Feit, mening, argument, Hoofdstuk 4, les 2

Welkom/ Socialiseren
Mobiel in je tas of in je jas.
Laptop dicht.











timer
5:00
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom/ Socialiseren
Mobiel in je tas of in je jas.
Laptop dicht.











timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

- feit, mening, argument van Hoofdstuk 4

- filmpje lezen H4 

- quizvragen

- aan het werk met H4

- vragen - ??? - 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je weet wat feiten en meningen zijn
  • je kan van beide een voorbeeld geven. 
  • je kan in een tekst feiten en meningen herkennen. 

Slide 3 - Tekstslide

Theorie 
Feiten: een feit kun je controleren.
Meningen: een mening is iets wat iemand vindt.
Argument: reden waarom je een bepaalde mening hebt

Slide 4 - Tekstslide

Feit of mening?
Elke M&M wordt bedrukt met een kleine letter 'm'
A
Feit
B
Mening

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video


Feit/mening
Noem één feit en één 
mening over katten:

Slide 7 - Open vraag


Feit/mening/argument:
Noem één feit, één mening en één argument over honden

Slide 8 - Open vraag


Feit/mening/argument:
Noem één feit, één mening en één argument over kippen

Slide 9 - Open vraag

wat is een argument?
A
een argument is bewijsbaar
B
een argument is een reden waarom jij iets vindt

Slide 10 - Quizvraag

'Ik kon mij totaal niet inleven in Isabel, ze deed telkens zo gek.'
Dit is een...
A
feit
B
feit + argument
C
mening + argument
D
mening

Slide 11 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij vreemde ideeën heeft.
A
argument
B
Mening
C
feit

Slide 12 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 13 - Quizvraag

Aan welke woorden herken je een mening?
A
ik doe
B
ik vind
C
ik neem
D
ik geef

Slide 14 - Quizvraag

Aan welke woorden herken je een argument?
A
daarom , namelijk
B
de, het, een
C
geen, waarom
D
reden/verklaring

Slide 15 - Quizvraag

aan het werk
1. LEZEN - hoofdstuk 4 -  blz. 126
Alle opdrachten afmaken t/m 7 +  eventueel extra 


timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide