In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
H11 Transport
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het slagvolume?
Slide 3 - Open vraag
Een hartslag duurt 0.6 seconden. Bereken de hartslagfrequentie
Slide 4 - Open vraag
Welke hartfase hoort bij welke piek in het ECG? P piek:.................................................... QRS piek:.............................................. T piek:.....................................................
Slide 5 - Open vraag
Iemand krijgt een hartstilstand. Hoe kan dit behandeld worden?
A
Dotteren
B
Bypass operatie
C
reanimeren
D
gezonder eten
Slide 6 - Quizvraag
Het samentrekken van de boezems wordt aangestuurd door:
A
de hersenstam
B
de sinusknoop
C
de kleine hersenen
D
de AV-knoop
Slide 7 - Quizvraag
Wat stroomt er door de linker kant van je hart?
A
Zuurstofrijk bloed
B
Zuurstofarm bloed
Slide 8 - Quizvraag
Welke kleppen zijn gesloten bij het samentrekken (systole) van de hartkamers?
A
slagaderkleppen
B
hartkleppen
Slide 9 - Quizvraag
kenmerken slagaders
Slide 10 - Woordweb
kenmerken haarvaten
Slide 11 - Woordweb
Welke gewervelde dieren hebben een dubbele bloedsomloop: vissen; vogels; zoogdieren; reptielen; amfibieën?
Slide 12 - Open vraag
Wat is de functie van de kleine bloedsomloop?
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Wat is de bovendruk?
A
snelheid/kracht waarmee bloed door slagader gepompt wordt tijdens samentrekken linkerkamer
B
snelheid/kracht waarmee bloed door slagader gepompt wordt tijdens samentrekken rechterkamer
C
snelheid/kracht waarmee bloed door slagader gepompt wordt tijdens ontspannen linkerkamer
D
snelheid/kracht waarmee bloed door slagader gepompt wordt tijdens ontspannen rechterkamer
Slide 15 - Quizvraag
In welk type bloedvat is een grootste schommeling van de bloeddruk?
A
haarvat
B
ader
C
slagader
Slide 16 - Quizvraag
Door welke twee kenmerken van aders stroomt het bloed in je benen terug naar je hart?
Slide 17 - Open vraag
Wat is het verband tussen de stroomsnelheid van het bloed en de gezamenlijke diameter van de bloedvaten?
Slide 18 - Tekstslide
Wat is geen kenmerk van een rode bloedcel?
A
hebben geen celkern
B
kunnen door de wand van een bloedvat
C
bevatten hemoglobine
D
bevatten ijzer
Slide 19 - Quizvraag
Welk molecuul in een rode bloedcel bindt aan zuurstof?
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Wat zal er gebeuren als je een mutatie hebt in een stollingsfactor?
Slide 23 - Open vraag
Leg uit wat het hormoon EPO voor invloed heeft op je lichamelijke prestaties.
Slide 24 - Open vraag
Welke moleculen veroorzaken de colloïd osmotische waarde?