In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vak: Engels
Hoofdstuk: 5
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
Slide 1 - Tekstslide
1. Lesopening
Take your English book, don't open it yet!
Slide 2 - Tekstslide
2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt in de gestelde tijd zelfstandig aan opdrachten op zijn planner (bord, agenda) en houdt zelf de tijd in de gaten om het af te krijgen.
Reflecteren
- Kijkt zijn eigen werk na en corrigeert waar nodig.
Slide 3 - Tekstslide
Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie.
Alex
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
Bas, Noah, Shaqell, Ties, Niels, Dennis
- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten.
Jara
Slide 4 - Tekstslide
3. Lesdoel
Na deze les kun je:
- de grammar do of don't
- de grammar enige, iets, iemand, ergens (someone anywhere)
Slide 5 - Tekstslide
Verdiept arrangement:
Alex.
Huiswerk noteren + maken:
Les: 1
blz.: 58 t/m 63
opdr.: 8 t/m 11
Slide 6 - Tekstslide
Mini-check
Quiz mee
Slide 7 - Tekstslide
wel doen / niet doen
A
hele werkwoord / don't met hele werkwoord
B
have to/ don't have to
C
going to / not going to
D
werkwoord met -ed
Slide 8 - Quizvraag
Don't speak so vastly. I _____ understand.
A
do
B
don't
Slide 9 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van niet doen in! I use Instagram. (do or don't)
Slide 10 - Open vraag
Wie maakt wat?
3 vragen goed? Zelfstandig aan de slag:
Les 1, blz.: 58 t/m 63, opdr.: 8 t/m 11
De rest doet mee met de instructie
Slide 11 - Tekstslide
4. Instructie
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Clara zegt: 'Hey, I can see someone in the backyard'. Wat betekent 'someone' in deze zin?
A
Iets
B
Iemand
C
Niets
D
Niemand
Slide 14 - Quizvraag
Wat betekend Not.. Anywhere in de zin: I'm afraid there is not anywhere to sit'
A
Niets
B
Niemand
C
Nergens
D
Ergens
Slide 15 - Quizvraag
5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 1, blz.: 58 t/m 63, opdr.: 8 t/m 10
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Jara kom aan de instructietafel zitten.
Slide 16 - Tekstslide
6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: les 1, blz.: 58 t/m 63, opdr.: 8 t/m 11 --> Alex
B: les 1, blz.: 58 t/m 63, opdr.: 8 t/m 10 --> De rest van de klas
I: les 1, blz.: 58 t/m 63, opdr.: 8 t/m 10 --> Jara
Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.
2. Huiswerk ander vak afmaken.
3. Leren toets/ lezen / woordzoeker.
timer
30:00
Slide 17 - Tekstslide
7. Evaluatie
Zelfstandig leren
- Werkt in de gestelde tijd zelfstandig aan opdrachten op zijn planner (bord, agenda) en houdt zelf de tijd in de gaten om het af te krijgen.
Reflecteren
- Kijkt zijn eigen werk na en corrigeert waar nodig.
Slide 18 - Tekstslide
Clara zegt: 'I think anyone who comes here falls in love with this town.' Wat betekent 'anyone' in deze zin?
A
Iets
B
Iemand
C
Niets
D
Niemand
Slide 19 - Quizvraag
Sam zegt over de appeltaart: 'No one can bake a pie like Grandma.' Wat betekent 'no one' in deze zin?
A
Iets
B
Niets
C
Niemand
D
Nergens
Slide 20 - Quizvraag
Clara vraagt: 'Are there any shops anywhere around here?' Wat betekend 'anywhere'?