Herhaling hoofdstuk 1 en 2

Herhaling
Proefwerk hoofdstuk 1 & 2
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling
Proefwerk hoofdstuk 1 & 2

Slide 1 - Tekstslide

1800-1900
1900-1950

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
Hoofdstuk 1:
- De Industriële Revolutie en de opkomst van emancipatiebewegingen.
- Het modern imperialisme.
Hoofdstuk 2:
- Het ontstaan van een parlementair stelsel en de toename van de volksinvloed.
- De Industriële Revolutie en de opkomst van emancipatiebewegingen.
- De politiek-maatschappelijke stromingen nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme. 

Slide 3 - Tekstslide

Maar eerst...
Wat willen jullie zelf herhalen? Welke vragen heb je nog?

Slide 4 - Tekstslide

1.2
Nederland als koloniale mogendheid

Slide 5 - Tekstslide

Wat was het cultuurstelsel ook alweer?

Slide 6 - Tekstslide

Hoe werkt het cultuurstelsel? (1)

  • Javaanse boeren moeten 1/5 deel van hun land verbouwen met voor de Nederlanders interessante producten: koffie, thee en indigo (cultures)

  • Javaanse boeren krijgen hiervoor plantloon

Slide 7 - Tekstslide

Hoe werkt het cultuurstelsel? (2)

  • Javaanse boeren moeten 66 dagen werken voor de Nederlanders (herendiensten), bijvoorbeeld wegen, kanalen en spoorwegen aanleggen

  • De Javaanse vorsten (Regenten) krijgen cultuurprocenten. Hoe meer hun boeren leveren, hoe meer cultuurprocenten.

Slide 8 - Tekstslide

Gevolgen voor Nederland
  • Indië is binnen paar jaar weer winstgeven voor Nederland: het batig slot

  • Infrastructuur (wegen, kanalen en spoorwegen) in Nederland  zijn vrijwel geheel betaald door deze winsten

Slide 9 - Tekstslide

Negatieve gevolgen voor Java
  • Uitbuiting door eigen Javaanse vorsten (regenten)

  • Vaak meer dan 66 dagen herendiensten

  • Plantloon is laag

Slide 10 - Tekstslide

Negatieve gevolgen voor Java

  • Beste land moest voor het cultuurstelsel worden gebruikt

  • Hongersnoden

Slide 11 - Tekstslide

Wat was de Agrarische Wet?
A
Een wet uit 1870 waardoor ondernemers plantages konden starten in Nederlands-Indië.
B
Een wet uit 1870 waardoor Javaanse boeren 1,5 deel van hun land moesten afstaan.
C
Een wet uit 1830 waardoor ondernemers plantages konden starten in Nederlands-Indië.
D
Een wet uit 1870 dat ervoor moest zorgen dat Nederlands-Indië weer winstgevend wet.

Slide 12 - Quizvraag

Leg uit wat Ethische Politiek inhield.

Slide 13 - Open vraag

Wat is Modern Imperialisme?

Slide 14 - Open vraag

Herhaling politieke stromingen

Slide 15 - Tekstslide

Politieke stromingen
  1. Liberalen
  2. Confessionelen 
    Protestanten & Katholieken
  3. Socialisten

Slide 16 - Tekstslide

Liberalen
  • Rijke burgers, eerste politici
  • Thorbecke
  • Politieke partij: Liberale Unie.
  • Overheid moet zich zo min mogelijk met het land bemoeien, alleen zorgen voor veiligheid. Zeker niet met de economie.

Slide 17 - Tekstslide

Confessionelen
  • Twee stromingen: Katholieken en protestanten.
  • Beleid moet zijn volgens christelijke leer.
  • Beiden willen dat overheid ook bijzondere scholen (christelijke scholen) betaald.
  • Beiden zijn tegen socialisten en revolutie.

Slide 18 - Tekstslide

Protestanten
  • Eerste politieke partij van Nederland: ARP (1879).
  • Abraham Kuyper, 
  • Stemmers: "Kleine Luyden": arbeiders die hard werkten: winkeliers, schoolmeesters, boeren.
  • Kuyper wil dat zijn achterban mag stemmen.  

Slide 19 - Tekstslide

Katholieken
  • RKSP & KVP
  • Herman Schaepman
  • Achtergestelde groep (alleen veel katholieken in het Zuiden). Willen zelfde rechten als protestanten.

Slide 20 - Tekstslide

Socialisten
  • SDAP
  • Pieter Jelles Troelstra
  • Opkomen voor fabrieksarbeiders.
  • Gelijkheid

Slide 21 - Tekstslide

Grondrechten

Slide 22 - Tekstslide

Klassieke grondrechten
  • Om het volk tegen de overheid te beschermen zijn er klassieke grondrechten bedacht:
  1. Vrijheid van Godsdienst
  2. Vrijheid van meningsuiting
  3. Vrijheid van drukpers (mogen schrijven wat je wil)
  • Thorbecke voegde  1848 er een aantal aan toe:
  1. Vrijheid van vereniging & vergadering
  2. vrijheid van onderwijs

Slide 23 - Tekstslide

Oefentoets!
Hoofdstuk 2
Opdracht 1,  3, 6, 8, 11 en 15

Slide 24 - Tekstslide