2.9 De gesteentekringloop + 2.10 Systeem aarde

Deze week
Vandaag
  • Bespreken actualiteit
2.9 De gesteentekringloop
  • Uitleg
  • Aan de slag
  • Nakijken / leerdoelen check
  • 'Into the Wild' verder kijken

Woensdag
2.10 Systeem aarde
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Deze week
Vandaag
  • Bespreken actualiteit
2.9 De gesteentekringloop
  • Uitleg
  • Aan de slag
  • Nakijken / leerdoelen check
  • 'Into the Wild' verder kijken

Woensdag
2.10 Systeem aarde

Slide 1 - Tekstslide

In het nieuws
Nakijken:
Paragraaf 2.7 (pagina 45) opgave 3, 4 en 5
Hoofdvraag 2.7 (pagina 47)




Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kent de drie groepen gesteenten met de bekendste twee voorbeelden uit iedere groep.
  • Je begrijpt hoe stollingsgesteenten, sedimentgesteenten en metamorfe gesteenten ontstaan.
  • Je begrijpt hoe de gesteentekringloop werkt als gevolg van de inwerking van endogene en -exogene processen.
  • Je kunt de ontstaanswijze van gesteenten bepalen aan de hand van de kenmerken van het gesteente.

Slide 3 - Tekstslide




Volgen klassikale uitleg

Aan de slag met opdracht 1, 2, 5 en 6 van paragraaf 2.9 op p. 51 en 52



Lezen paragraaf 2.9

Aan de slag met opdracht 1, 2, 5 en 6 van paragraaf 2.9 op p. 51 en 52

Uitleg geven over 2.9
De keuze is reuze

Slide 4 - Tekstslide

Gesteente kringloop

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Dieptegesteente
- Graniet
- Intrusies
- Langzame stolling
- Verschillende mineralen duidelijk zichtbaar
Uitvloeiingsgesteente
- Basalt
- Ontstaat uit lava
- Snelle stolling

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Klei -> Schalie -> Leisteen
Metamorfose van sedimentgesteente.

Slide 9 - Tekstslide

Welk gesteente ontstaat op welke plek?
Uitvloeiingsgesteente
Dieptegesteente
Metamorf gesteente
Sedimentgesteente

Slide 10 - Tekstslide

Welk gesteente ontstaat op welke plek?
Uitvloeiingsgesteente - D
Dieptegesteente - C
Metamorf gesteente - A
Sedimentgesteente - B

Slide 11 - Tekstslide

Waar vinden de volgende kringlopen plaats?
- Van magma tot basalt tot magma.
- Van gebergte tot sediment tot gebergte.

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Aan de slag met opdracht 1, 2, 5 en 6 van paragraaf 2.9 op p. 51 en 52.

Klaar? Maak de hoofdvragen van 2.9 op p. 54.

Slide 13 - Tekstslide

Nakijken
Opdracht 1, 2, 5 en 6 van paragraaf 2.9 op p. 51 en 52.

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kent de drie groepen gesteenten met de bekendste twee voorbeelden uit iedere groep.
  • Je begrijpt hoe stollingsgesteenten, sedimentgesteenten en metamorfe gesteenten ontstaan.
  • Je begrijpt hoe de gesteentekringloop werkt als gevolg van de inwerking van endogene en -exogene processen.
  • Je kunt de ontstaanswijze van gesteenten bepalen aan de hand van de kenmerken van het gesteente.

Slide 15 - Tekstslide

Vandaag
Maandag
2.9 De gesteentekringloop

Vandaag
  • Bespreken actualiteit
2.10 Systeem aarde
  • Uitleg
  • Aan de slag
  • Nakijken / leerdoelen check
  • 'Into the Wild' verder kijken

Slide 16 - Tekstslide

In het nieuws
Nakijken:
Paragraaf 2.7 (pagina 45) opgave 3, 4 en 5
Hoofdvraag 2.7 (pagina 47)




Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je begrijpt de directe en indirecte invloed van de hydrologische kringloop op de gesteentekringloop.
  • Je begrijpt hoe de koolstofkringloop werkt en welke gevolgen deze heeft voor de aarde.

Slide 18 - Tekstslide




Volgen klassikale uitleg

Aan de slag met opdracht 1, 2, 4 en 5 van paragraaf 2.10 op p. 53 en 54



Lezen paragraaf 2.10

Aan de slag met opdracht 1, 2, 4 en 5 van paragraaf 2.10 op p. 53 en 54

Uitleg geven over 2.10
De keuze is reuze

Slide 19 - Tekstslide

Niet hogere, maar diepere sferen

Slide 20 - Tekstslide

Er zijn verschillende kringlopen op aarde zoals de waterkringloop en
de gesteentekringloop. Deze lijken allemaal ‘doelloos’ in een kringetje te
draaien.

Maar hoe zit dat met de koolstofkringloop?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

A. Oceaan neemt CO₂ op
B. Vorming van veenlagen
C. Fotosynthese
D. Algen en schelpdieren sedimenteren
E. Kalk verdwijnt naar mantel door subductie
F. Vulkanisme

Slide 23 - Tekstslide

4 - A. Oceaan neemt CO₂ op
2 - B. Vorming van veenlagen
1 - C. Fotosynthese
5 - D. Algen en schelpdieren sedimenteren
6 - E. Kalk verdwijnt naar mantel door subductie
3 - F. Vulkanisme

Slide 24 - Tekstslide

De concentratie CO₂ in de atmosfeer is in de loop van de geologische geschiedenis sterk gestegen/gedaald.

Slide 25 - Tekstslide

De concentratie CO₂ in de atmosfeer is in de loop van de geologische geschiedenis sterk gedaald.

Conclusie: het broeikaseffect is in de geologische geschiedenis sterk afgenomen.

Kwartair: 0,035% CO2
Precambrium: >90% CO2


Slide 26 - Tekstslide

Waar is alle koolstof uit de verdwenen CO₂ gebleven?

Slide 27 - Tekstslide

Waar is alle koolstof uit de verdwenen CO₂ gebleven?

Bij de vorming van kalksteen en steenkool zijn grote hoeveelheden koolstof opgeslagen in de lithosfeer.

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag
Aan de slag met opdracht 1, 2, 4 en 5 van paragraaf 2.10 op p. 53 en 54

Klaar? Maak de hoofdvragen van 2.10 op p. 55.

Slide 29 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je begrijpt de directe en indirecte invloed van de hydrologische kringloop op de gesteentekringloop.
  • Je begrijpt hoe de koolstofkringloop werkt en welke gevolgen deze heeft voor de aarde.

Slide 30 - Tekstslide