Coördinatoren les 2



Instaptoets moet af zijn vóor 5 maart
Werkwoordspelling

Engelse werkwoorden

woordenschat





1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les



Instaptoets moet af zijn vóor 5 maart
Werkwoordspelling

Engelse werkwoorden

woordenschat





Slide 1 - Tekstslide

leren door middel van quizvragen
mobiel en lesson-app

Slide 2 - Tekstslide

Vin.. jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?
A
Vindt
B
Vind

Slide 3 - Quizvraag

werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.

Slide 4 - Quizvraag

Het is regelmatig ..... dat een student flauwviel achter zijn laptop.
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt

Slide 5 - Quizvraag

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 6 - Quizvraag

Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 7 - Quizvraag

WERKWOORDSPELLING

Slide 8 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden die we in het Nederlands gebruiken, vervoeg je alsof het Nederlandse werkwoorden zijn. 

Saven - savede - gesaved
Delete - deletete - gedeletet
Maar:
Googelen - googelde - gegoogeld - 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
even testen
mobiel en lesson-app

Slide 11 - Tekstslide

Sinds Corona .... hij altijd met zijn opa.
A
facetimt
B
facetimet
C
facetimed
D
feestimt

Slide 12 - Quizvraag

Jij ... veel van die programma's op je laptop.
A
delete
B
delet
C
deletet
D
deleet

Slide 13 - Quizvraag

Zij (facebooken) regelmatig
A
facebooked
B
facebooket
C
facebookt
D
facebookd

Slide 14 - Quizvraag

Mijn vader deleten (v.t.)
A
delete
B
delet
C
deletete
D
deleten

Slide 15 - Quizvraag

Bo .... (skippen) het artikel.
(verleden tijd)
A
skipte
B
skipde
C
skipt
D
skipd

Slide 16 - Quizvraag

23. Gisteren heeft hij dit nog …… (e-mailen).
A
ge-e-maild
B
geemaild
C
ge-emailed
D
gemaild

Slide 17 - Quizvraag

Vroeger ..... (faxen) we veel, maar tegenwoordig ....(e-mailen) we meer
A
faxten, e-mailen
B
faxten, e-mailten
C
faxden, e-mailden
D
faxden, e-mailen

Slide 18 - Quizvraag

woordenschat

Slide 19 - Tekstslide

Mijn vader ligt al jaren krom voor de (lening)..... van zijn huis
timer
0:30

Slide 20 - Open vraag

De directeur wil graag een secretaresse die (netjes).... kan werken
timer
0:30

Slide 21 - Open vraag

De jongen probeerde het knappe meisje te (indruk maken op)...
timer
1:00

Slide 22 - Open vraag

maken studiemeter
werkwoordsspelling
Engelse werkwoorden

Slide 23 - Tekstslide