In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Ademhalingsstelsel
"What oxygen is to the lungs, such is hope
to the meaning of life"
- Emil Brunner
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de Latijnse naam van het ademhalingsstelsel?
A
Tr. Circulatorius
B
Tr. Asmaticus
C
Tr. Respiratorius
D
Tr. Inspiratorius
Slide 2 - Quizvraag
Fysiologische ademhaling
Zuurstof uit de longlucht opnemen in het bloed
Zuurstof in de cellen opnemen om energie vrij te maken. Hier ontstaat CO2.
Koolstofdioxide uit het bloed aan de longlucht afgeven
Slide 3 - Tekstslide
Ventileren
Het verversen van de long lucht. Zuurstof in en Koolstofdioxide uit.
Dit is in de fysiologie GEEN ademhaling
Ademhaling
Uitwendige ademhaling: De bloedsomloop neemt Zuurstof op uit de longlucht en geeft Koolstofdioxide af aan de long lucht..
middels ventilatie blaast het lichaam de "oude" lucht naar buiten en haalt het "verse" lucht weer naar binnen
Ademhaling
Inwendige ademhaling: De bloedsomloop geeft Zuurstof aan de cellen en neemt Koolstofdioxide op uit de cellen
middels de bloedsomloop wordt de Koolstofdioxide naar de longen vervoert voor de uitwendige ademhaling
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Middels welk (passief) proces verplaatst zuurstof en koolstofdioxide zich van longen naar bloed?
A
Bloeddruk
B
Osmose
C
Diffusie
D
Colloid Osmotische Druk
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Oropharynx
Pharynx
Larynx
Alveoili
Bronchioli
Bronchien
Trachea
Nasopharynx
Slide 9 - Sleepvraag
Wat zijn de voordelen van Neusademhaling
Slide 10 - Woordweb
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Ventraal
Dorsaal
Adamsappel
Beschermend kraakbeen (punt van schild(klier) kraakbeen) hier achter zitten de stembanden. De stembanden van mannen zijn langer waardoor de "adamsappel" verder naar voren komt
Kraakbeen
Hoefijzer vormige kraakbeen ringen houden de luchtpijp open en laten aan de dorsale zijde ruimte voor de slokdarm
Trachea
Ongeveer 11 cm lang
Ventraal van slokdarm
Trilhaar epitheel
Splitsing TH 4 / TH 5
Splitsing
Links naar twee longkwabben
Rechts naar drie longkwabben
Slide 13 - Tekstslide
Inademing = actief
Het middenrif wordt afgeplat
Uitwendige tussenrib spieren trekken samen
Hulpademhalingsspieren actief
Uitademing = passief
Zwaartekracht
Middenrif ontspant
Elasticiteit longen
Uitwendige en inwendige tussenrib spieren ontspannen
Slide 14 - Tekstslide
Longvlies & Borstvlies
Inspiratie & Expiratie
Long vliezen
Pleurabalden
Pleura visceralis --> vergroeid met de longen
Pleura parietalis --> Vergroeid met borstwand en diafragma
Hier tussen bevindt zich vocht waardoor er een cohesie kracht ontstaat
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Diffusie
Ventilatie
Perfusie
Gevuld met 400 miljoen alveoli
Totaal oppervlakte 150 m2
Adem oppervlakte 90 m2
Slide 17 - Tekstslide
Gaswisseling
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
00:33
Hoe noemen we het middenrif nog meer?
A
Scaleni
B
Diafragma
C
Respiratorius
D
Sternocleidomastoideus
Slide 20 - Quizvraag
01:48
Hoe heet het proces waarbij gassen door de haarvaten heen gaan
Slide 21 - Open vraag
Willekeurige regeling
Hersenschors
Dit is gedragsgebonden ademhaling: Spreken-zingen-blazen, etc.
Zonder bewuste beinvloeding neemt het onwillekeurige centrum de ademhaling over.
Onwillekeurige regeling
Ademcentrum
Hersenstam
Ademreflex gaat buiten de wil om
Slide 22 - Tekstslide
Beinvloeding ademcentrum
Centrale chemosensoren in het verlengde merg reageren op een verandering van CO2 --> De eerste ademprikkel: Stijging van CO2 leidt tot een versnelling en een daling tot een vertraging van de ademhaling.
Perifere chemosensoren liggen in de halsslagaders en de aortaboog en regeren juist op het O2 gehalte --> De tweede ademprikkel.
Onder sommige omstandigheden kan het zuurstof gehalte zo erg dalen dat de perifere (nummer 2) sensoren de ademhaling gaan bepalen.
Onder normale omstandigheden haal je dus adem omdat je te veel CO2 hebt en niet te weinig O2
Slide 23 - Tekstslide
Dode Ruimten
Anatomische dode ruimte
Alveolaire dode ruimte
Fysiologische dode ruimte
Slide 24 - Tekstslide
Long top
Long basis
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Welke dode ruimte kan veranderen?
Slide 27 - Open vraag
AV
Ademvolume: De hoeveelheid lucht die de longen in en uitgaat. In rust is dit ongeveer 500 ml
IRV
Inspiratoir Reserve Volume: Hoeveelheid lucht die na normale inademing nog extra kan worden ingeademd. 2 tot 4 liter
ERV
Experitoir Reserve Volume: Hoeveelheid lucht die na een normale uitademhaling nog extra uitgeademd kan worden. 1 tot 2 liter
VC
Vitale Capaciteit:
VC = AV + IRV + ERV
VC=AV+IRV+ERV
Residu
Hoeveelheid lucht die na een maximale uitademing nog in de longen achterblijft. Ongeveer 1,2 liter
Totaal
2,5 L
0,5 L
1,5 L
1,5 L
6,0 L
4,5 L
Slide 28 - Tekstslide
IRV
ERV
VC
RV
AV
TL
Slide 29 - Sleepvraag
Alveolaire ventilatie
Formule:
Alveolaire ventilatie
Elke ademtuig moet de anatomische dode ruimte over bruggen
Hoe hoger de ademfrequentie (Af) hoe lager de Alveoliare ventilatie
AMV=Af⋅Av
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Wat is het effect van een snorkel op de alveolaire ventilatie?