H8 straling her haling 8.3 les 8.4 + 8.5

Hoofdstuk 8, Straling
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8, Straling

Slide 1 - Tekstslide

Straling die moleculen kapot kan maken noem je....

Slide 2 - Open vraag

Samenvattend 8.1
  • Soorten straling: licht straling, Uv straling, IR stralling, rontgenstraling en Microgolven.
  • Allen komen van een bron vandaan
  • Alleen lichtstraling kan je zien
  • Straling wordt weerkaatst, geabsorbeerd of doorgelaten
  • 2 effecten van straling: de energie geeft warmte af Of ioniserend effect

Slide 3 - Tekstslide

Samenvattend 8.2
  • Radio actief: uitzenden ioniserende straling
  • Kunstmatig of natuurlijk
  • Instabiele (radioactief) Kern, Atoomkern kan spontaan veranderen waardoor radioactief straling vrijkomt dit heet radioactief verval
  • Stabiele kernen (niet radioactief). Atoomkern veranderd niet spontaan
  • Iedere stof heeft een halveringstijd. De tijd waarop de helft van de stof verdwijnt.
  • Grafiek daarvan moet je af kunnen lezen.

Slide 4 - Tekstslide

Radioactiviteit

Slide 5 - Tekstslide

Radioactiviteit
Onder radio-activiteit verstaan we het proces waarin een stof (de bron) onstabiel is en via een toevalsproces 'spontaan' overgaat in een andere vorm, onder uitzending van één of meer stralingsdeeltjes. Deze uitgezonden straling zelf is NIET radio-actief, maar kan WEL schade aanrichten bij de ontvanger door de energie die het met zich meedraagt. 
Wanneer je een radio-actieve bron op of in je lichaam hebt, ben je besmet.
Wanneer je wordt getroffen door de straling van een bron, heet dat bestraald.

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
Eind van de les weet/ken je:
- 3 soorten stralingen
- De verschillen en kenmerken van iedere straling
- Toepassing van stralingen
- Gevaren van straling
- Bescherming tegen straling
- Maatregelen bij besmetting


Slide 7 - Tekstslide

8.3 Stralling gebruiken
Alfastraling
Betastraling
Gammastraling
Doordringend vermogen

Slide 8 - Tekstslide

Soorten straling
De ioniserende straling lopen van minder sterk naar sterk:
Alfa straling
Beta straling
Gamma straling

Slide 9 - Tekstslide

Dracht van straling

Het ene soort straling heeft een veel groter doordringend vermogen dan de andere:

- Alfastraling

- Betastraling

- Gammastraling

Slide 10 - Tekstslide

Dracht 
Hoe ver de straling in een stof kan doordringen (doordringend vermogen)
Alfa komt niet ver, gamma komt verder

Slide 11 - Tekstslide

Gammastraling

Alfastraling
Betastraling
Groot doordringend vermogen
Klein doordringend vermogen
Bijna geen doordringend vermogen
 α,
β
γ

Slide 12 - Sleepvraag

Met welk materiaal kan je jezelf beschermen tegen gammastraling?

Slide 13 - Open vraag

Van welke straling is de dracht het verst?
A
Gamma
B
Alfa
C
Beta

Slide 14 - Quizvraag

Van welke straling is de dracht het kortst?
A
Gamma
B
Alfa
C
Beta

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

8.4 Bescherming tegen straling
Gevaren van straling
Beschermen tegen straling
Maatregelen bij bestraling

Slide 17 - Tekstslide

Besmetting
Radioactieve stof OP of IN je lichaam

Slide 18 - Tekstslide

Bestraling
Als de STRALING je raakt

Slide 19 - Tekstslide

Gevaren van straling
Hoge dosis straling oplopen is direct zeer gevaarlijk.
Lage dosis straling oplopen, kans dat je later ziek wordt groter.

Gamma straling is meest schadelijk (tast inwendig veel aan)

Van binnenuit is alles straling gevaarlijk, directe blootstelling.

Slide 20 - Tekstslide

Beschermen tegen straling
De cellen van je lichaam moeten beschermd worden tegen straling. 

Voor UV straling kun je simpelweg een zonnebrand gebruiken, maar sterkere straling heeft een betere bescherming nodig. Röntgenstraling wordt tegengehouden door lood bijvoorbeeld.  

Slide 21 - Tekstslide

beschermen tegen straling
Om je lichaam te kunnen beschermen tegen straling kun je 3 dingen doen:
1.) afstand: blijf zo ver mogelijk van de bron van straling weg
2.) tijd: zorg dat je zo kort mogelijk in de buurt bent van een bron van straling
3.) bescherming: bescherm je lichaam door afschermmaterialen (absorberen van straling): loodschort, mondkapje etc)

Slide 22 - Tekstslide

Met dit ben je MINDER goed beschermd tegen straling
A
Meer aftand
B
Minder Tijd
C
Meer tijd
D
Meer afschermmateriaal

Slide 23 - Quizvraag

Bescherming inwendige bestraling

 Besmetting via; lucht, water, voedsel

Beschermen via; jas, schoenen, stoffen in bepaalde ruimtes gebruiken, handen wassen, niet morsen, veel controleren!

Slide 24 - Tekstslide

Bescherming uitwendige bestraling
Ioniserende straling
- Uv-straling
- Röngenstraling
- Gammastraling

Afschermmaterialen!

Slide 25 - Tekstslide

Acties bij besmetting
  • Direct kleding uittrekken en gaan douchen
  • Besmette kleding zorgvuldig opbergen
  • Besmette ruimte moet worden schoongemaakt (ontsmetten

Alles om radioactieve stoffen uit de buurt van mensen te houden.

Slide 26 - Tekstslide

Schadelijkste straling
Schadelijkste besmetting

Alfa

Bèta
Gamma

Slide 27 - Sleepvraag

Straling gebruiken
Straling kun je ook in je voordeel gebruiken. Bijvoorbeeld in het ziekenhuis om bepaalde ziekten te behandelen of bepaalde processen in het lichaam zichtbaar te maken.

Slide 28 - Tekstslide

Tracer
Radioactieve merkstof die cellen zichtbaar maakt

Slide 29 - Tekstslide

Medisch onderzoek
1. een tracer wordt in je lichaam gespoten
2. de tracer verspreidt zich door je lichaam en komt aan bij het orgaan dat onderzocht moet worden
3. de gammastraling die de tracer uitzendt komt je lichaam uit en kan met een camera geregistreerd worden

Slide 30 - Tekstslide

Hoe werkt het?
Tracer in lichaam.

Een tracer laat zien waar het probleem zit.

Slide 31 - Tekstslide

Een radioactieve merkstof die ingespoten of ingenomen kan worden is een ...

Slide 32 - Open vraag

Bestraling
Inwendige bestraling --> 
Van binnen uit je lichaam

Uitwendige bestraling -->
Van buiten je lichaam

Slide 33 - Tekstslide

Inwendige bestraling
Radioactieve stof in het lichaam brengen (chemo)
Patient wordt tijdelijk radioactief! 
Stoffen met korte halveringstijd!

Slide 34 - Tekstslide

Uitwendige bestraling
Bijv. om kanker te bestrijden
Gamma straling
Alleen daar bestralen waar nodig; de rest van weefsels beschermen!
Niet radioactief na de behandeling

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide