1V - Periode 4 - PA1 H3 Les 3 - GSE (10-06-2024)

Bienvenidos
Meld je aan bij Lessonup met de lessonup klascode.
B1g klascode: ykpjz 
(het linkje staat op magister bij je eerste les Spaans)

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bienvenidos
Meld je aan bij Lessonup met de lessonup klascode.
B1g klascode: ykpjz 
(het linkje staat op magister bij je eerste les Spaans)

Slide 1 - Tekstslide

Dagopening

Slide 2 - Tekstslide

El programa de hoy
Woord van de week , info, deberes
Mi casa es tu casa
  • Bijvoeglijk naamwoord, J, ejercicio 26-27
  • Vocabulario 3.3
  • Leer (lezen): Aquí está mi casa, tekst H + ejercicio 22-23
  • ¿Cómo es tu casa? Hablar K. + ejerc. 29
Reflexión, deberes 


Hier spreken we Spaans.
Wat was het woord van de week?

Slide 3 - Tekstslide

Woord van vorige week
hasta pronto = tot gauw

Slide 4 - Tekstslide

Woord van de week
vale = okee
¿Quieres escuchar música? Vale.
= Wil je muziek luisteren? Okee.


Slide 5 - Tekstslide

Woord van de week
¡Mira! = Kijk!



Slide 6 - Tekstslide

¿Qué aprendes (wat leer je) en capítulo 3?
'Mi casa es tu casa'

Je leert in het Spaans: 
  1. vertellen over je huis
  2. vertellen over je familie
  3. de getallen tot 100, de kleuren
    
HACER (= doen):
¿Recuerdas los números 1-20?


   

Slide 7 - Tekstslide

Corregir los deberes (= het huiswerk nakijken) 
Estudiar:  
vocab 3.2 in beide richtingen (WB p.85) 
Grammatica D ‘tener’, leer ook de voorbeeldzinnen (TB p.29) 
Getallen (TB p.28)  

Afmaken: 
Hoofdstuk 3 Oefening 9 (herhaling regelmatige werkwoorden) 
Oef 7, oef 8b, oef 10, oef 11a 
Nog nakijken: 7cd, 11a

Slide 8 - Tekstslide

Mi casa bonita
Het bijvoeglijk naamwoord.

ESTUDIAR: fuente J (TB p.32)
HACER: ejercicio 26-27
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Vocabulario 3.3 (WB p.85)


Lees de woorden goed door. 
Hoeveel woorden kende je al?

Leer nu 2 minuten in stilte 
de nieuwe woorden, eerst S-N.






timer
2:00
mirar = kijken

Slide 10 - Tekstslide

Aquí está mi casa
LEER (lezen): Texto H (TB p.31)
HACER (maken, doen): ejercicios 22-23 (WB p.75-76)

¿Terminado (klaar)? 
Maak dan oefening 30
timer
12:00

Slide 11 - Tekstslide

¿Cómo es tu casa?
HABLAR: lees de zinnen van fuente K, in tweetallen (TB p.32)
HACER: ejercicio 29 (WB p.79)


¿Terminado (klaar)? 
Maak dan oefening 30
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

REFLEXIÓN
¿Recuerdas los números?
¿Y el verbo tener?

Slide 13 - Tekstslide

Los números 10, 20, 30 ...

Slide 14 - Tekstslide

El verbo ‘tener’ (= hebben)
  1. ESCUCHAR: Youtube canción ‘tener’
  2. ESTUDIAR: Gramática D (TB p.29)
  3. HACER:  oef 10-11a (WB p.68-69)


Klaar? Dan doe je:
  • oefening 11b

Slide 15 - Tekstslide

Deberes 
Estudiar:  
vocab 3.3 en 3.4, grammatica J, frases clave K 

 

Afmaken:  
oef 22-23, oef 26, oef 27 zin 1 t/m 5 

Slide 16 - Tekstslide

Repaso (=herhaling): Reglas
1. spullen en huiswerk in orde
2. vragen? hand opsteken
3. als docent spreekt, ben je stil
4. binnen? groeten en op je eigen plaats gaan zitten, spullen gereed
5. respecteer elkaar en zit niet aan elkaars spullen
6.  opgeladen laptop in je rugzak

Sana, Sophia , Emerald -> aanmelden bij Lessonup? 
Linkje bij de eerste les Spaans op magister.

Slide 17 - Tekstslide

Los verbos regulares

Slide 18 - Tekstslide

Woord van de week
mirar = kijken, bekijken
Mira, esta es mi casa. = Kijk, dit is mijn huis.

Slide 19 - Tekstslide

Woord van de week
Despacio / despacito betekent eigenlijk: 'langzaam aan'.
preferido/a = lievelings-
Mi canción preferida es Despacito = mijn lievelingsliedje is Despacito.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Klassentaal
Klassentaal: Onthoud  1  zin van de posters aan de muur!

Slide 22 - Tekstslide

Woord van vorige week
Tu vecino/vecina is ook je buurman/buurvrouw in de klas.
tu vecino/vecina = je buurman/buurvrouw
¿Cómo se llama tu vecino? = Hoe heet je buurman?

Slide 23 - Tekstslide

Gramática (15m)
EXPLICACIÓN (uitleg): 
  • Tekstboek p.13 fuente D, Lidwoord (zie filmpje)
  • Tekstboek p.16 fuente J, 'Ser' en persoonlijk voornaamwoord

HACER (maken, doen): 
  • werkboek p.15 ejercicio 11
  • werkboek p.22, ejercicio 25-26


timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide