Motiverende gespreksvoering

Wat gaan we doen
  1. stukje theorie
  2. casus oefenen
  3. afsluiten


1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen
  1. stukje theorie
  2. casus oefenen
  3. afsluiten


Slide 1 - Tekstslide

Motiverende gespreksvoering
  1. Er is motivatie nodig voor een verandering van houding, gedrag en werkwijze.
  2. Het blijkt namelijk dat motivatie wel degelijk te beïnvloeden is. 

Hoe werkt motiverende gespreksvoering? 
  1. Door communicatiestijl aan te passen en op een
  2. coöperatieve manier met je gesprekspartner aan de slag te gaan, kun je wonderen verrichten.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is intrinsieke motivatie

Slide 3 - Open vraag

Wat is ambivalentie
A
Je wil iets maar tegelijkertijd ook niet
B
Je wil niets en liever ook niets anders

Slide 4 - Quizvraag

Ambivalentie
Ambivalentie betekent zoiets als ‘hinken op twee gedachten’.  Pas als een
cliënt aan het twijfelen is gebracht over zijn huidige gedrag, is het mogelijk
een gedragsverandering teweeg te brengen!

Slide 5 - Tekstslide

Sleep de fases naar de juiste betekenis
Engareren (een relatie opbouwen)
Focussen
Ontlokken
Plannen
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4

Slide 6 - Sleepvraag

Fase 1: engageren
Fase 1 betreft de mate waarin iemand zich een comfortabele en actieve deelnemer in het gesprek voelt. Engageren is het proces van het vestigen van een helpende relatie die zich kenmerkt door wederzijds vertrouwen en respect. 

Bevorderende factoren
1. Wensen of doelen: wat hoopte je toen je erheen ging? Waar ben je naar op zoek?
2. Belang: hoe belangrijks is het waar je naar op zoek bent, welke prioriteit heeft het?

Slide 7 - Tekstslide

Fase 2: focussen
 focussen bij MGV gaat om het vinden van die richting en daarbinnen meer specifieke en haalbare doelen

Doelen:
Agenda bespreken en begrijpen

Drie focusbronnen
1 de patiënt (mensen komen zelf en hebben hulpvraag)
2 de setting (bijv gedwongen opname)
3 de expertise van de hulpverlener (wanneer de hulpverlener in verloop van gesprek een ander soort verander idee krijgt)

Bij focussen kun je zowel sturen, volgen en gidsen waarbij de laatste vorm de meest effectieve is. Soms is een koers duidelijk en soms moet je samen een focus kiezen. Met name als er complexe problematiek speelt.

Slide 8 - Tekstslide

Fase 3: ontlokken

Ontlokken is gericht op verandertaal en motivatie

Doelen:
- toestemming vragen
- exploreren wat de patiënt al weet
- navragen wat hij nog wil weten
 


Verandertaal en behoudtaal

Slide 9 - Tekstslide

Fase 4: plannen
Fase 4 bestaat uit drie scenario’s : 
1. Het veranderplan is al duidelijk, 
2. route kiezen uit verschillende opties;
3. de weg naar het doel is nog niet duidelijk zichtbaar.

Slide 10 - Tekstslide

Gesprekstechnieken: 4 principes


1. Wees empathisch: het gaat om daadwerkelijk inleven in de cliënt en niet doen alsof. 
2. Ontwikkelen van discrepantie: richt je op het verschil (vanuit het perspectief van de cliënt) tussen het huidige en toekomstige gedrag. ‘Hoe ben of doe ik nu en hoe wil ik doen of zijn?’
3. Meeveren met weerstand: vermijd discussie of argumentatie. Veer mee met de weerstand en zie dit als een kans.
4. Ondersteunen van eigen effectiviteit: het gaat er hierbij om dat je het geloof in eigen kunnen ondersteunt en versterkt. Eigen effectiviteit is een directe voorspeller van gedragsverandering.

Slide 11 - Tekstslide

To do or not to do
Do
Don't
De ander overtuigen
Gesloten vragen
Oordelen
Confronteren
Open vragen
Samen onderzoeken
Samenvatten
Bevestigen & erkennen
Je visie opleggen
Empathie tonen
Dwingen
Strijd
Samenwerking

Slide 12 - Sleepvraag

Uit hoeveel fases bestaat motiverende gesprekstechniek?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 13 - Quizvraag

Wat is er nodig om verandering teweeg te brengen?
A
Motivatie
B
Gedragsverandering
C
Informatie
D
Ontwikkeling

Slide 14 - Quizvraag

Wat moet je juist niet doen bij motiverende gesprekstechniek? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Discussie aangaan
B
Empathie tonen
C
Meeveren met weerstand
D
Argumenten aanvoeren

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van motiverende gesprekstechniek?
A
Focussen-engageren-plannen-ontlokken
B
Ontlokken- focussen- engageren- plannen
C
Engageren- focussen- ontlokken- plannen
D
Engageren- ontlokken- focussen- plannen

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Door het gebruik van welke woorden heken je verandertaal
A
Willen doen kunnen nadenken
B
Nadenken, moeten, doen, kunnen
C
Willen, kunnen, reden, moeten,
D
Kunnen willen, moeten,doen

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag met een casus

Slide 24 - Tekstslide

Motiverende gesprekstechnieken
Wat gaan we doen: 
stukje theorie
aan de slag met de voorbereiding van een casus en oefenen met Ans

Slide 25 - Tekstslide

Gidsen

  1. gidsen heeft niet alleen te maken met wat je tegen cliënten
  2. vooral ook over de manier hoe je dingen zegt. 

Slide 26 - Tekstslide

Gidsen
Het is belangrijk dat je in ‘het hier en nu’ blijft

als de cliënt zich niet verantwoordelijk voelt voor zijn eigen leven dan zal er zeer weinig veranderen aan het eigenlijke gedrag dat verantwoordelijk is voor het probleem

Slide 27 - Tekstslide

Let op

  1. Verandering roept  weerstand op
  2. Het is belangrijk is begrip en geduldige manier reageren  
  3. gewoontegedrag veel tijd vraagt. 
  4. Gewoontegedrag naar instabiel nieuw gedrag vraagt minstens 6 weken. 
  5. nieuwe gedraging een gewoonte ( 6 maanden of langer)

 

Slide 28 - Tekstslide

Gevoelens als begeleider


  1. Soms kunnen emoties een rol spelen
  2. Blijf je ervan bewust wat er in je omgaat
  3. Iedere cliënt verdient dezelfde kwaliteit en betrokkenheid.
  4. accepteren van deze emoties. 


Om je nog weerbaarder te maken zullen we vervolgens nog enkele situaties van dichterbij bekijken:

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

oefenen

Slide 31 - Tekstslide

Vragen ?

Slide 32 - Tekstslide

Betrokkenheid acceptatie en hoop

te luisteren en 
te gidsen
met volle aandacht bij de cliënt zijn dat is iets wat je leert door oefenen oefenen en oefenen 


Slide 33 - Tekstslide

Acht vaardigheden
  1. open houding 
  2. nauwkeurige empathie.
  3.  herkennen en leren onderscheiden van verandertaal.
  4. Het ontlokken en versterken van verandertaal.
  5. Het vermogen om hulp te verlenen op een wijze die weerstand vermindert en de ‘status quo’ niet versterkt.
  6. Cliënten helpen om een veranderplan te formuleren.
  7. De cliënt motiveren om zich aan het veranderplan te houden.
  8. Motiverende Gespreksvoering flexibel combineren met andere behandelmethoden.

Slide 34 - Tekstslide

Gezamenlijk doel opstellen door
  1. Zorg voor een goede werkrelatie
  2. creëer een sfeer waarin de cliënt zich begrepen voelt.
  3. Stel een agenda op: Deze belangrijke stap is een vorm van toestemming vragen om het over bepaalde onderwerpen te hebben. 



Slide 35 - Tekstslide

Onderzoek de motivatie voor verandering en bouw die uit:
De kern van het gesprek is dat je luistert naar verandertaal 


Uitwisselen van informatie: Aan de hand van de methode uitlokken-aanbieden-uitlokken kan je de motivatie tot veranderen nog verder versterken.

Stel zinvolle  vragen en combineer deze met reflectief luisteren: 

Gebruik zo nodig een gestructureerd strategie: Het exploreren van de voors en tegens en het belang en vertrouwen in de verandering zijn hier voorbeelden van.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

3. Stel de vooruitgang vast
Maak een lange samenvatting en vraag de cliënt vervolgens wat de mogelijke volgende stap zou kunnen zijn.

Maak opnieuw gebruik van agendering: Op deze manier wordt duidelijk wat je ondertussen al bereikt hebt en waar je het verder nog over zou willen hebben.

Denk na over de volgende stap: Breng alle plannen onder woorden waarover de cliënt en jij het eens zijn geworden. Hoe gaan we vanaf hier verder?



 

Slide 38 - Tekstslide