Voortplanting en seksualiteit _25

Voortplanting en seksualiteit
Leerjaar 2
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Voortplanting en seksualiteit
Leerjaar 2

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Uitleg en bespreken basisstof 2 'puberteit'

- Korte uitleg basisstof 3 'vruchtbaar worden'

- Zelf aan de slag!

- Afronding

Slide 2 - Tekstslide

Geslachtskenmerken
Primaire geslachtskenmerken:
- zijn vanaf de geboorte zichtbaar
- jongentje of meisje

Secundaire geslachtskenmerken:
- uiterlijke verschillen (ontstaan in de puberteit)
- Ontstaan door geslachtshormonen (testosteron en oestrogeen)

Slide 3 - Tekstslide

Puberteit
- Puberteit: snelle groei en verandering van het lichaam.

- Puber: Zo word je genoemd in de puberteit. 

- Geestelijke verandering: gevoelens en gedachten. 

Zelfstandig worden
Eigen mening
Meningsverschil met ouders/verzorgers
Ups and downs

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

groeispurt


In korte tijd langer worden

Slide 6 - Tekstslide

Secundaire geslachtskenmerken
- Kenmerken die later (vanaf 10 jaar) komen
- Secundair: betekent 'als tweede'.


Voorbeelden man:
 
  • schaamhaar
  • Baardgroei
  • Okselhaar
  • Borsthaar
  • Bredere schouders
  • Zware stem

Slide 7 - Tekstslide

Secundaire geslachtskenmerken
Voorbeelden vrouw:
  • Borstgroei
  • Schaamhaar
  • Okselhaar
  • Bredere heupen

Slide 8 - Tekstslide

Puberteit
Iedereen is uniek!

- Niet iedereen maakt de ontwikkelingen door op dezelfde leeftijd

- Niet iedereen heeft dezelfde borsten, penis of haargroei


Slide 9 - Tekstslide

Hoe verandert je huid?
Je huid gaat extra talg aanmaken

Als een porie verstopt raakt, komt er een zwart
puntje: een mee-eter

Een ontstoken mee-eter is een puist.
Puistjes noem je ook wel acne [aknee].

En je gaat veel meer zweten.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Vruchtbaar worden
Basisstof 3
blz. 28 t/m 37

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen


- Je kunt uitleggen hoe zaadcellen en eicellen worden gevormd
- Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven.

Slide 16 - Tekstslide

Zaadcel en eicel
Zaadcel gaat eicel binnen

Slide 17 - Tekstslide






Is er geen bevruchting? Dan laat het baarmoederslijmvlies laat los, waardoor je dan ongesteld wordt


Sommige meisjes menstrueren als ze 10 jaar zijn, anderen als ze 16 jaar zijn. Gemiddeld zijn meisjes 
13 jaar oud bij de 1e menstruatie.
Een menstruatie duurt bij sommigen 3 dagen maar bij anderen kan het wel een week duren.
Menstruatie =
het slijmvlies laat los

Slide 18 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Uitleg en bespreken basisstof 2 'puberteit'

- Korte uitleg basisstof 3 'vruchtbaar worden'

- Zelf aan de slag!

- Afronding

Slide 19 - Tekstslide

Samenvatting van de les
_________________________________ geslachtskenmerken heb je al vanaf de geboorte. 
Later in de puberteit krijg je door invloed van hormonen ook 
_________________________________ geslachtskenmerken.

De __________________________ is een korte periode van snelle groei.

Menstruatie, okselhaar en borstgroei zijn voorbeelden van _______________________________ geslachtskenmerken bij de vrouw.

Slide 20 - Tekstslide

Zaadcellen
mannelijke voortplantingscellen

Zaadcellen en zaadvocht samen,
heet sperma

Een jongen is vruchtbaar na zijn eerste zaadlozing.

Een man kan tot hij heel oud is nog zaadcellen maken

Slide 21 - Tekstslide

Eicellen
Ovulatie/ eisprong = het vrijkomen van een 
rijpe eicel uit de eierstok.
  • eicel gaat naar de eileider 
  • bevruchting mogelijk in de eileider
  • op dag 14 ovulatie
  • eicel blijft 24 uur in leven na de ovulatie

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Zaadcel en eicel
Zaadcel gaat eicel binnen

Slide 24 - Tekstslide

Menstruatie

Slide 25 - Tekstslide

Hoe lang duurt de menstruatiecyclus?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Video






Is er geen bevruchting? Dan laat het baarmoederslijmvlies laat los, waardoor je dan ongesteld wordt


Sommige meisjes menstrueren als ze 10 jaar zijn, anderen als ze 16 jaar zijn. Gemiddeld zijn meisjes 
13 jaar oud bij de 1e menstruatie.
Een menstruatie duurt bij sommigen 3 dagen maar bij anderen kan het wel een week duren.
Menstruatie =
het slijmvlies laat los

Slide 28 - Tekstslide

Tijdens de menstruatie
buikkrampen
rugpijn 
hoofdpijn
moe
lusteloos
emotioneel

De ene persoon heeft hier meer last van dan de andere

Slide 29 - Tekstslide

Menstruatiecyclus
Vooral in de puberteit kan de menstruatie zeer onregelmatig plaatsvinden. Soms zit er veel tijd tussen de menstruaties.
Dit gaat vanzelf meer lijken op de cyclus in het plaatje.
Eisprong op de 14e dag
De cyclus duurt 28 dagen

Slide 30 - Tekstslide

Periodieke onthouding - Onbetrouwbaar- Ovulatie




Je ziet dus dat een vrouw alleen vruchtbaar is rond de dag van de eisprong. 
Stel; een jongen en een meisje gaan op dag 11 met elkaar naar bed. De jongen komt klaar in het meisje, zonder dat zij een condoom hebben gebruikt. Er is nog geen eisprong geweest, maar de zaadcellen kunnen wel 4 dagen overleven.
De zaadcellen zouden dus op dag 14 alsnog de eicel kunnen bevruchten. 
Omdat niet elke vrouw precies op de 14e dag een eisprong heeft, weet je nooit precies wanneer een vrouw vruchtbaar is. Gebruik dus altijd een voorbehoedsmiddel (condoom of de pil bijvoorbeeld)

Slide 31 - Tekstslide

Maandverband
en tampons
Maandverband
Tampon
Cup

Slide 32 - Tekstslide

Wat is de ovulatie?
A
Ander woord voor de menstruatie
B
Eicel komt vrij uit de eierstok
C
De overgang bij vrouwen van 50.

Slide 33 - Quizvraag

Wat is menstruatie?
A
Als er een eicel vrijkomt
B
Ovulatie
C
Als het baarmoederslijmvlies loslaat.
D
Dat er bevruchting plaats vindt

Slide 34 - Quizvraag

Op dag 1 van de menstruatie cyclus begint de menstruatie

A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Wat ga je doen?
- Terugkijken en bespreken basisstof 2 'puberteit'

- Uitleg basisstof 3 'vruchtbaar worden'

- Zelf aan de slag! Maken vanaf bladzijde 28, opdracht 1 t/m 5

- Afronding

Slide 36 - Tekstslide

Afronding
In de __________(1)__________worden de zaadcellen gemaakt.
en in de _____________(2) worden ze tijdelijk opgeslagen.

___________(3)_____________ is een ander woord voor eisprong.

De menstruatiecyclus duurt __________(4) dagen. Op de  _____(5)____ dag vindt de eisprong plaats.

Slide 37 - Tekstslide

Op dag 20 van de menstruatie- cyclus vindt de ovulatie plaats (de eisprong).

A
Waar, maar kan ook op dag 28
B
Niet waar, dit moet dag 1 zijn
C
Niet waar, dit moet dag 14 zijn
D
Waar, alleen op dag 20

Slide 38 - Quizvraag