§5.2 Het land van de moesson

§5.2 Het land van de moesson

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§5.2 Het land van de moesson

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een moesson?
Wat is een moesson?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
(2) de oorzaken en gevolgen van de droge en natte tijd in India
      beschrijven;




Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Aan het eind van deze les ken je de verschillende landschappen en klimaten in India
  • Weet je wat een moesson is
  • Je kent de volgende basisboeknummers: B58 - B59 - B 60

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Het grote plaatje
Wat valt je op aan 
deze klimaatgrafiek?

Slide 6 - Tekstslide

Indeling in vier gebieden
Op basis van reliëf:

  1. Noorden - De Himalaya 
  2. Noorden - De Gangesvlakte (dichtbevolkt)
  3. Midden - Hoogland van Dekan
  4. Kusgebieden:                                  Oost-Ghats  West-Ghats

Het noorden van India wordt begrensd door het Himalaya gebergte
Gangesvlakte
Van Delhi tot Kolkata vind je de gangesvlakte. Aan de voet van het Himalaya gebergte dus.
West- en oostkust
Hoogland van Dekan

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

In het noorden van India ligt het Himalayagebergte


Veel toppen hoger dan 8.000 meter 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Evenaar versus ITCZ
Evenaar beweegt niet, is de 0 graden breedte lijn
ITCZ = lage drukgebied, dit beweegt 
1. door de scheve stand van de aardas verandert de breedtegraad waar de zon loodrecht instraalt. 

2. op de plek waar maximale instraling is, wordt de lucht warm, stijgt hij op en dus lage drukgebied

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Evenaar = witte lijn
Evenaar = witte lijn
ITCZ = rode lijn
p.88

Slide 15 - Tekstslide

Paarse pijlen zijn passaten

Waaien van H naar L 
 
L = dus eigenlijk ITCZ, 
niet  perse de evenaar. 

Slide 16 - Tekstslide

Rode pijlen zijn moessons   

Waaien van H naar L, 
maar zodra ze de evenaar oversteken veranderen ze van richting.

Let op de tweede wet van Buys Ballot, 

Noord afwijking rechts
Zuid afwijking links   

Slide 17 - Tekstslide

moesson
zuidwest
moesson
Noordoost

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Herschrijf de volgende zinnen in je schrift

  • Door een kleine invalshoek van de zon wordt het aardoppervlak in de tropen sterk verwarmd. De lucht zal dalen, condenseren en dit zal tot regen leiden. De tropen bevinden zich in een hogedrukgebied. 
  • De ITCZ is de zone op de evenaar, waar een  hogedrukgebied ontstaat. De ITCZ verplaatst als gevolg van de scheve stand van de zon ten opzichte van de aarde. Door het verplaatsen van de ITCZ krijg je passaten die de evenaar over steken en van  richting veranderen, deze passaten noem je de mistral. 

Slide 20 - Tekstslide

0

Slide 21 - Video

Moesson
Halfjaarlijks wisselende wind

Droge moesson (noordoost)
Natte moesson (zuidwest)

Slide 22 - Tekstslide

Intertropische convergentiezone



Zone van lagedruk rondom de evenaar. Deze zone verschuift doordat de invalshoek van de zon veranderd.

Slide 23 - Tekstslide

4: ITCZ 
ITCZ is de zone met een aanhoudend lagedrukgebied dat ontstaat door de directe instraling van de zon. 

Deze ITCZ verschuift rondom de evenaar.

Slide 24 - Tekstslide

De ITCZ, Passaten en Moessons
Stap 1
Hoge instraling zon bij de evenaar, hierdoor is er veel verdamping.
Deze warme vochtige lucht stijgt op. Op evenaar aan het aardoppelvlak ontstaat een lage drukgebied. 

Stap 2
Door de opstijging, koelt de warme vochtige lucht af. Het vocht condenceert waardoor er een wolk ontstaat. wanneer de wolk vol is, dan laat de wolk de druppels vallen, het regent.
Stap 3
De lucht die nu droog en koud is, daalt bij 30 graden noorderbreedte en zuiderbreedte weer richting het aardoppervlak. Hierdoor onstaat daar een hoge druk gebied. 
Stap 4
Je weet nu dat lucht altijd van hoge druk naar lage druk beweegd. Daardoor stroomt er nu een wind van 30 graden noorderbreedte en zuiderbreedte richting de evenaar, dit noem je ook wel de passaat. Op het Noorderlijkhalfrond heet hij de Noordoost passaat. Bij de evenaar komen de passaat winden samen, dit wordt ook wel convergeren genoemd,  noemen ze ook wel de Intertropische convergentie zone (ITCZ)
Stap 3
De lucht die nu droog en koud is, daalt bij 30 graden noorderbreedte en zuiderbreedte weer richting het aardoppervlak. Hierdoor onstaat daar een hoge druk gebied.
Stap 4
Je weet dat lucht altijd van hoge druk naar lage druk beweegt. Daardoor stroomt er nu een wind van 30 graden noorderbreedte en zuiderbreedte richting de evenaar, dit noem je ook wel de passaat. Op het Zuiderlijkhalfrond heet hij de Zuidoost passaat. Bij de evenaar komen de passaat winden samen, dit wordt ook wel convergeren genoemd, noemen ze ook wel de Intertropische convergentie zone (ITCZ)

Slide 25 - Tekstslide

Moesson
ITCZ
De Intertropische convergentie zone verplaatst volgens de seizoenen. De ITCZ volgt de zon naar de meest noordelijke loodrechte instraling van de zon, de kreeftskeerkring. De ITCZ verplaatst zich richting het noorden. De Noordoost passaat draait nu en wordt zuidwestmoesson. Hij waait nu van de evenaar af, waardoor er in het deel van Indonesie wat ten noorden van de evenaar een regenseizoen heerst. 
Onze zomer
Onze zomer staat de zon recht boven de kreeftskeerkring, op 23,5 Noorderbreedte. De ITCZ beweegt met de zon mee. Hierdoor gaat de passaat in tegengestelde richting waaien, van de evenaar af. Wanneer de gedraaide passaat over de zee en richting het land waait ontstaat daar een regentijd, ook wel de moesson genoemd. 
Onze winter
Onze winter staat de zon recht boven de steenbokkeerkring, op 23,5 zuiderbreedte. De ITCZ beweegt met de zon mee. Hierdoor waait de passaat in tegengestelde richting, van de evenaar af. Wanneer de gedraaide passaat over de zee en richting het land waait ontstaat daar een regentijd, ook wel de moesson genoemd. 
ITCZ
De Intertropische convergentie zone verplaatst volgens de seizoenen. De ITCZ volgt de zon naar het zuidelijkste punt. In deze situatie staat de zon op de steenbokskeerkring. De zuidoost passaat draait nu en wordt de noordwest moesson. Hij waait nu van de evenaar af, waardoor er in het deel van Indonesie, wat ten zuiden van de evenaar ligt een regenseizoen heerst.
Regenseizoen
Droogseizoen
Droogseizoen
Regenseizoen

Slide 26 - Tekstslide

Plaats de juiste omschrijving bij de juiste locatie
Evenaar
30 graden noorder- & zuiderbreedte
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
Neerslag
Zonnig
Bewolkt
Droog

Slide 27 - Sleepvraag

Zijn de volgende omschrijvingen juist of onjuist?
Juist
Onjuist
Over een jaar krijgt de evenaar het meeste energie van de zon
Het lagedrukgebied beweegt met de instraling van de zon mee
In juli is het vlak ten noorden van de evenaar droog

Slide 28 - Sleepvraag

Hier is er het hele jaar door sprake van neerslag
Hier regent het vooral in juli heel veel
Hier regent het vooral in januari heel veel

Slide 29 - Sleepvraag

Veel instraling 
rond de evenaar



Altijd op de 
vaste plek?

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Maken Paragraaf 2 opdracht 2,3,4

Slide 32 - Tekstslide

Veel instraling van de zon 
--> lagedrukgebied rond
de evenaar (tropisch minimum)

Heet ook wel ITCZ

Slide 33 - Tekstslide

Intertropische convergentiezone

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Verandering windrichting

Slide 36 - Tekstslide

Nat of droog?
En waarom?
Aanlandige- of aflandige wind?

Slide 37 - Tekstslide

Nat of droog?
En waarom?
Aanlandige- of aflandige wind?

Slide 38 - Tekstslide

De wet van Buys Ballot

Slide 39 - Tekstslide

De wet van Buys Ballot
De afwijking heet 
het corioliseffect

Slide 40 - Tekstslide

Moesson
De regentijd in India


    

Slide 41 - Tekstslide

Wat zie je?

Slide 42 - Tekstslide

Overstromingen / Aardverschuivingen

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

India heeft droge winters en natte zomers. Dat komt door de moesson. Wat is deze moesson?
A
Een storm vanuit de Himalaya
B
Een hittegolf
C
Een vochtige zeewind in de zomer vanaf de Indische oceaan
D
Een orkaan met veel onweer en neerslag

Slide 45 - Quizvraag

Maken paragraaf 2 opdracht 4,5,6,7

Slide 46 - Tekstslide

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
(2) de oorzaken en gevolgen van de droge en natte tijd in India
      beschrijven;




Slide 47 - Tekstslide