Dit betekent dat je een keuze maakt wat voor jou het belangrijkste
Slide 5 - Tekstslide
Je kunt dus niet alles kopen wat je wilt hebben. Sommige dingen kun je wel op een andere manier krijgen dan kopen
Als je verschillende manieren hebt om de dingen te krijgen die je wilt hebben dan noem je dat alternatief aanwendbaar. Als je iets goedkoper kan krijgen doordat je er extra tijd in stopt, is dit het geval.
Wanneer je zelf een product maakt die je wilt hebben noemen we het zelfvoorziening. Dit is ook een vorm waarbij een product of alternatief aanwendbaar wordt.
Slide 6 - Tekstslide
Schaarste
Een product is in de economie schaars, wanneer er iets opgeofferd is.
Brood is bijvoorbeeld schaars, doordat er meel is opgeofferd en een bakker heeft zijn tijd opgeofferd om dat brood te maken.
Voor schaarse goederen wordt geld betaald
Slide 7 - Tekstslide
Vrije goederen
Wanneer je een product gebruikt waar niks voor is opgeofferd maak je gebruik van vrije goederen.
Deze goederen zijn gratis.
Je hebt bijvoorbeeld de volgende vrije goederen:
Zonlicht
Zeewater
Wind
Slide 8 - Tekstslide
Consumeren is …
A
Een bedrag opzijleggen voor een latere grote aankoop
B
Iets maken waarmee je in je eigen behoefte kan voorzien
C
Het kopen van goederen of diensten
D
Invloed uitoefen op andere mensen om iets te kopen
Slide 9 - Quizvraag
Consumeren:
Goederen of diensten kopen die je wilt hebben
Diensten zijn werkzaamheden die mensen voor je doen en jij hun hiervoor betaalt
Goederen zijn spullen die mensen kopen
Goederen verdelen we in 2 groepen.
Je hebt gebruiksgoederen. Dit zijn spullen die je vaker dan 1 keer gebruikt.
Je hebt ook verbruiksgoederen. Spullen die je maar 1 keer kunt gebruiken.