Dordtse Leerregels I, art 8-18

Welkom
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
CatechisatieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide


Ga naar: 
student.lessonup.io

Slide 3 - Tekstslide

Ik belijd
Les 2

Gods pasfoto
Dordtse
Leerregels I, art. 8-18

Slide 4 - Tekstslide

Wat heb je als kerngedachte meegenomen uit de vorige les?

Slide 5 - Woordweb

Samenvatting D.L. I, art. 1-7
1.  Alle mensen hebben in Adam gezondigd en
    verdienen de eeuwige straf.
2. Gods liefde schittert in de zending van zijn Zoon om
    te redden wie in Hem gelooft.
3. Dat geloof werkt God door de prediking van het 
    geloof. God roept tot geloof en bekering.
4. De prediking van het evangelie brengt scheiding:
     wie gelooft wordt verlost, wie niet gelooft, blijft
     onder Gods toorn.

Slide 6 - Tekstslide

Samenvatting D.L. I, art. 1-7
5. Wie niet tot geloof komt, is daar zelf de schuld van:
    door zijn verdorven aard, kiest hij altijd verkeerd.
6. God geeft aan sommige mensen het geloof, aan 
    anderen niet. Dat is zijn eeuwig besluit tot 
    verkiezing en verwerping.
    De niet-uitverkorenen laat God over aan hun
    slechtheid en hardheid.
7. God heeft voor de grondlegging van de wereld een
    groot aantal mensen in Christus tot het heil 
    uitgekozen.

Slide 7 - Tekstslide

Efeze 2: 10

Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.

Slide 8 - Tekstslide

Wat leer je hier over de uitverkiezing?

Slide 9 - Open vraag

Remonstranten wilden wel over verkiezing spreken:
God kiest je en zet je op de weg tot behoud.
Maar dan moet je die weg wel zelf gaan.

Efeze 2: 10 Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.

Slide 10 - Tekstslide

Welke conclusie kun je hieruit trekken over deze remonstrantse leer?

Slide 11 - Open vraag

Efeze 1: 3 en 4
Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus,
omdat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde.

God is in zijn besluit tot uitverkiezing nooit afhankelijk van de mens.

Slide 12 - Tekstslide

God is in zijn besluit tot uitverkiezing nooit afhankelijk van de mens.
Waaraan kun je dat zien in deze tekst (Ef. 1: 4)?

Slide 13 - Open vraag

Rom. 11: 11-13
Want toen de kinderen nog niet geboren waren, en niets goeds of kwaads gedaan hadden – opdat het voornemen van God, dat overeenkomstig de verkiezing is, stand zou houden, niet uit de werken, maar uit Hem Die roept –
werd tot haar gezegd: De meerdere zal de mindere dienen. Zoals geschreven staat: Jakob heb Ik liefgehad en Ezau heb Ik gehaat.

Slide 14 - Tekstslide

Wat zegt dit over de uitverkiezing?

Slide 15 - Open vraag

Hoe kun je zeker worden van je (persoonlijke) uitverkiezing?

Slide 16 - Open vraag

D.L. I, art. 12
Van hun eeuwige en onveranderlijke uitverkiezing tot behoud worden de uitverkorenen, ieder op zijn tijd, verzekerd, zij het niet bij iedereen even sterk en in gelijke mate.

Die zekerheid ontvangen de uitverkorenen niet, wanneer zij de verborgenheden en diepten van God nieuwsgierig doorzoeken.

Slide 17 - Tekstslide

Waarom niet?

Slide 18 - Open vraag

Deut. 29: 29

De verborgen dingen zijn voor de HEERE, onze God, maar de geopenbaarde dingen zijn voor ons en onze kinderen, tot in eeuwigheid, om al de woorden van deze wet te doen.

Slide 19 - Tekstslide

D.L. I, art. 12
(...) Die zekerheid ontvangen de uitverkorenen niet, wanneer zij de verborgenheden en diepten van God nieuwsgierig doorzoeken. Maar zij ontvangen haar, wanneer zij met een geestelijke blijdschap en heilige vreugde de onmiskenbare vruchten van de uitverkiezing, die Gods Woord aanwijst, bij zichzelf opmerken.

Slide 20 - Tekstslide

Welke vruchten?

Slide 21 - Woordweb

D.L. I, art. 12
(...)  de onmiskenbare vruchten van de uitverkiezing, die Gods Woord aanwijst, bij zichzelf opmerken,
zoals bijvoorbeeld het ware geloof in Christus, kinderlijk ontzag voor God, droefheid naar Gods wil over de zonde, honger en dorst naar de gerechtigheid.

Slide 22 - Tekstslide

Art. 13:

Deze leer maakt ootmoedig en zet aan tot aanbidding van God. Het zorgt niet voor verslapping in het leven naar Gods geboden.

Slide 23 - Tekstslide

Waarom niet?

Slide 24 - Open vraag

Art. 14:

God wil dat deze leer verkondigd wordt.
Maar het moet wel zorgvuldig gebeuren, met wijsheid en eerbied, zonder de grenzen van Gods Woord te overschrijden.

Slide 25 - Tekstslide

Art. 15
(over het besluit van de verwerping)

God is anderen in zijn eeuwige uitverkiezing voorbijgegaan.
Hij toont zich daarin de rechtvaardige Rechter.

Slide 26 - Tekstslide

Reageer daar eens op

Slide 27 - Woordweb

Art. 16:

Laat je door de leer van de verwerping niet ontmoedigen, maar gebruik de middelen die God heeft gegeven om zijn beloften aan ons duidelijk te maken.

Slide 28 - Tekstslide

Welke middelen zijn dat?

Slide 29 - Woordweb

Art. 17:

Over de wil van God kunnen wij ons alleen uitspreken op grond van zijn eigen Woord. Dit verzekert ons ervan, dat de kinderen van de gelovigen heilig zijn, niet van nature, maar uit kracht van het genadeverbond, waartoe zij met hun ouders behoren.
Daarom moeten godvrezende ouders niet twijfelen aan de uitverkiezing en het behoud van hun kinderen, die God zeer jong uit dit leven wegneemt.

Slide 30 - Tekstslide

Waardoor krijgen gelovige ouders zekerheid over het behoud van hun jonggestorven kinderen?

Slide 31 - Open vraag

Wat roept de leer van de uitverkiezing bij je op?
A
Weerstand
B
Troost
C
Aanbidding
D
Niets

Slide 32 - Quizvraag

Art. 18.

Aan hen die over deze genade van de onverdiende uitverkiezing en over de strengheid van de rechtvaardige verwerping opstandig spreken, houden wij deze uitspraak van de apostel voor: Maar gij, o mens! wie zijt gij, dat gij God zoudt tegenspreken? (Rom. 9:20). En deze van onze Verlosser: Staat het mij niet vrij met het mijne te doen, wat ik wil? (Matt. 20:15).

Slide 33 - Tekstslide

Maar wij aanbidden deze heilsgeheimen eerbiedig en roepen met de apostel uit: O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen! Want: wie heeft de zin des Heren gekend? Of wie is Hem tot raadsman geweest? Of wie heeft Hem eerst iets gegeven, waarvoor hij vergoeding ontvangen moet? Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen: Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid! Amen. (Rom. 11:33-36).

Slide 34 - Tekstslide

Volgende week:

D.L. 
Hoofdstuk II

Slide 35 - Tekstslide