herhaling klas 1

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Le programme
Les devoirs: getallen en dagen van de week
Aujourd'hui: Herhaling en werkwoorden avoir en être


Doelen: Je kent de getallen en de dagen van de week 
               Je kent avoir en être 

Slide 2 - Tekstslide

wat heb je ook alweer geleerd?

Slide 3 - Tekstslide

wat heb je geleerd met Frans vorig schooljaar?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

noteer 1,2,3,4 in het Frans

Slide 7 - Open vraag

noteer 5,6,7,8 in het Frans

Slide 8 - Open vraag

noteer 9,10,11,12 in het Frans

Slide 9 - Open vraag

noteer 13,14,15,16 in het Frans

Slide 10 - Open vraag

noteer 17 tm 20 in het Frans

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

comment tu t' appelles?
(geef antwoord in het Frans)

Slide 13 - Open vraag

quel âge as-tu?
(geef antwoord in het Frans)

Slide 14 - Open vraag

tu habites où?
(geef antwoord in het Frans)

Slide 15 - Open vraag

Les jours de la semaine
dagen van de week!

Slide 16 - Tekstslide

vertaal:
Maandag

Slide 17 - Open vraag

vertaal:
Dinsdag

Slide 18 - Open vraag

vertaal:
Woensdag

Slide 19 - Open vraag

vertaal:
Donderdag

Slide 20 - Open vraag

vertaal:
Vrijdag

Slide 21 - Open vraag

vertaal:
Zaterdag

Slide 22 - Open vraag

vertaal:
Zondag

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Video

wat betekent être ook alweer?

Slide 25 - Open vraag

3

Slide 26 - Video

00:04
wat komt na:
je suis?

Slide 27 - Open vraag

00:11
wat komt er na
il elle on est?

Slide 28 - Open vraag

00:16
wat komt er na vous êtes?

Slide 29 - Open vraag

etre
=
 zijn




Sleep de juiste vorm van aller naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
es
sont
est
etes
sommes
suis

Slide 30 - Sleepvraag

Slide 31 - Video

vertaal: Ik heb

Slide 32 - Open vraag

vertaal :jullie hebben

Slide 33 - Open vraag

vertaal: hij heeft

Slide 34 - Open vraag

was deze les leerzaam?

Slide 35 - Open vraag

noteer op een blaadje de rijtjes van:

être (zijn) + NL betekenis
Avoir(hebben) + NL betekenis

Slide 36 - Tekstslide

Fin du cours
Doelen: dagen van de week - getallen - avoir - être

Les devoirs: faire les exercices de 'on y va'

Slide 37 - Tekstslide


Au revoir !

Slide 38 - Tekstslide