Laatste uitleg hfd (max 10 min) Lessonup inloggen oefentoets!
Aan de slag + controle tot 11:00
Samenvatting hfd 5 uitdelen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Deze les;
Laatste uitleg hfd (max 10 min) Lessonup inloggen oefentoets!
Aan de slag + controle tot 11:00
Samenvatting hfd 5 uitdelen
Slide 1 - Tekstslide
Vasthouden..
-De politie mag een verdachte voor verhoor 6 uur vasthouden.
- De uren tussen 0:00 en 9:00 smorgens tellen niet mee....
- toestemming van Officier v Justitie nodig om tweemaal drie dagen langer vast te houden. Dit noem je: inverzekeringstelling.
Slide 2 - Tekstslide
Huis van bewaring
- als de Officier v Justitie een verdachte langer dan 6 dagen wil vasthouden moet de rechter-commmissaris van de rechtbank dit goedkeuren. Dan gaat de voorlopige hechtenis in.
Dan wordt de verdachte naar een Huis van bewaring gebracht. Max. 14 dagen.
Slide 3 - Tekstslide
Even rekenen....
6 uur voor verhoor...
met toestemming tweemaal drie dagen verlengen = 6 dagen
in huis van bewaring.. maximaal 14 dagen...
met toestemming 3 keer 30 dagen extra = 90 dagen
110 dagen en 6 uur... zolang kan een verdachte vastzitten tot uiteindelijk een rechtszaak begint!
Slide 4 - Tekstslide
Als je één blikje cola steelt:
A
bega je een overtreding
B
pleeg je een misdrijf.
C
ben je asociaal.
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een misdrijf?
A
Wildplassen.
B
Op de fiets zonder licht in het donker fietsen.
C
Zonder te betalen in de tram zitten.
D
Een krat bier uit de supermarkt stelen.
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een overtreding?
A
Iemand een klap geven.
B
Een schuurtje openbreken.
C
Doorlopen waar een bord “verboden toegang” staat.
D
Een fiets stelen.
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een goede omschrijving van criminaliteit?
A
Alle misdrijven die in de wet staan.
B
Asociaal gedrag.
C
Alle overtredingen die in de wet staan.
D
Strafbare feiten die minder erg zijn
Slide 8 - Quizvraag
2. Als je een strafblad krijgt, wordt je rijbewijs ingenomen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
In een strafblad staan de straffen die je voor een misdrijf kunt krijgen. Deze uitspraak is:
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
In het wetboek staan regels over asociaal gedrag. Deze uitspraak is:
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Zijn de uitspraken juist of onjuist? Iemand die een misdrijf begaat: 1. is een crimineel. 2. krijgt een strafblad.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.
Slide 12 - Quizvraag
Als de politie je ……………………, moet je mee naar het politiebureau. Wat is weggelaten in deze zin?
A
herkent.
B
huis doorzoekt.
C
arresteert.
D
fouilleert.
Slide 13 - Quizvraag
Als de politie denkt dat je iets strafbaars hebt gedaan, ben je een crimineel
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Je bent een verdachte als de politie denkt dat je iets strafbaars hebt gedaan. Deze uitspraak is:
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Zijn de uitspraken juist of onjuist? 1. De officier van justitie bepaalt of een verdachte schuldig is.
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Is winkeldiefstal een overtreding of een misdrijf?
Hema
Slide 17 - Open vraag
Gaat het hier om asociaal gedrag, strafbaar gedrag of beide? Leg je antwoord uit
Klik
Slide 18 - Open vraag
Je krijgt een strafblad als je ……………… Welke woorden zijn weggelaten?
A
wordt aangehouden
B
een misdrijf begaat.
C
een overtreding begaat.
D
een bekeuring krijgt.
Slide 19 - Quizvraag
Nu maken van 5.2:
Opgaven 12, 13, en 14.
Om 10:55 controleer ik bij IEDEREEN of je het af hebt!!
Niets/weinig af = blijven vanmiddag
naam op bord met X = blijven vanmiddag
Slide 20 - Tekstslide
Antwoorden bespreken opgaven 12 13 14
Slide 21 - Tekstslide
Maandag 28 september (volgende week) toets van hoofdstuk 1 t/m 5.
Donderdag gaan we in de les een proeftoets maken!! Be there:)