Slavenhandel

Geschiedenis 
Periode 4
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis 
Periode 4

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Programma periode 4
Les 1 Slavenhandel
Les 2 Reformatie
Les 3 Gouden eeuw hoofdstuk 6
Les 4 Pruiken en revoluties en Napoleon 
Les 5 Industriële revolutie
Les 6 Wereldoorlogen 
Les 7 Wereldoorlogen 
Les 8 Toets

Slide 3 - Tekstslide

In welk jaar werd de VOC opgericht?
A
1599
B
1602
C
1650
D
1802

Slide 4 - Quizvraag

Wat verhandelde de VOC
A
Slaven
B
Specerijen
C
Hout en graan
D
Suiker

Slide 5 - Quizvraag

VOC en WIC
Het VOC handelde in Azië
WIC handelde in het westen-> Amerika

Slide 6 - Tekstslide

Waar denk je aan bij slavenhandel?

Slide 7 - Open vraag

Driehoekshandel

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slavenmarkt
Slaven werden op marken verkocht
Vervolgens gebrandmerkt (in het gezicht) en vervoerd naar de plantage
Daar gedwongen aan werk gezet

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Behandeling van slaven
  • Heftige lijfstraffen bij “ongehoorzaamheid”
  • Zweepslagen, muilkorven, levend begraven

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Afbeelding uit het boek van Stedman

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wat betekent het woord Marrons
A
Bos 'negers'
B
Gevlucht vee
C
Gevluchte slaaf

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Afschaffing
Abolitionisme -> streven voor afschaffing van de slavernij
Groot Brittannië verbood slavernij in 1833
Frankrijk schafte slavernij in 1848 af
1 juli 1863 slavernij verboden in Nederland
Elk jaar gevierd op 1 juli. Keti koti= gebroken keten

Slide 19 - Tekstslide

Aandeel Nederland in slavernij

Slide 20 - Tekstslide

Waar staan de letters WIC voor?
A
West-Indische Compagnie
B
Westers Ingestelde Compagnie
C
West-Iconische Compagnie
D
Welvaart-Indische Compagnie

Slide 21 - Quizvraag

Waarmee kopen de Nederlanders slaven? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
wapens, textiel en drank
B
Kruiden en kralen
C
Drank en specerijen
D
Goud en zilver

Slide 22 - Quizvraag

Waarom zou een slavenhandelaar het erg vinden dat één van de slaven sterft?
A
Dat vindt hij helemaal niet erg
B
Dan kan hij deze niet meer verkopen
C
Hij leeft erg mee met de slaven
D
Dan moet het weer opgeruimd worden

Slide 23 - Quizvraag

Voor hoeveel procent van de totale slavenhandel is Nederland verantwoordelijk?
A
5%
B
25%
C
55%
D
80%

Slide 24 - Quizvraag

Meer weten
Netflix: Django Unchained
Pathe: Hoe duur was de suiker
Pathe/Prime: 12 years of slave


Slide 25 - Tekstslide

volgende keer
Hoe het geloof in Nederland veranderde..

Slide 26 - Tekstslide