Stamtijd 16-10-2023

Plannen en organiseren
stamtijd 17-10-2023
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Plannen en organiseren
stamtijd 17-10-2023

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik jij wel eens
een planning of een agenda?
A
Ja
B
Nee
C
Ik schrijf mijn plannen ergens anders op
D
Het lukt me alles te onthouden!

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn volgens
jou belangrijke
'agendapunten'?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manier
plan jij nu dingen?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waar gebruik je een 'agenda' voor en waarvoor niet?
wel!
Niet!
Verjaardag vriend(in)
Weekend
Ontbijten
Een toets
Een presentatie
Boodschappen
Shoppen
Gamen met vrienden

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Over 8 dagen heb je een
belangrijke toets!
Wat is je reactie!
A
Ik maak nu een planning en begin vanavond GELIJK!
B
Oei... ik maak een planning en begin morgen of overmorgen
C
In het weekend ga ik eens een kijkje nemen
D
.... 8 dagen... das over een eeuwigheid!!!!

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Morgen is de toets!
(zo voel ik me meestal)
A
Ik heb uitgebreid gepland en ben supergoed voorbereid
B
Ik had misschien iets beter kunnen leren maar die voldoende komt goed
C
Oef... was ik maar eerder begonnen... hopen dat het goed komt
D
MORGEN EEN TOETS!!?!?!?!

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er nodig om dingen gedaan te kunnen krijgen?

  • Inschatten hoe lang iets duurt
  • Vooruitkijken
  • Overzicht hebben op de situatie
  • Ordenen en volgorde aanbrengen
  • Prioriteiten stellen

Slide 8 - Tekstslide

Inschatten hoe lang iets duurt (tijdsbesef): Iets plannen begint met het gevoel van tijd. Oftewel aanvoelen hoe lang iets gaat duren. Jongeren die snel afgeleid zijn hebben moeite met het inschatten van de tijd. Door ervaring zal dit steeds beter lukken.

Vooruitkijken:
 Als je nadenkt over dingen die je gaat doen is dit altijd in de toekomst. Misschien de verre toekomst of de nabije.

Overzicht hebben op de situatie: Voor een efficiënte planning is het nodig dat je de situatie kunt overzien. Dat je ook in staat bent rekening te houden met veranderingen. Overzicht hebben op de situatie zorgt voor grip of controle.

Mensen die weinig overzicht hebben of weinig grip, voelen zich vaak overspoeld. 

Ordenen en volgorde aanbrengen: Om te bepalen hoe je iets doet is het belangrijk dat je in staat bent om alle relevante informatie in je hoofd te ordenen en daar een bepaalde volgorde in aan te brengen. Om een doel te bereiken moet je in je hoofd de stappen uitdenken en jezelf de vraag stellen: 
Wat heb ik allemaal nodig om dat straks te kunnen doen? 
Als je een sportwedstrijd hebt moet je bijv. nadenken wat heb ik vooraf, tijdens en na de wedstrijd allemaal nodig om in te pakken in mijn tas. 

Prioriteiten stellen: Om dingen gedaan te kunnen krijgen is het belangrijk dat je prioriteiten stelt, dat je bepaald wat je wil gaan doen. Dat is niet makkelijk omdat er aspecten als tijdsdruk en verschillende belangen in je leven spelen. Je zult daarom dingen tegen elkaar moeten afwegen. 

Prioriteitenmatrix

Slide 9 - Tekstslide

Een handig hulpmiddel voor het stellen van prioriteiten is de prioriteitenmatrix van Eisenhower. Deze oud president van Amerika deelde zijn taken in op basis van vier mogelijkheden. 
-Belangrijk en dringend
-Belangrijk en niet dringend
-Niet belangrijk en dringend
-Niet belangrijk en niet dringend

Belangrijk en dringend: Dingen die meteen moeten gebeuren. (bijv. deadline)

Belangrijk en niet dringend: Dingen die belangrijk zijn maar nog even kunnen wachten (bijv. opruimen) 

Niet belangrijk en dringend: Dingen die je aandacht vragen maar voor jou niet belangrijk zijn. (bijv. onverwacht telefoontje). 

Niet belangrijk en niet dringend: Dingen die doorgaans leuk zijn, maar niet bijdragen aan het realiseren van je doel (bijv. social media). 
Meer structuur orde en rust
  • Bouw routines in
  • Spullen op vaste plekken
  • Planning visueel maken
  • Vast moment de week doornemen
  • Tijd voor jezelf inplannen
  • Even terugtrekken gedurende de dag
  • Durf nee te zeggen

Slide 10 - Tekstslide

Bouw routines in: ons brein houdt ervan om dingen op dezelfde manier te doen. Hierdoor worden activiteiten en gebeurtenissen voorspelbaar en dat geeft het gevoel van grip en controle. 

Vaste plekken voor spullen

Hang een whiteboard op en noteer alle belangrijke afspraken zodat het ook visueel is.

Maak een vast moment in de week tijd vrij om te bekijken wat er de komende week allemaal op het programma staat. Wat moet je bijv regelen?

Plan een dagje voor jezelf. Blokkeer je agenda ruim van tevoren en probeer die dag ook echt vrij te houden voor jezelf. Ga iets doen waar je energie van krijgt. 

Zoek momenten in de dag waarop je je even een paar minuten terugtrekt. Ons brein heeft rustmomenten nodig.

Durf nee te zeggen. Hierdoor blijf je energie en aandacht geven aan de dingen die voor jou belangrijk zijn. 
Hoe stel je nu de juiste prioriteiten?
1. Schrijf alles op wat je gedaan wilt hebben. Maak een lijstje en zet alles onder elkaar. 
2. Stel jezelf bij elke to-do 2 vragen
     1) Heb ik er iets aan (belangrijk of niet belangrijk)
     2) Moet het nú of kan het nog even wachten (dringend of niet dringend)
3. Verdeel de to do's over de 4 kwadranten.
4. Maak een planning. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning maken 
1. Begin met de taken die een hoge prioriteit hebben.
2. Maak een planning (met deadlines!) voor de taken met een matige prioriteit.
3. Kijk of je taken met een lage prioriteit kunnen worden uitbesteed.
4. Schrap de taken zonder prioriteit van je lijstje. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies