zakelijke brief herhaling

zakelijke brief herhaling
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

zakelijke brief herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn voorbeelden van een zakelijke brief?
A
een briefje aan je moeder
B
een sollicitatiebrief
C
een klachtenbrief over je telefoonabonnement
D
een boodschappenlijstje

Slide 2 - Quizvraag

Bij een zakelijke brief hoort:
A
formeel taalgebruik
B
informeel taalgebruik

Slide 3 - Quizvraag

Je spreekt iemand in een zakelijke brief aan met:
A
je
B
u

Slide 4 - Quizvraag

Volgorde zakelijke brief
Eigen adres
Plaats en datum
Geadresseerde
Onderwerp/betreft
Aanhef
Inleiding
Middenstuk
Slot

Slide 5 - Sleepvraag

Welke dagtekening is juist?
A
Zwolle, 22-01-2021
B
Zwolle, 22 januari 2021
C
Zwolle, 22 jan '21
D
22 januari 2021, Zwolle

Slide 6 - Quizvraag

Wat schrijf je in je brief achter
Betreft:
A
de datum
B
de plaats
C
het onderwerp
D
de aanhef

Slide 7 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.
Wat vul je in als onderwerp voor jouw brief?
Betreft: ...................................................

Slide 8 - Open vraag

De volgorde van de zakelijke brief:
A
Inleiding, Slot, Kern
B
Kern, Slot, Inleiding
C
Inleiding, Kern, Slot

Slide 9 - Quizvraag

Hoe begin je een zakelijke brief?
A
Beste..............,
B
Geachte...............,
C
Hallo, mijn naam is...
D
Hoi......................,

Slide 10 - Quizvraag

Je hebt een vacature bij escape room 'Houdini' gezien. In de vacature staat geen contactpersoon vermeld.
Hoe ziet de aanhef van jouw brief eruit?

Slide 11 - Open vraag

Een zakelijke brief heeft een vaste opbouw. Wat schrijf je in de inleiding van een zakelijke brief?
A
Wat je van de lezer verwacht.
B
Precieze informatie.
C
De reden en het onderwerp van je brief.
D
Geen van de antwoorden is juist.

Slide 12 - Quizvraag

Schrijf een goede inleiding van 3 zinnen waarin je jezelf voorstelt (naam, leeftijd, school en klas) en waarin je aangeeft dat je graag wilt solliciteren bij de bakkerijafdeling

Slide 13 - Open vraag

Welke uitspraak over deze brief is waar.
A
De eerste zin van de brief is niet goed, want er staat 'ik'.
B
Het taalgebruik van Sander is formeel.
C
Het is goed dat Sander eerlijk zegt dat hij niet met kleine kinderen kan omgaan.
D
Sander heeft zich netjes voorgesteld.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een alinea?
A
Een stukje tekst.
B
Een tussenkopje.
C
De hele tekst.
D
Weet ik niet.

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer schrijf je hoofdletters?
A
Aan het begin van een zin.
B
Namen van bedrijven.
C
Namen van dagen.
D
Alle drie de antwoorden zijn juist.

Slide 16 - Quizvraag

Je schrijft een sollicitatiebrief aan de HEMA. In de slotalinea geef je aan wanneer je beschikbaar bent en vraag je om een reactie.
Hoe ziet jouw slotalinea eruit?

Slide 17 - Open vraag

Welke zinnen zijn goed?
A
Ik zag uw advertentie voor een vakkenvuller in de supermarkt hangen.
B
U bedrijf spreekt mij aan vanwege de locatie.
C
Ik heb u gisteren telefonisch gesproken.
D
Gisteren hebt uw mij aan de telefoon gehad.

Slide 18 - Quizvraag

Hoe eindig je een zakelijke brief?
A
Met vriendelijke groet,
B
Groetjes,
C
Tot ziens,

Slide 19 - Quizvraag

Typ hier jouw slotgroet.

Slide 20 - Open vraag