In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
HOFSTELSEL
Systeem waarbij een heer de horigen in zijn gebied beschermde, in ruil voor herendiensten en een deel van de opbrengst van het land
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Veel plichten,
weinig rechten
Iedereen op het domein van de heer hoorde bij het domein
De boeren waren horigen van de heer: ze moesten gehoorzaam zijn
Om op de grond van de heer te kunnen wonen, moest je pacht betalen.
De horigen waren ook verplicht om herendiensten, klusjes, te doen.
Een horige moest overal toestemming voor vragen, ook om te trouwen
Een gevluchte horige was na een jaar en een dag een vrije boer.
Slide 6 - Tekstslide
Ridders en kastelen
Ridders waren strijders te paard die vochten voor een heer
In ruil daarvoor kreeg hij een paard, de wapenuitrusting en een kasteel
In naam van de heer sprak hij soms ook recht in zijn gebied.
Ridders woonden in kastelen, maar dat waren in het begin vaak houten boerderijen, die pas later van steen werden.
De meeste kastelen die er nu nog staan zijn van na het jaar 1000
Slide 7 - Tekstslide
Verbeteringen in de landbouw
Na het jaar 1000 zorgden een aantal verbeteringen in de landbouw voor hogere opbrengsten:
ijzeren ploeg
halsjuk
en vooral het drieslagstelsel
Slide 8 - Tekstslide
Het drieslagstelsel
Als landbouwgrond elk jaar wordt gebruikt, dan wordt de grond onvruchtbaar, waardoor de oogst steeds minder werd.
Met het drieslagstelsel werd de grond verdeeld in drie stukken,
waarbij elk jaar één stuk grond niet gebruikt werd (braak).
Hierdoor kon de grond herstellen en werd de opbrengst hoger.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Horigen
Horigen waren in de Middeleeuwen de armste mensen. Ze waren het laagste in de maatschappij. Het waren arme boeren en werklieden die een stukje land van een rijke adellijke kasteelheer pachten. Dat gebied mochten zij bewonen, in ruil voor een deel van hun oogst dat zij aan hun landheer afstonden ieder jaar.
vechten. Ook bepaalde de kasteelheer met wie ze trouwden, wat ze geloofden en wat ze deden.
Slide 13 - Tekstslide
Welke plichten hadden horigen?
Slide 14 - Open vraag
Welke voorrechten had de heer?
Slide 15 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen