Communicatie - Hoofdstuk 15 (deel 3)
1 / 14
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Noem twee manieren waardoor je meer zelfinzicht kan krijgen
Slide 3 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Vragen: Wat laat ik van mezelf zien?
Wat waardeer ik in mezelf? En wat niet?
Wat vind ik belangrijk? En wat niet?
Wat vind ik moeilijk en wat vind ik gemakkelijk bij het geven van ondersteuning aan cliënten?
Schrijven: Opschrijven maakt je bewust van wat je ervaart, wat je vindt en wat je raakt. Je krijgt helder waar je precies moeite mee hebt of wat je gemakkelijk afgaat.
Gedrag vergelijken: geen waardeoordeel maar meer kennis over hoe situaties behandeld kunnen worden
Ongevraagde feedback: je kunt het naast je neerleggen, zegt soms wat over de ander, zegt soms wat over jou.
Spelvorm: bijvoorbeeld 'kletspot' of andere gespreksstarters
Soms als ik uit bed stap voel ik dat het een slechte dag is, vaak gaat dan ook écht alles fout
A
Ja, dat kiopt
B
Nee, zo werkt dat niet bij mij
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Als ik een hoog cijfer heb gekregen voor een presentatie, waarvan de docent weet dat ik het moeilijk vindt, lag het aan de gunfactor van de docent.
A
Ja, dat klopt
B
Nee, dat vind ik niet
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Als laatste jaar stagiaire binnen de MZ moet je minstens zoveel kunnen als jouw collega’s in het werkveld
A
Ja, dat klopt
B
Nee, dat hoeft niet
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Als een bekend persoon boos of naar reageert, betrek ik dit áltijd op mijzelf
A
Ja, dat klopt
B
Nee, zo werkt dat bij mij niet.
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
1. Niet objectief genoeg naar jezelf kijken omdat je denkt dat je jezelf kent
2. Betekenis geven aan de ander zonder dat duidelijk is wat iemand wil/denkt/voelt
3. Bij het zoeken naar verklaringen van de dingen die je gebeuren, zoek je onbewust naar bevestiging van het beeld dat je van jezelf hebt. Mensen die een negatief beeld over zichzelf hebben, zoeken als eerste naar een bevestiging van dat beeld.
4. In dit voorbeeld zie je dat de voorspelling die Julia zichzelf deed, zichzelf waarmaakt doordat Julia zich naar die voorspelling gaat gedragen
5. Vergelijken met verkeerde personen (meer ervaring, ouder, etc.)
6. Iedere situatie is anders, ieder mens heeft geschiedenis, houd daar rekening mee.
7. Niet streven naar perfectie, niemand is perfect!
8. Eigenschappen nooit 100% wel of 100% niet.
Jezelf verkeerd waarnemen
Bevestiging zoeken vanuit bestaand zelfbeeld
Zichzelf waarmakende voorspellingen doen (self fulfilling prophecy)
Niet- reële vergelijkingen maken
Denken dat de ideale mens bestaat
Niet naar de gehele situatie kijken
Als laatste jaar stagiaire binnen de MZ moet je minstens zoveel kunnen als jouw collega’s in het werkveld
Als een bekend persoon boos of naar reageert, betrek ik dit áltijd op mijzelf
Soms als ik uit bed stap voel ik dat het een slechte dag is, vaak gaat dan ook écht alles fout
Als ik een hoog cijfer heb gekregen voor een presentatie, waarvan de docent weet dat ik het moeilijk vindt, lag het aan de gunfactor van de docent.
Slide 10 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Je moet voor communicatie een creatieve presentatie maken.
Hier krijg je direct stress van want je bent écht totaal niet creatief..
Hier krijg je direct stress van want je bent écht totaal niet creatief..
Tijdens de presentatie zie je een aantal klasgenoten naar buiten staren. Je wordt er zenuwachtig van en denkt dat jouw presentatie slecht is.
Gisteren had ik ruzie met mijn zusje.
Ik voel mij hierover rot en vraag mij af of ik wel een goede zus ben op deze manier
Vandaag werd cliënt Roos erg boos op mij tijdens het douchemoment. Dit heb ik nog nooit eerder mee gemaakt. Ik vraag mij af welk aandeel ik hier in heb gehad en of ik iets anders had kunnen doen.
In overleg met jouw collega's spreek jij cliënt T. aan op zijn gedrag. Naderhand hoor jij een stem in jouw hoofd die toch twijfel zaait..
Valkuil opbouwen zelfbeeld -
Denken dat je eigenschappen wel/ niet bezit
Denken dat je eigenschappen wel/ niet bezit
Valkuil opbouwen zelfbeeld -
Anderen verkeerd waarnemen
Anderen verkeerd waarnemen
Reflecteren op persoonlijk functioneren
Reflecteren op beroepsmatig handelen
Innerlijke criticus
Slide 12 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
