Plurals Herhaling
1 / 38
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Vraag
A
baby's
B
babys
C
babie's
D
babies
Slide 14 - Quizvraag
A
boxes
B
boxxes
C
boxs
D
boxees
Slide 15 - Quizvraag
A
monky's
B
monkeys
C
monkie's
D
monkys
Slide 16 - Quizvraag
Uniform
A
uniformes
B
uniform's
C
uniforms
D
uniformies
Slide 17 - Quizvraag
A
fishes
B
fish
C
fishen
D
fishies
Slide 18 - Quizvraag
Thief
A
thiefs
B
thiefes
C
thiefies
D
thieves
Slide 19 - Quizvraag
A
cooky's
B
cookies
C
cookys
D
cookyes
Slide 20 - Quizvraag
A
butterflies
B
butterflys
C
butterflie's
D
butterfly's
Slide 21 - Quizvraag
1 policeman
A
policemans
B
policemannen
C
policemen
Slide 22 - Quizvraag
A
brushes
B
brush's
C
brushs
D
brushies
Slide 23 - Quizvraag
strawberry
A
strawberries
B
strawberrys
C
strawberrys
D
strawberryes
Slide 24 - Quizvraag
A
elfs
B
elves
C
elfes
D
elf's
Slide 25 - Quizvraag
A
ponys
B
ponies
C
pony's
D
ponie's
Slide 26 - Quizvraag
A
bus's
B
buss
C
buses
D
busses
Slide 27 - Quizvraag
A
leaves
B
leafes
C
leafs
D
leaf's
Slide 28 - Quizvraag
A
faces
B
face's
C
facies
D
facces
Slide 29 - Quizvraag
A
mouthees
B
mouth's
C
mouthens
D
mouths
Slide 30 - Quizvraag
A
first laddies
B
first ladys
C
first ladies
D
first lady's
Slide 31 - Quizvraag
A
modelles
B
modellen
C
models
D
modelens
Slide 32 - Quizvraag
A
bodys
B
bodies
C
boddies
D
body's
Slide 33 - Quizvraag
A
wives
B
wifies
C
wifes
D
wife's
Slide 34 - Quizvraag
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Ik kan beschrijven wat iemand aan heeft in het Engels.
Yes
No
Slide 37 - Poll
Ik kan meervouden maken in het Engels.
Yes
No
