Logistiek: Opslagmethoden

1 / 57
volgende
Slide 1: Tekstslide
LogistiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Les: Opslagmethoden en Locatiebeheer
- Kan op basis van de fysieke eigenschappen van de goederen bepalen op welke locatie de goederen opgeslagen moeten worden.
- Kan de abc-analyse toepassen.
- Kent de verschillen tussen handmatig en geautomatiseerd opslaan.
- Kent het principe van de volgende opslagmethode, fifo, lifo, fefo.

Slide 2 - Tekstslide

Opslagklaar maken
Opslagklaar maken:
  • sorteren: op soort, prioriteit of houdbaarheidsdatum
  • ompakken: goederen opnieuw verpakken
  • labelen: goederen voorzien van een sticker, of etiket met code of productinformatie

Slide 3 - Tekstslide

Opslaglocaties 
Elke opslaglocatie heeft een unieke locatiecode.

manieren van opslaan:
  • op de vloer
  • op vlonder of pallet:
  • in stelling


Slide 4 - Tekstslide

Artikeleigenschappen

De manier van opslaan hangt voor een groot deel af van?

Slide 5 - Open vraag

Artikeleigenschappen

De manier van opslaan hangt voor een groot deel af van:
  • afmeting
  • gewicht
  • aantal
  • aard
  • omzetsnelheid.

Slide 6 - Tekstslide

Opslagsystemen

artikelcodesysteem: 
  • op volgorde van artikelcode

Slide 7 - Tekstslide

Opslagsystemen

groepssysteem:
  • goederen die bij elkaar horen


Slide 8 - Tekstslide

Opslagsystemen

projectsysteem:
  • goederen per project



Slide 9 - Tekstslide

Opslagsystemen

sectiesysteem:
  •  indeling in afdelingen




Slide 10 - Tekstslide

Welk opslagsysteem gebruiken ze bij jullie?

Slide 11 - Open vraag

Opslagcondities


Sommige goederen hebben speciale opslagcondities.

Gevaarlijke stoffen:
  • strenge regels voor de opslag van gevaarlijke stoffen vanwege:
  • verhoogd risico op brand en ontploffing
  • schadelijk voor de gezondheid
  • schadelijk voor het milieu
  • opslag in speciaal ingerichte opslagplaatsen
  • voorkomen van lekkage
  • verbod om sommige stoffen samen op te slaan
  • vergunning vereist



Slide 12 - Tekstslide

Opslagcondities


Sommige goederen hebben speciale opslagcondities.

bederfelijke goederen:  
  • gesloten koelketen bij gekoelde producten
  • opslag in geconditioneerde ruimten waarin de omstandigheden zijn aangepast aan de eisen van het product




Slide 13 - Tekstslide

Wat is een opslagsysteem?

Slide 14 - Open vraag

Wat betekent FIFO?
En leg uit hoe het werkt!

Slide 15 - Open vraag

Wat betekent LIFO?
En leg uit hoe het werkt!

Slide 16 - Open vraag

Wat is statisch orderverzamelen?

Slide 17 - Open vraag

Wat is dynamisch orderverzamelen?

Slide 18 - Open vraag

Wat is een paternoster?
A
palletstelling
B
grote hoge uitgavekast
C
verticaal opslagsysteem
D
soort boekenkast voor kleine onderdelen

Slide 19 - Quizvraag

Is een paternoster FIFO - LIFO of beiden
A
FIFO
B
LIFO
C
beide
D
geen van beide

Slide 20 - Quizvraag

Is een paternoster dynamisch of statisch orderverzamelen?
A
dynamisch orderverzamelen
B
statisch orderverzamelen
C
beide
D
geen van beide

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een palletstelling
A
Een grote kast
B
Opslagsysteem voor dozen en bakken
C
Paternoster
D
Opslagsysteem voor pallets

Slide 22 - Quizvraag

Is een palletstelling FIFO, LIFO, of beide?
A
FIFO
B
LIFO
C
Beide
D
Geen idee

Slide 23 - Quizvraag

Is een palletstelling dynamisch, statisch orderpicken?
A
dynamisch
B
statisch
C
beide
D
geen idee

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een inrijstelling?
A
Een stelling dwars op de muur, met de achterzijde tegen de wand
B
De orderpicker kan er met de reachtruck inrijden om een pallet te pakken
C
een stelling waarin de goederen doorrollen
D
stelling waar je niet in kan rijden

Slide 25 - Quizvraag

Is een inrijstelling LIFO, FIFO of beide?
A
LIFO
B
FIFO
C
Beide
D
geen van beide

Slide 26 - Quizvraag

Is een inrijstelling statisch of dynamisch orderpicken?
A
statisch
B
dynamisch
C
Beide
D
geen van beide

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een doorrolstelling?
A
palletstelling die tegen elkaar staan om ruimte te besparen
B
soort open boekenkast voor kleine artikelen
C
opslagsysteem voor lange materialen
D
palletstelling met wieltjes, waardoor pallets/ producten doorrollen

Slide 28 - Quizvraag

Is een doorrolstelling FIFO, LIFO of beide?
A
FIFO
B
LIFO
C
Beide
D
geen van beide

Slide 29 - Quizvraag

Is een doorrolstelling statisch of dynamisch orderverzamelen?
A
statisch
B
dynamisch
C
beide
D
geen van beide

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een verrijdbare stelling?
A
palletstelling die tegen elkaar staan om ruimte te besparen
B
soort open boekenkast voor kleine artikelen
C
opslagsysteem voor lange materialen
D
palletstelling met wieltjes, waardoor pallets/ producten doorrollen

Slide 31 - Quizvraag

Is een verrijdbare stelling FIFO, LIFO of beide?
A
FIFO
B
LIFO
C
Beide
D
geen van beide

Slide 32 - Quizvraag

Is een verrijdbare stelling statisch, dynamisch of beide?
A
statisch
B
dynamisch
C
beide
D
geen van beide

Slide 33 - Quizvraag

Wat is een legbordstelling?
A
palletstelling die tegen elkaar staan om ruimte te besparen
B
soort open boekenkast voor kleine artikelen
C
opslagsysteem voor lange materialen
D
palletstelling met wieltjes, waardoor pallets/ producten doorrollen

Slide 34 - Quizvraag

Is een legbordstelling FIFO, LIFO of beide?
A
FIFO
B
LIFO
C
beide
D
geen van beide

Slide 35 - Quizvraag

Is een legbordstelling statisch, dynamisch orderverzamelen of beide?
A
statisch
B
dynamisch
C
beide
D
geen van beide

Slide 36 - Quizvraag


Wat bedoelen ze met "cycle counting"
A
De voorraad wordt in 1 keer geteld.
B
De voorraad wordt niet geteld.
C
De voorraad wordt in delen geteld.
D
De voorraad wordt op 1 juli geteld.

Slide 37 - Quizvraag

De ABC analyse
Bij de inrichting van het magazijn kun je gebruik maken van een ABC-analyse. Op basis van deze analyse kun je bepalen welke artikelen fast en slow movers zijn. Je kunt hier dan rekening mee houden bij de inrichting van het magazijn.

Slide 38 - Tekstslide

ABC analyse
Op basis van:
Omzet
Afzet

Slide 39 - Tekstslide

Op basis waarvan ga je analyseren?


Je kunt de analyse maken op basis van:

  • Omzet, oftewel de totale verkoopwaarde in euro's
  • Afzet, oftewel het aantal producten. 

Slide 40 - Tekstslide

Wat is voor het logistieke proces de meest voor de hand liggende manier om de ABC-analyse uit te voeren
A
Op basis van omzet (€)
B
Op basis van afzet

Slide 41 - Quizvraag

De stappen van de ABC analyse op basis van afzet:

  1. tel het totale aantal producten op
  2. reken per product het percentage uit
  3. Zet de producten op volgorde van grootte
  4. Tel de percentage bij elkaar op
  5. Bepaal de klasse; A,B of C

Slide 42 - Tekstslide

Stap 1: tel de hoeveelheden

Slide 43 - Tekstslide

Stap 2: bereken het totale aantal

Slide 44 - Tekstslide

Stap 3: bereken de percentages

Slide 45 - Tekstslide

Stap 4: Tel de percentages op. Dit noemen we cumuleren

Slide 46 - Tekstslide

Stap 5: Bepaal de klassen 

Slide 47 - Tekstslide

Welke klassen zijn er?


A: de eerste 80 %
B: tussen de 80% en 95%
C: tussen de 95% en 100%

Slide 48 - Tekstslide

Maak een ABC-analyse 
timer
10:00
Artikel
Hoeveelheden in stuks
28/0056
2.000
28/0434
1.100
28/0980
9.600
31/4506
350
31/8030
3.200
42/3007
1.500
42/5085
600
42/6056
840
42/6700
8.800
42/9704
2.400

Slide 49 - Tekstslide

antwoord 

Slide 50 - Tekstslide

De stappen van de ABC analyse op basis van omzet:

  1. Bereken de totale omzet van alle producten samen
  2. Reken per product het percentage tov het totaal uit
  3. Zet de producten op volgorde van grootte
  4. Tel de percentage bij elkaar op
  5. Bepaal de klasse; A,B of C

Slide 51 - Tekstslide

Stap 1: Bereken de totale omzet

Slide 52 - Tekstslide

Stap 2: bereken de percentages

Slide 53 - Tekstslide

Stap 3: Zet de artikelen op volgorde van grootte

Slide 54 - Tekstslide

Stap 4: Cummuleer de percentages

Slide 55 - Tekstslide

Stap 5: Bepaal de klassen

Slide 56 - Tekstslide

Maak de ABC opgave in Teams

Slide 57 - Tekstslide