KLOKKIJKEN DIGITAAL EN ANALOOG

Wat is een analoge klok?
1 / 43
volgende
Slide 1: Open vraag
RekenenBasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wat is een analoge klok?

Slide 1 - Open vraag

De wijzers
Grote wijzer
Geeft de minuten aan.
Elke keer als de grote wijzer 
een rondje heeft gemaakt is 
het een uur later. 

Slide 2 - Tekstslide

De wijzers
Kleine wijzer:
Geeft de uren aan.  

Slide 3 - Tekstslide

Hulpmiddel

Slide 4 - Tekstslide

Hoe zit dat eigenlijk met die minuten in het uur?
  • Een kwartier =             min.
  • Een halfuur =               min.     
  • Drie kwartier =            min.

Slide 5 - Tekstslide


Hoe laat is het?
A
3 uur
B
half 3
C
12 uur
D
9 uur

Slide 6 - Quizvraag


Hoe laat is het?
A
4 uur
B
half 6
C
6 uur
D
half 4

Slide 7 - Quizvraag


Hoe laat is het?
A
11 uur
B
half 11
C
6 uur
D
half 12

Slide 8 - Quizvraag


A
5 minuten voor half 5
B
5 minuten over half 7
C
5 minuten voor half 6
D
5 minuten voor half 7

Slide 9 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
elf uur
B
vijf over twaalf
C
half een
D
een uur

Slide 10 - Quizvraag

Hoe laat is het op de klok
A
kwart over 12
B
kwart voor 1
C
kwart over 10
D
kwart over 11

Slide 11 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
kwart voor twaalf
B
kwart voor elf
C
kwart over twaalf
D
tien voor tien

Slide 12 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
kwart voor een
B
kwart over twee
C
kwart voor twee
D
kwart over een

Slide 13 - Quizvraag

Hoe laat is het op de klok
A
Kwart over 1
B
kwart over 2
C
kwart voor 3
D
kwart over 3

Slide 14 - Quizvraag

Hoe laat is het op de klok?
A
10 voor 3
B
10 voor 2
C
10 voor 5
D
10 voor 10

Slide 15 - Quizvraag

Hoe laat is het op de klok?
A
10 voor 3
B
10 voor 2
C
10 voor 5
D
10 voor 10

Slide 16 - Quizvraag

Hoe laat is het op de klok?
A
5 voor 6
B
5 over 6
C
half 11
D
5 voor half 11

Slide 17 - Quizvraag

Hoe laat is het op de klok?
A
10 over half 10
B
10 over half 7
C
5 over half 8
D
5 voor half 8

Slide 18 - Quizvraag

Hoe laat is het op de klok?
A
10 over half 10
B
10 over half 7
C
5 over half 8
D
5 voor half 8

Slide 19 - Quizvraag

Hoe laat is het op de klok?
A
5 over half 6
B
5 voor half 9
C
5 voor half 5
D
5 voor 9

Slide 20 - Quizvraag

Digitale klok 
De digitale klok geeft op een dag 
2x de tijden weer.
Een keer met cijfers
00:00 tot 11:00. (nacht & ochtend)
En een keer met de cijfers
12:00 tot 23:00 (middag & avond)

Slide 21 - Tekstslide

Sleep de juiste (digitale )tijden naar de klokjes.
17:00
1:30
19:00
12:30

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Tekstslide

Ochtend --> Avond
  • Een dag heeft 24 uur.
  • Elke tijd zit twee keer in de klok 
  • 03:00 's nachts en 15:00 's middags
  • Om de digitale tijd uit te rekenen doe ik + 12 uur of - 12 uur. 
  • Het ligt eraan of het ochtend of avond is hoe ik het uit moet rekenen.

Slide 24 - Tekstslide

+ 12 uur of - 12 uur?
  • 03:00 --> 
  • 16:00 --> 
  • 07:00 --> 
  • 21:00 --> 
  • 08:00 --> 
  • 23:00 --> 

Slide 25 - Tekstslide

Welke digitale tijden horen bij deze klok?
A
06.00 en 18.00
B
09.00 en 21.00
C
05.00 en 17.00
D
03.00 en 15.00

Slide 26 - Quizvraag

Welke digitale tijden horen bij deze klok?
A
02.00 en 14.00
B
08.00 en 20.00
C
05.00 en 17.00
D
09.00 en 21.00

Slide 27 - Quizvraag

9 uur
half 1
half 11
half 6
5 uur
Sleep de klokken naar de juiste tijd.

Slide 28 - Sleepvraag

Welke digitale tijden horen bij deze klok?
A
07.00 en 19.00
B
05.00 en 17.00
C
04.00 en 16.00
D
12.00 en 00.00

Slide 29 - Quizvraag

Welke digitale tijden horen bij deze klok?
A
07.00 en 19.00
B
05.00 en 17.00
C
02.00 en 14.00
D
12.00 en 00.00

Slide 30 - Quizvraag

Je schrijft het uur op dat al geweest is.






            8:00                                          6:30                                           5:45


8 uur
half 7
kwart voor zes

Slide 31 - Tekstslide

Hoelaat is het als je op de wekker
06:10 ziet staan?
A
10 voor 6 in de ochtend
B
10 voor 6 in de avond
C
10 over 6 in de ochtend
D
10 over 6 in de avond

Slide 32 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
11:45
B
10:45
C
9:55
D
9:50

Slide 33 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
2:30
B
6:10
C
1:30
D
6:05

Slide 34 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
9:15
B
10:15
C
3:45
D
3:50

Slide 35 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
10:30
B
11:30
C
6:50
D
6:55

Slide 36 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
3:25
B
6:15
C
5:15
D
3:30

Slide 37 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
5:00
B
12:25
C
1:25
D
6:00

Slide 38 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
9:00
B
11:45
C
12:45
D
9:55

Slide 39 - Quizvraag

Hoe laat is het?
05:45 uur
A
kwart voor 5
B
kwart voor 6

Slide 40 - Quizvraag

Hoe laat is het?
18:50 uur
A
10 voor 6
B
10 voor 7
C
10 over 6
D
tien over 7

Slide 41 - Quizvraag

15:04
8:21
18:48

Slide 42 - Sleepvraag

aan het werk
Maak de werkbladen.

Slide 43 - Tekstslide