Les 23 - 1.8 Leestekens

1.4 Zakelijke mail - deel 2
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.4 Zakelijke mail - deel 2

Slide 1 - Tekstslide

WELKOM
Denk aan:
Telefoon op stil in de telefoontas
Laptop, lesboek en pen op tafel

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je weet wanneer je leestekens en aanhalingstekens gebruikt

Slide 3 - Tekstslide

Leestekens
  • Punt - aan het einde gewone zin 
  • Vraagteken - aan het einde vraagzin
  • Uitroepteken - na uitroep of een bevel
  • Komma
  • Aanhalingstekens

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer plaats je een komma?
A
Tussen twee persoonsvormen
B
Tussen de onderdelen van een opsomming
C
Voor een voegwoord
D
zowel A, B als C

Slide 7 - Quizvraag

Waar hoort de komma?
A
Als je Eva ziet, doe haar dan de groeten.
B
Als je Eva, ziet, doe haar dan de groeten.
C
Als je Eva ziet doe haar, dan de groeten
D
Als je Eva ziet doe, haar dan de groeten

Slide 8 - Quizvraag

Een komma zet je voor 'en' en 'of'.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Waar moet de komma?
A
Ik rijd hard want ik heb haast.
B
Ik rijd hard, want ik heb haast.
C
Ik rijd hard want, ik heb haast.
D
Ik, rij hard want ik, heb haast.

Slide 10 - Quizvraag

Aanhalingstekens of niet?
Joep zei dat hij moe was
A
Geen aanhalingstekens
B
Wel aanhalingstekens

Slide 11 - Quizvraag

In welke zin staan de dubbele punt en aanhalingstekens goed?
A
'Bij de ijscokraam kun je nu asperge-ijs kopen, zei Ellen.'
B
'Bij die ijscokraam kun je nu asperge-ijs kopen,': zei Ellen.
C
Ellen zei 'bij die ijscokraam kun je nu asperge-ijs kopen.''
D
Ellen zei: 'Bij die ijscokraam kun je nu asperge-ijs kopen.'

Slide 12 - Quizvraag

Aan de slag - online
timer
7:00
H. 1.8. - opdracht 6, 7 en 8  (= blz. 57)
Eerste zeven minuten - werk je in stilte!
Daarna is zacht overleg goed.
Na zeven minuten mag je ook vragen stellen.

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je weet wanneer je leestekens en aanhalingstekens gebruikt
Woensdag 1 november 
5e uur - oefenen mail schrijven

Slide 14 - Tekstslide