voorkennis, 5.1 en 5.2

dinsdag 4 februari 
1e lesuur
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

dinsdag 4 februari 
1e lesuur

Slide 1 - Tekstslide

Toets h4
Ik kan met negatieve getallen werken
Ik ken de tekens voor groter en kleiner dan
Ik kan rekenen met temperatuur

Instructie 5.1: Negatieve getallen en groter/kleiner 
Instructie 5.2: Temperatuurverschil

Maken opdracht 3, 4, 5, 8, 9, 10,13, 16, 17, 18, 19

Klaar? Laten zien en nakijken
Klaar? Dan 12, 14, 15

Kan ik antwoord geven op het doel
Huiswerk voor dinsdag 11 feb: Maken opdracht 3, 4, 5, 8, 9, 10,13, 16, 17, 18, 19

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Toets h4
Toetsen en cijfers bespreken

Toetsen inhalen
  • Niek en Merijn h4: vandaag 4 feb!
  • Niek, Levi, Ben en Troy h3: donderdag 6 feb!

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis h5
Groter dan >
Kleiner dan <
Even groot =

Opdracht 5abc en 7 de linker samen doen

Slide 4 - Tekstslide

Aan de slag
Maken de voorkennis van h5 op blz. 184 en 185

Klaar? Laten zien en nakijken

Klaar? Maken opdracht 1 en 2 op blz. 188

timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

dinsdag 4 februari 
4e en het 5e lesuur

Slide 6 - Tekstslide

5.1 deel 1
  • Positieve getallen
12 en 5
  • Negatieve getallen
-12 en - 5

Slide 7 - Tekstslide

5.1 deel 2
Groter dan en kleiner dan met negatieve getallen
-4 ...... 3 
-0,2 ...... -3,5
Welke tekens moeten er op de stipjes komen?
" de krokodil hapt naar de grootste" 

Slide 8 - Tekstslide

5.2 temperaturen
  • Temperatuurverschil tussen de             thermometers.
  • Het is nu 11 graden: 
  • Het wordt 20 graden kouder.
  • Het wordt 15 graden warmer. 
Wat wordt de temperatuur?

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opdracht
3, 4, 5, 8, 9, 10,13, 16, 17, 18, 19
op blz. 188 t/m 195
Klaar? Laten zien en nakijken
Klaar? Maken opdracht 21 t/m 23 blz. 197

Aan het eind van de les zijn er een paar quiz vragen


timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

welke getallen zijn negatieve getallen (meerdere antwoorden mogelijk)
A
0
B
-20
C
-8
D
20

Slide 11 - Quizvraag

-4, -23, -35, - 234 zijn allemaal
A
Positieve getallen
B
Negatieve getallen
C
Neutrale getallen
D
Even getallen

Slide 12 - Quizvraag

> betekent:
A
kleiner dan
B
groter dan

Slide 13 - Quizvraag

< betekent:
A
kleiner dan
B
groter dan

Slide 14 - Quizvraag

3 .... -3
A
Kleiner dan
B
Groter dan
C
Gelijk aan

Slide 15 - Quizvraag