In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Les 1 - Genderdiversiteit
Deel 1 - Paarse week
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is paarse vrijdag en waarom bestaat dit?
Slide 3 - Woordweb
Paarse vrijdag
Paarse Vrijdag is dé grote actie-dag van de GSA (Gender & Sexuality Alliance). Door elk jaar op de 2e vrijdag in december de school paars te kleuren, zet de GSA zich in voor seksuele- en gender-diversiteit als norm.
Slide 4 - Tekstslide
Lesdoel
Je kunt aangeven uit welke 4 onderdelen jouw eigen gender is opgebouwd en wat deze betekenen.
Je kan de termen noemen die bij de LHBTI afkorting horen + de betekenis geven.
Slide 5 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Intro: Weet jij wat de termen betekenen?
Filmpje: De astronaut
Werkblad: De astronaut
Slide 6 - Tekstslide
Weet jij wat deze woorden betekenen? Sleep de betekenissen naar het juiste woord.
aseksueel
biseksueel
cisgender
gay
gender
GSA
homoseksueel
intersekse
non-binair
panseksueel
lesbienne
transgender
uit de kast komen
Vertellen op wie je valt of wie je bent.
Valt op een mens.
Een meisje valt op meisjes.
Valt op mensen van hetzelfde geslacht.
geslacht
Niet aangetrokken voelen tot jongens of meisjes.
In het juiste lichaam geboren.
Valt op jongens én meisjes.
Ander woord voor homoseksueel.
Een groepje scholieren dat opkomt voor de acceptatie van iedereen.
Een lichaam met mannelijke én vrouwelijke dingen.
In het verkeerde lichaam is geboren.
Voelen zich geen jongen, en geen meisje.
Slide 7 - Sleepvraag
Slide 8 - Video
Vul de vragen op de achterkant van het werkblad in!
timer
5:00
Klaar? Zoek de betekenis van de volgende begrippen uit:
- stereotype
- polarisatie
- discriminatie
- socialisatie
- sociale cohesie
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
0
Slide 15 - Video
Slide 16 - Tekstslide
1. Zoek de betekenis van de begrippen op:
- stereotype
- polarisatie
- discriminatie
- socialisatie
- negatief zelfbeeld
- minder sociale cohesie
- categoriseren (ook wel: hokjesdenken)
- kansongelijkheid
2. Probeer de begrippen hier naast op de juiste plek in het schema in te vullen.
3. Leg het proces, dat dit schema laat zien, uit aan jouw buur.
Klaar? Welke stereotyperingen bestaan er over de LHBTI-community?
Hoe zie jij polarisatie terug in de NL-samenleving?