Taal §2

Nederlands 4 september '23
Blokuur
  • Voorlezen
  • Uitleg over:
      letterlijk en figuurlijk taalgebruik
  • Opdrachten maken + nakijken
  • Voorlezen 

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 4 september '23
Blokuur
  • Voorlezen
  • Uitleg over:
      letterlijk en figuurlijk taalgebruik
  • Opdrachten maken + nakijken
  • Voorlezen 

Slide 1 - Tekstslide

Voorlezen
Blz. 

Slide 2 - Tekstslide

Taal §2 (blz. 92 + 93)
Spreekwoorden en uitdrukkingen 

Slide 3 - Tekstslide

Letterlijk en figuurlijk taalgebruik
Letterlijk: taalgebruik waarbij je precies bedoelt wat je zegt of schrijft.

Figuurlijk: taalgebruik waarbij je iets anders bedoelt dan wat je zegt of schrijft; een beeld (figuur) maakt de betekenis duidelijk.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Welke ken jij?

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
Je mag overleggen met degene naast je
Noteer de antwoorden in je schrift
Taal  §2 blz. 92 
  • Opdracht 1 

Klaar?
Lees tekst 1 (blz. 92 + 93)

timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

We gaan nakijken
met een gekleurde pen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag 
Lees tekst 1 - klassikaal

Zelf:
  • Maak opdracht 2 (blijf niet te lang hangen bij vraag 6 en 7)

Klaar?
  • Leer de uitdrukkingen van opdracht 1 uit je hoofd 


timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

We gaan nakijken
met een gekleurde pen

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 2
vraag 1 t/m 3 mondeling 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Voorlezen?

Slide 17 - Tekstslide

Nederlands 5 september '23
  • Opdracht 2 afmaken
  • Uitleg over:
       Spreekwoorden en uitdrukkingen 
  • Opdrachten maken + nakijken
  • Begrippen overschrijven 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Spreekwoorden en uitdrukkingen
Spreekwoord: onveranderlijke hele zin in de tegenwoordige tijd met een figuurlijke betekenis.

Uitdrukking: vaste combinatie van woorden met een figuurlijke betekenis. 

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag
Huiswerk:
  • Blz. 93 Opdracht 3 (Zoek bij woorden.org)
  • Opdracht 4 vraag 1 + 2
  • De vier begrippen van blz. 92 in je schrift overschrijven
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Nederlands ma. 11 september 
Wat gaan we doen?
  • Dictee
  • Huiswerk nakijken
  • Werken aan §3 (opdr. 1, 2 en 4) 
  • Voorlezen?

Slide 23 - Tekstslide

We gaan nakijken
met een gekleurde pen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

§3 nieuwe taal 
Blz. 94 + 95

Opdracht 1 klassikaal
Opdracht 2 tekst lezen klassikaal

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag
Huiswerk:
Blz. 94 + 95
Maak opdracht 2 en 4

Klaar?
Schrijf de begrippen over in je schrift
Leer de begrippen en uitdrukkingen van §1 t/m 3 uit je hoofd 

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk
4 begrippen overschrijven (blz. 92)

Maak opdracht 4 vraag 1 en 2 (blz. 93)

Slide 30 - Tekstslide