Vragers en aanbieders H1 vervolg

Hoofdstuk 1
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt met de beschikbare gegevens de vergelijkingen opstellen van de totale opbrengsten, totale kosten en totale winst.
  • Je kunt met behulp van de vergelijkingen TO, TK en TW diverse berekeningen uitvoeren,
  •  Je kent de begrippen break-even afzet, break-even omzet en break-even punt
  • Je kent de begrippen GTK, GVK en GCK en kunt er mee rekenen. 


Slide 2 - Tekstslide

opbrengst, kosten en winst

TO = p x q
TK = gvk x q + tck
TO - TK = TW
TO = TK

Slide 3 - Tekstslide

TO = p x q
Ik verkoop hamburgers voor € 2 per stuk en ik denk er 
3000 stuks te verkopen.
TO= 2q
Mijn totale opbrengsten (omzet) zal zijn
€ 2  x 3000 = € 6000 
TO = 6000      p = 2     q = 3000

Slide 4 - Tekstslide

TK = gvk x q + TCK
Totale Kosten = gemiddelde variabele kosten x afzet 
+ Totale Constante Kosten

Zo'n hamburger kost mij € 1,50 om te maken. Naast de inkoop heb ik, onafhankelijk van hoeveel hamburgers ik maak, nog
€ 2000 aan constante kosten (vaste kosten). 
TK= 1,5q + 2000

Slide 5 - Tekstslide

TO- TK = TW (TV)
Ik verkoop 3000 hamburgers. Mijn winst is dan;
  • TO= 2q -> € 2 x 3000= € 6000 omzet 
  • TK= 1,5q+2000 dus 
  • € 1,5 x 3000 + € 2000 = € 6500 totale kosten
  • OEPS!
  • Ik maak verlies.... 
  • € 6000 - € 6500= - € 500 (oftewel TV)

Slide 6 - Tekstslide

TO = TK (berekening BEA)
Vanaf welke q maak ik dan wel winst?
TO = TK; 2q = 1,5q + 2000 (balansmethode!)
0,5q= 2000
q = 4000
check; (2x4000) - (1,5x4000 + 2000) = 0
Vanaf 4000 hamburgers maak ik pas winst! 
die q van 4000 noemen we de break-even afzet (BEA)

Slide 7 - Tekstslide

p= 90 
bea= 1875 stuks
beo= 1875 x 90= € 168.750
Hoeveel euro zijn de totale constante kosten?

Ik kan niet meer dan 2400 stuks produceren (max prod cap) wat is daarbij m'n winst? (gvk = 50)
Waarom start m'n TVK-lijn vanuit de oorsprong? 

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel euro zijn de totale constante kosten?
TCK= € 75.000 
Ik kan niet meer dan 2400 stuks produceren (max prod cap) wat is daarbij m'n winst?
TO - TK = TW
(2400x90) - (50x2400+75000)
= € 21.000  winst 
Waarom start mn TVK-lijn vanuit de oorsprong? 
variabele kosten € 0 bij q nul

Slide 9 - Tekstslide

Gemiddelden
GCK = Gemiddelde Constante Kosten = TCK / afzet (q)
GVK = Gemiddelde Variabele Kosten = TVK / afzet (q)
GTK = Gemiddelde Totale Kosten = TK / afzet (q) = GCK + GVK

GO = Gemiddelde Opbrengst = TO / afzet (q) = p

Slide 10 - Tekstslide

Gemiddelde Totale Kosten (GTK)

Slide 11 - Tekstslide

Belangrijkste berekeningen
  1. Totale Opbrengst                         TO = p x q
  2. Totale Kosten                                 TK = TCK + TVK
  3. Totale Winst                                    TW = TO - TK
  4. Break-Even Afzet                          q bij TO = TK (en bij GO = GTK!)

Slide 12 - Tekstslide

Opgave 1
Van taxibedrijf 'Safe op de weg' is voor 2022 bekend: TO = 2,25q en TK = 0,75q + 90.000
a. Hoe hoog zijn de Variabele Kosten (VK) per km?
  • € 0,75
b. Hoe hoog zijn de Totale Constante Kosten (TCK)?
  • € 90.000
c. Hoe hoog is de verkoopprijs (p) per kilometer?
  • € 2,25
d. Hoe hoog is de Break-EvenAfzet (BEA)?
  • TO = TK → 2,25q = 0,75q + 90.000 → 1,5q = 90.000 → q = 90.000 / 1,5 → q = 60.000 km
e. Hoe hoog is de Totale Winst (TW) bij 200.000 betaalde kilometers?
  • TW = TO - TK → TW = 2,25 x 200.000 - 0,75 x 200.000 + 90.000 → TW = € 210.000 

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag met
Opdracht 1.7 t/m 1.10
Heb je dit af voordat we de opdrachten bespreken, dan ga je aan de slag met WIMS.
WIMS-opdrachten moeten uiterlijk 3 november af zijn. 

timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Bespreken
Opdracht 1.7 t/m 1.10

Slide 15 - Tekstslide