Overal NaSk 1.3 meten

1.3 Meten en meetinstrumenten
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.3 Meten en meetinstrumenten

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je:
  • meetinstrumenten en eenheden noemen voor het meten van de grootheden aantal, massa, volume, lengte, tijd en temperatuur;
  • eenheden in elkaar omrekenen van de grootheden massa, volume, lengte en tijd;
  • een meetinstrument aflezen waarbij je let op schaal en meetbereik;
  • de onderdompelmethode toepassen om het volume van een voorwerp te bepalen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn Grootheden?
Een Grootheid is iets wat je kunt meten.
Bijvoorbeeld een Afstand:

Slide 3 - Tekstslide

Welke Grootheden ken je al?

Slide 4 - Woordweb

Voorbeelden van Grootheden:

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn eenheden?
Een eenheid is de mate waarin je een grootheid meet.
Een eenheid staat altijd achter het getal en hoort bij een bepaalde grootheid.

VB: De Afstand van Wijk bij Duurstede  naar Vianen is   28  Kilometer.
(hier is '' afstand de grootheid en  "kilometer"  de eenheid)

Slide 6 - Tekstslide

Grootheid
Eenheid
kilogram
T
Massa
centimeter
kubieke meter
Oppervlakte

Slide 7 - Sleepvraag

Meetinstrumenten 
°

Slide 8 - Tekstslide

Meetbereik en schaaldeel

De waarden die je met een meetinstrument kunt meten, noem je het meetbereik van het meetinstrument.
Een schaaldeel is de waarde tussen twee streepjes op de schaalverdeling.

Meetbereik:
 
Schaaldeel: 
°50°300
°5

Slide 9 - Tekstslide

Onderdompelmethode
Om het volume van een
voorwerp te meten 
gebruik je de 
onderdompelmethode.

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten maken
Wat: Opdracht 23 t/m 25 en 27 t/m 32
Hoe: Op fluistertoon overleggen met je buurman/vrouw
Hulp: Buurman/vrouw of docent
Tijd: 


Klaar?: Nakijken 
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

1.3 Meten deel 2
Introductieopdracht:
Maak tweetallen en zoek zoveel mogelijke opdrachten in de GR en schrijf je antwoorden op. Je mag een rekenmachine gebruiken.
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Système International (SI)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten maken
Wat: Opdracht 26 + werkblad
Hoe: Op fluistertoon overleggen met je buurman/vrouw
Hulp: Buurman/vrouw of docent
Tijd: 


Klaar?: Nakijken 
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide