4V | Lesen "Eishotel"

Herzlich willkommen im Deutschunterricht :-)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herzlich willkommen im Deutschunterricht :-)

Slide 1 - Tekstslide

Heute
Lesen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Woran denkst du beim Sehen dieses Textes?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Link

Slide 6 - Tekstslide

Für wen ist das Eishotel geöffnet? (Absatz 2)
A
Für Leute die ihren Urlaub am liebsten in warmen Gefilden unter Palmen verbringen.
B
Für Leute die im schwedischen Ort Jukkasjärvi wohnen.
C
Für Leute die Angst vor dem Frieren haben.
D
Für Leute die ein einmaliges Naturerlebnis suchen.

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Welches Wort passt in die Lücke in Absatz 2?
A
doch
B
sogar
C
also
D
auch

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Was ist der Grund, dass Hendrik Welling zum Eishotel gereist ist? (Absatz 3)

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

"Das erfahren Sie im Video". Vat in eigen woorden samen welke 3 zaken er in de video vermeld worden. (Absatz 3)

Slide 13 - Open vraag

Was für Signalwörter sind 'Zunächst' und 'Kurze Zeit später'?
A
ein Gegensatz
B
eine Schlussfolgerung
C
eine Zeitangabe
D
ein Beispiel

Slide 14 - Quizvraag

Lees Absatz 4 ('Das Projekt wurde ...'). Klopt de bewering?
'Das Eishotel in Schweden ist das älteste Eishotel in Europa'
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

'Und das jeden Winter aufs Neue' (Absatz 5).

Wat gebeurt er iedere winter opnieuw?

Slide 16 - Open vraag

'Das "Baumaterial" für das ungewöhnliche Hotel stammt aus dem zugefrorenen Fluss Torne.' (Absatz 6).

Waarom staat er een woord tussen aanhalingstekens?

Slide 17 - Open vraag

Lies Absatz 7 ('Neben den eigentlichen ...'). Klopt de bewering?
'Wie in einem Iglu, gibt es nur ein einziges Zimmer.'
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Lies Absatz 7 ('Neben den eigentlichen ...').
Welke drie dingen zorgen ervoor dat je het als hotelbezoeker niet ijskoud hebt?

Slide 19 - Open vraag

Zou je zelf graag in een ijshotel overnachten? Waarom wel/niet? Citeer een reden uit de tekst.

Slide 20 - Open vraag

Was hast du heute gelernt? (Du darfst auf Niederländisch antworten.)

Slide 21 - Open vraag