07-06-2024 H2A gram prendre herhalen + werkblad

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel


Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in je tas



Bonjour à tous!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel


Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in je tas



Bonjour à tous!

Slide 1 - Tekstslide

Dinsdag 25 juni
Proefwerk EFGH chapitre 6
- Voca E + F → p. 79
- Phrases-clés G → p. 80
- Grammaire H → p. 81
- Werkwoord avoir, être, aller → p.156/157
- Werkwoorden op -er → p.155
- Lezen wordt ook getoetst

Slide 2 - Tekstslide

Aujourd'hui
- Réviser la grammaire
- Au travail!

Slide 3 - Tekstslide

Grammaire à la page 74
Lis la grammaire en silence

Slide 4 - Tekstslide

Prendre -> présent
Je prends
Tu prends
Il/elle/on prend 
Nous prenons
Vous prenez
Ils/elles prennent

Slide 5 - Tekstslide

Le verbe prendre - présent (tt)
Je prends
Tu prends
Il/elle/on prend 
Nous prenons
Vous prenez
Ils/elles prennent
Je apprends
Tu apprends
Il/elle/on apprend 
Nous apprenons
Vous apprenez
Ils/elles apprennent
Je comprends
Tu comprends
Il/elle/on comprend 
Nous comprenons
Vous comprenez
Ils/elles comprennent
Prendre
Apprendre
Comprendre

Slide 6 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in van het werkwoord 'prendre' in de présent (tt)
Vous ________ une glace.
A
prend
B
prenez
C
prenons
D
prends

Slide 7 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van het werkwoord 'comprendre' in de présent
Elle ________ le cours?
A
comprends
B
comprenons
C
comprenez
D
comprend

Slide 8 - Quizvraag

Prendre -> passé composé
J'ai pris
Tu as pris
Il/elle/on a pris
Nous avons pris
Vous avez pris
Ils/elles ont pris
De pc bestaat altijd uit 2 delen -> avoir + een voltooid deelwoord

Slide 9 - Tekstslide

Le verbe prendre - passé composé (vt)
J'ai pris
Tu as pris
 Il/elle/on a pris
Nous avons pris
Vous avez pris
Ils/elles ont pris
J'ai appris
Tu as appris
 Il/elle/on a appris 
Nous avons appris
Vous avez appris
Ils/elles ont appris
J'ai compris
Tu as compris
 Il/elle/on a compris
Nous avons compris
Vous avez compris
Ils/elles ont compris
Prendre
Apprendre
Comprendre
De pc bestaat altijd uit 2 delen: een hulpwerkwoord + een voltooid deelwoord

Slide 10 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in van het werkwoord 'prendre' in de pc
Nous _____ ______ un bonbon.
A
avons pris
B
avez pris
C
a pris
D
avons compris

Slide 11 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van het werkwoord 'apprendre' in de pc
Ils _____ ______ la grammaire?
A
allez appris
B
sont appris
C
ont appris
D
avons pris

Slide 12 - Quizvraag

Stappenplan
Kijk of de opdracht gaat over de présent of de passé composé

Présent:
1. Bedenk het rijtje van 'prendre'
2. Moet je apprendre of comprendre gebruiken? -> zet dan ap óf com ervoor

Passé composé:
2. ALTIJD TWEE DINGEN OPSCHRIJVEN (avoir + voltooid deelwoord)
-> vorm van avoir + pris/appris/compris

Slide 13 - Tekstslide

Au travail!
Maak het werkblad

Klaar? -> Ga leren voor het proefwerk
- Voca E + F → p. 79
- Phrases-clés G → p. 80
- Grammaire H → p. 81
- Werkwoord avoir, être, aller → p.156/157
- Werkwoorden op -er → p.155

Slide 14 - Tekstslide