier komt iedereen in contact met verschillende denk ideeën.
D
De armen met daarop de tekst verwijst naar de kranten die onder censuur van overheid staan. Men mag niet zijn eigen mening geven en niet lezen wat men zelf wilt lezen. Op deze manier komt iedereen in contact met dezelfde denk ideeën.

Slide 4 - Quizvraag

Het doel van terreur is dat het volk in angst leeft en daardoor niet in opstand durft te komen.
A
Dit is waar
B
Dit is niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Dit is een bron van een goelag.
Bij welk kenmerk past
de bron het best?
Goelag was in de Sovjet-Unie de overheidsdienst die verantwoordelijk was voor straf- en werkkampen. De term wordt ook gebruikt om deze kampen zelf aan te duiden
A
Dictatuur
B
Gelijkschakeling
C
Terreur
D
Geen van de kenmerken

Slide 6 - Quizvraag

Welk woorden horen in de gaten tekst?
 De ..A.. van ..B.. was goed te zien in de nieuwe namen van steden (Stalingrad, Stalinogorsk) naar hem en het aantal schilderijen, beelden en andere afbeeldingen, waarin hij meestal als een opperwezen of kindervriend werd afgebeeld.
A
A. Censuur B. Stalin
B
A. Persoonsverheerlijking B. Hitler
C
A. Persoonsverheerlijking B. Stalin
D
A. Censuur B. Hitler

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video


Fascisme

Fascisme is een politieke stroming, 
en wordt ook wel extreem-rechts genoemd

De naam komt van het voorwerp dat je hier ziet: een fasces
Dit voorwerp, een bijl met takken, stond symbool voor
de macht van bestuurders in het Romeinse Rijk.

Slide 9 - Tekstslide


Benito Mussolini


Leider, of 'Il Duce',  van Italië (1922-1943)
Oprichter van de Fasci di Combattimento (Zwarthemden, knokploegen)

Na de Eerste Wereldoorlog en de Vrede van Versailles was er veel onvrede, 
en dat kwam door de onderhandelingen van de 'slechte' Italiaanse regering.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Fascisme in Europa
  • 'Oplossing voor de kapitalistische crisis' (jaren 30) 
  • Populair in de jaren ’20 en ’30 van de 20e eeuw
  • Antwoord op slecht beleid van de democratische regeringen
  • Niet alleen in Italië of Duitsland (NSDAP), ook in Engeland (BUF) en Nederland (NSB)

Slide 12 - Tekstslide

Kenmerken van fascisme 
  • Fascisme is  tegen andere culturen, dus nationalistisch
  • Fascisme is anti-democratisch.
  • anti-liberaal
  • Er is één leider, dictateur. (Leidersbeginsel/Führerbeginsel)
  • Fascisme gaat uit van ongelijkheid tussen mensen.
  • Geweld is goed: dus sterk millitaristisch 


De hoogontwikkelden moeten de laagontwikkelden leiden. (Het recht van de sterkste: Sociaal-Darwinisme). Ook vrouwen waren ondergeschikt aan mannen, zij hadden als taak kinderen en huishouden. Natuulijk waren ook mensen met andre culturen ondergeschikt.

Slide 13 - Tekstslide





Nationaalsocialisme in Duitsland



en Hitler aan de macht kwam

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video


Führer
1934





  • Als president Hindenburg in 1934 overlijdt, komt er geen nieuwe president:
  • Hitler is vanaf dat moment Führer, Leider, van Duitsland
  • Aan hem is onvoorwaardelijke trouw verschuldigd (Führerbeginsel)
Hindenburg en Hitler
Hindenburg rijkspresident van Duitsland,  was tijdens de Eerste Wereldoorlog één van de opperbevelhebbers van het Duitse leger. Hiervoor bewonderde Hitler hem. Tijdens de crisis in de jaren 30 groeide de aanhang van de NSDAP, met als gevolg dat Hindenburg Hilter in 1933 tot kanselier benoemde.

Slide 16 - Tekstslide

Kenmerken van nationaal-socialisme


  • Rassenleer en antisemitisme
  • Het Duitse volk heeft Lebensraum (=levensruimte) nodig.
  • Heim ins Reich: alle Duitsers moeten in één groot rijk wonen
  • Eén leider, dictatur: Fürer 
  • Tegenstanders werden opgesloten of vermoord.
Met Nationaal-Socialisme wordt het Duits fascisme in de periode 1933-1945 bedoeld.

Slide 17 - Tekstslide

Fascisme samenvatting:
Tijdens het interbellum zijn veel nieuwe democratische staten, die ten westen van Rusland ontstonden, vervangen door autoritaire regimes. 
Het eerst gebeurde dat in Italie, ze hadden na WO I veel last van chaos en geweld. Er waren voortdurend stakinen en rellen, fanatieke nationalisten waren ontevreden over het verdrag van Versailles.  Hun leider Benito Mussolini vormde in 1919 de fascistische beweging, zijn knokploegen vochten met linkse arbeiders en oefden straatterreur uit. In 1922 hielden ze een 'mars' op Rome, de koning benoemde Mussolini tet regeringsleider. Als snel trok de duce alle macht naar zich toe en verbood alle andere partijen en vestigde een dictatuur. 

Nationaalsocialisme samenvatting:
Na WO I was het een chaos in Dtsl, straatgevechten tussen linkse arbeiders en nationalistische oorlogsveteranen. Hitler was één van deze veteranen, hij werd de leider van de NSDAP. Zijn grote voorbeeld was Mussolini, hij wilde in 1923 vanuit zijn woonplaats München een 'mars op Berlijn'houden. (Bierkellerputsch) Maar hij werd gearresteerd. Vanaf 1924 groeide de economie in Dtsl (hulp VS - Dawesplan) en leek Hitlers rol uitgespeeld, tot de crisis in de jaren 30. Toen groeide zijn aanhang sensationeel. In 1933 benoemde president Hindenburg Hitler tot kanselier.  

Slide 18 - Tekstslide

Maak de juiste combinaties
het idee dat je eigen ‘ras’ (soort) beter is dan andere ‘rassen’.
manier van denken van mensen die het leger heel erg belangrijk vinden

Zeer nationalistische, anti democratische, totalitaire en gaat uit van ongelijkheid:  politieke beweging
Fascisme
militairisme
racisme
nationaalsocialisme

Slide 19 - Sleepvraag

Slide 20 - Video

Welke twee leiders werden er na gespeeld in dit fragment van: The Great Dictator.

Slide 21 - Open vraag

Welke antwoord is onjuist
A
Hitler bewonderde Mussolini
B
Mussolini werd net als Lenin opgebaard.
C
Italië en Duitsland hadden beide vele kenmerken van het fascisme.
D
Beide landen gebruikten in hun symbolisme tekens uit de oudheid.

Slide 22 - Quizvraag

Het verschil tussen fascisme en nationaalsocialisme is:

Slide 23 - Open vraag

Wat is de betekenis van deze prent
A
Het verdrag van Versailles werd gezien als verraad van de duitse regering, daardoor kon Hitler met zijn partij gemakkelijker aan de macht komen.
B
Het verdrag van Versailles werd gezien als verraad door de winnende landen van WOI, daardoor kon Hitler met zijn partij direct aan de macht komen.
C
Het verdrag van Versailles werd gezien als verraad door de winnende landen van WOI, daardoor kon Hitler met zijn partij gemakkelijker aan de macht komen.
D
Het verdrag van Versailles werd gezien als verraad van Hitler, daardoor werd Hitler gevangen genomen. Deze tijd vulde hij met het schrijven van 'Mein Kampf'

Slide 24 - Quizvraag

Hindenburg
Hitler
Mussolini
Stalin
Lenin

Slide 25 - Sleepvraag

Hitler
Mussolini
Stalin
SS en SA
Zwarthemden
NKVD
Propaganda, censuur, persoonsverheerlijking

Slide 26 - Sleepvraag

Opdracht:
Bekijk de strip: Hitler aan de macht en lees 6.2
1. Welke elementen mis je in de strip?
2. Zijn er afbeeldingen die je niet begrijpt?

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link