2.2 Steeds meer mensen

2.2 Steeds meer mensen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

2.2 Steeds meer mensen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Als je klaar bent met deze paragraaf:
• ken je de oorzaken van bevolkingsgroei;
• begrijp je waarom mensen migreren;
• kun je een bevolkingsgrafiek tekenen en ‘lezen’ en de
    bevolkingsgroei van een land uitrekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Bevolkingsgroei
Natuurlijk
+
sociaal

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Bevolkingsgrafiek
  • Inwoners land kun je indelen in leeftijdsgroepen: leeftijdsopbouw
  • De leeftijdsopbouw van een land kun je in één oogopslag zien in een bevolkingsgrafiek

Slide 5 - Tekstslide

https://www.populationpyramid.net/uganda/2023/

Bevolkingsdiagrammen

Slide 6 - Tekstslide

Wat zie je hier?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Verschil emigrant en immigrant

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hoe reken ik het geboortecijfer van een land uit?
Het geboortecijfer is het aantal kinderen dat per 1.000 inwoners in een gebied in één jaar wordt geboren. Als je weet hoeveel mensen er in een land wonen en hoeveel kinderen er in een jaar zijn geboren dan kun je het geboortecijfer van dat land als volgt berekenen:
geboortecijfer =  aantal geboorten
                                    aantal inwoners x 1.000

Het geboortecijfer wordt uitgedrukt in promille (‰). Promille betekent letterlijk ‘per duizend’.
Vergelijk het met procent (%) dat letterlijk ‘per honderd’ betekent.



Slide 12 - Tekstslide

Hoe reken ik het sterftecijfer van een land uit?

 Het sterftecijfer is het aantal sterfgevallen per 1.000 inwoners in een gebied in één jaar. Het sterftecijfer kun je op de volgende manier berekenen:

sterftecijfer = aantal sterfgevallen
                              aantal inwoners x 1.000

Net als het geboortecijfer wordt het sterftecijfer uitgedrukt in promille (‰)

Slide 13 - Tekstslide

Migranten

Berekening= aantal emigranten  x 1000
               aantal inwoners

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Migratie is verhuizen naar een andere plaats.

Een emigrant verlaat zijn land.

Een immigrant vestigt in een nieuw land

Slide 16 - Tekstslide

4 redenen om te migreren:
  1. Economisch: werk, welvaart.
  2. Politiek: Veiligheid, geloofsovertuiging, seksualiteit, oorlog.
  3. Ecologisch: Natuurlijke omstandigheden, klimaat.
  4. Sociaal: Recht op gezin: gezinshereniging, gezinsvorming. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wat zijn redenen om te migreren?

Slide 19 - Open vraag

Neem over!
Reden:
Pushfactor:
Pullfactor:
Naam:
.
.
.
.
.
.
.
.

Slide 20 - Tekstslide

Pushfactor is een reden om ergens weg te willen.

Pullfactor is een reden om ergens heen te willen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Een immigrant is ook een emigrant
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Noem 4 redenen om te migreren.

Slide 25 - Open vraag

Sociale bevolkingsgroei = immigranten - emigranten

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide