Als het getal
kleiner dan 5 is, rond je het getal naar
beneden ↓af.
Als het getal 5 of groter is, rond je het getal naar boven ↑ af.
Voorbeeld: Rond het getal 6.734 af op een duizendtal.
1. Waarop rond je af? 6.734 -> afronden op de 6.
2. Naar welk cijfer kijk je voor afronden? 6.734. Naar de 7.
3. Rond je af naar boven ↑ of naar beneden ↓? 7 is groter dan 5, dus naar boven.
4. 6.734 ≈ 7.000