ongelijkheden en grafieken

Vergelijkingen en ongelijkheden
3
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vergelijkingen en ongelijkheden
3

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een interval?

Slide 2 - Woordweb

welke methoden gebruik je om een kwadratisch formule op te lossen
?

Slide 3 - Woordweb

x>3,5
Dit noemen we een interval


Slide 4 - Tekstslide

Welke notatie hoort bij interval a?
A
x < -2 of x > 4
B
-2 < x < 4
C
-2 > x > 4
D
x > -2 V x > 4

Slide 5 - Quizvraag

Noteer het interval

A
x>0 v x>2
B
x<0 v x<2
C
x<0 v x>2
D
x>0 v x<2

Slide 6 - Quizvraag

Noteer het interval
A
x < -1 v x > 3
B
-1 < x < 3
C
-1 > x < 3
D
-1 > x > 3

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn de oplossingen van de onderstaande ongelijkheid?

5x36x+3
A
x0
B
x0
C
x6
D
x6

Slide 8 - Quizvraag

Klapt bij deze ongelijkheid het > teken om?
3p > 9
A
Ja
B
Nee
C
Dit is geen ongelijkheid
D
Ligt er aan of p positief of negatief is

Slide 9 - Quizvraag

Klapt bij deze ongelijkheid het > teken om?
-3p > 9
A
Ja
B
Nee
C
Dit is geen ongelijkheid
D
Ligt er aan of p positief of negatief is

Slide 10 - Quizvraag

Los de ongelijkheid op:
3x - 2 > 4x + 11

A
x > 13
B
x < 13
C
x < -13
D
x > -13

Slide 11 - Quizvraag

Welke stappen neem je om een ongelijkheid op te lossen?

Slide 12 - Woordweb

Ongelijkheden en grafieken
In de afbeelding hiernaast willen we weten wanneer er geldt: f(x) < g(x).
Hierbij volgen we een aantal stappen.

Slide 13 - Tekstslide

Ongelijkheden en grafieken
1. Los op f(x) = g(x)
f(x) = g(x) voor x = 2 of x = 5
(2. Teken een getallenlijn en geef hierop de oplossingen weer.


óf je schrijf je antwoord in eigen woorden)
3. Noteer je antwoord. Bij één gebied heb je 1 x in je antwoord, bij twee gebieden heb je 2 x-en.
Oplossing: 2 < x < 5

Slide 14 - Tekstslide

Geef de oplossingen van de ongelijkheid
als geldt: f(x) > g(x)
A
2 > x > 5
B
x > 2 of x < 5
C
x < 2 of x > 5
D
2 < x < 5

Slide 15 - Quizvraag

Geef de oplossing van de ongelijkheid
als geldt h(x) > k(x)
A
x>-1
B
x<5
C
-1<x<5
D
x<-1 of x> 5

Slide 16 - Quizvraag

Geef de oplossing van de ongelijkheid
als geldt: l(x) < m(x)
A
0<x<5
B
x<0 of x> 5
C
x<0
D
x>5

Slide 17 - Quizvraag

Geef de oplossing van de ongelijkheid
A
x<1
B
x>6
C
1<x<6
D
x<1 of x> 6

Slide 18 - Quizvraag

Geef de oplossing van de ongelijkheid
A
x>-1
B
x<5
C
-1<x<5
D
x<-1 of x> 5

Slide 19 - Quizvraag

3 manieren om een kwadratische vergelijking oplossen
  • met ontbinden in factoren
  • met de abc-formule óf kwadraat afsplitsen
  • met herleiden tot 
x2=c

Slide 20 - Tekstslide

Sleep de juiste oplosmethode naar de formules
x²+4=0
x²+4x=0
x²+4x+3=0
x²+4x-3=0
x2=c
abc-formule
Ontbinden in factoren (enkele haakjes)
Ontbinden in factoren (dubbele haakjes/som-product methode)

Slide 21 - Sleepvraag

Ontbind in factoren

x2+19x+18
A
(x+1)(x+18)
B
(x1)(x18)
C
(x1)(x+18)
D
(x+1)(x18)

Slide 22 - Quizvraag

Kies de juiste oplosmethode:
2x² - 5 x + 7 = 0
A
ontbinden in factoren
B
x2=c
C
abc- formule
D
kwadraat afsplitsen

Slide 23 - Quizvraag

Bij welke ongelijkheid hoort het antwoord
'voor geen enkele x'
A
f(x) < 0
B
g(x) < 0
C
h(x) > 0
D
f(x) < 3

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Gegeven is
voor welke p ligt A(p,7) op de grafiek?
A
p = 1 of p =-1
B
p= -1 of p = 3
C
p= 1 of p = 3
D
p =1

Slide 26 - Quizvraag

Voor welke p heeft de vergelijking 2 oplossingen?

A
p <-2 of p>6
B
p<-8 of p>-2
C
-2< p< 6
D
-8< p<-2

Slide 27 - Quizvraag

Succes met leren
vrijdag gaan we wiskundebingo doen!!

Slide 28 - Tekstslide