H2.1 Sparen of beleggen (les 1)

Vandaag

  • Leg je boek (+schrift) klaar. Pen/potlood. 

  • GEEN TASSEN OF ANDERE SPULLEN OP TAFEL.

timer
1:30
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag

  • Leg je boek (+schrift) klaar. Pen/potlood. 

  • GEEN TASSEN OF ANDERE SPULLEN OP TAFEL.

timer
1:30

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

Economie toets bespreken
Herkansing
H2

Slide 2 - Tekstslide

Stappenplan eco vragen
  • Wat word er van je gevraagd?
  • Welke formule/theorie heb ik hiervoor nodig? 

  • Schrijf een volledige omschrijving/berekening op.( Alles wat je op je rekenmachine intypt schrijf je ook op!
  • Schrijf je antwoord op.

Slide 3 - Tekstslide

Nieuwe spelregel huiswerk
  • Schrift/boek/rekenmachine 
  • Aantekeningen
  • Huiswerk

Vanaf volgende week maandag!

Slide 4 - Tekstslide

H2 Omgaan met geld


Wat kan je met je geld doen?
Heb je altijd genoeg geld?
Hoe bewaar jij je geld?

Slide 5 - Tekstslide

H2.1 Sparen of beleggen?

Slide 6 - Tekstslide

Wat is sparen?

Slide 7 - Tekstslide

Wat is sparen?
Niet uitgeven, maar (een deel van) je geld bewaren.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is beleggen?

Slide 9 - Tekstslide

Wat is beleggen?
Investeren van geld in bijvoorbeeld aandelen of obligaties met het doel hieraan te verdienen. De opbrengst is onzeker.

Slide 10 - Tekstslide

Spaarmotieven
Wat zijn dit?

Slide 11 - Tekstslide

Spaarmotieven
Schrijf mee!

Slide 12 - Tekstslide

Spaarmotieven
  1. Sparen voor een doel: je wilt iets kopen wat duur is en hebt daar nog niet genoeg geld voor.

Slide 13 - Tekstslide

Spaarmotieven
  1. Sparen voor een doel: je wilt iets kopen wat duur is en hebt daar nog niet genoeg geld voor.
  2. Sparen uit voorzorg: je wilt geld achter de hand hebben voor onverwachte gebeurtenissen.

Slide 14 - Tekstslide

Spaarmotieven
  1. Sparen voor een doel: je wilt iets kopen wat duur is en hebt daar nog niet genoeg geld voor.
  2. Sparen uit voorzorg: je wilt geld achter de hand hebben voor onverwachte gebeurtenissen.
  3. Sparen voor rente: je spaargeld levert extra inkomsten op.

Slide 15 - Tekstslide

Spaarmotieven
  1. Sparen voor een doel: je wilt iets kopen wat duur is en hebt daar nog niet genoeg geld voor.
  2. Sparen uit voorzorg: je wilt geld achter de hand hebben voor onverwachte gebeurtenissen.
  3. Sparen voor rente: je spaargeld levert extra inkomsten op.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is rente?


Steek je hand op!

Slide 17 - Tekstslide

Wat is rente?


Vergoeding voor het sparen of lenen van geld.


Schrijf op in je schrift!

Slide 18 - Tekstslide


Hoe verdienen banken hun geld?



Steek je hand op!

Slide 19 - Tekstslide

Hoe verdienen banken hun geld?



Geven leningen aan gezinnen of bedrijven met jouw spaargeld!



Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!
blz 36 + 37
opdrachten 1 + 2 + 3

Huiswerk voor maandag 2e uur.
timer
6:00

Slide 21 - Tekstslide