A1 Unité 3 Regelmatige ww. op -ER

A1 Regelmatige ww. op ER
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

A1 Regelmatige ww. op ER

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoorden
Onregelmatige werkwoorden         Regelmatige werkwoorden
Veranderen van vorm                              Er is een regel

- être    = zijn                                                - (bijna) alle ww op -er
- avoir  = hebben                                       (habiter, regarder, chercher,                                                                             aimer, etc.) 


Slide 2 - Tekstslide

t.t. (présent) van regelmatige ww op -er
Hoe vervoeg ik werkwoorden op -er?
1.  Pak het hele werkwoord                            BV: regarder

2. Haal -er van het werkwoord af,
de stam blijft over                                             BV: regard

3. Plak de goede uitgang erachter

Slide 3 - Tekstslide

Uitgangen van regelmatige ww op -er
je                   regarde            = ik kijk 
tu                  regardes          = jij kijkt
il/elle/on    regarde            = hij/zij/men kijkt
nous            regardons       = wij kijken
vous             regardez         = jullie kijken/ u kijkt
ils/elles       regardent       = zij kijken

Slide 4 - Tekstslide

Manger
je mange = ik kijk
tu manges = jij kijkt
il/elle/on mange = hij/zij/men kijkt
nous mangeons = wij kijken
vous mangez = jullie kijken/ u kijkt
ils/elles mangent = zij kijken


Slide 5 - Tekstslide

Welke vorm is goed?
Nous (travailler)
A
travaille
B
travailles
C
travaillent
D
travaillons

Slide 6 - Quizvraag

Welke vorm is goed?
Marie (danser)
A
dansez
B
danses
C
danse
D
dansons

Slide 7 - Quizvraag

Welke vorm is goed?
Vous (manger)
A
mangez
B
manges
C
mange
D
mangeons

Slide 8 - Quizvraag

Vervoeg het werkwoord, schrijf de juiste vorm op.
Tu (écouter) de la musique?

Slide 9 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord, schrijf de juiste vorm op.
Pierre et Sophie (chercher) les livres

Slide 10 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord, schrijf de juiste vorm op.
nous (manger) les pommes.

Slide 11 - Open vraag