Leerjaar 1 turnen theorie les 2
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke 4 toestellen gebruiken we voor het "dames-turnen"?
A
sprong, brug gelijk, balk, vloer
B
sprong, rek, balk, vloer
C
sprong, brug, balk, vloer
D
ringen, rek, balk, vloer
Slide 2 - Quizvraag
Hoe noem je het element die draait om je "diepte-as" als een molen?
A
Arabier
B
Radslag
C
Barani
D
Overslag
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Video
Als je bij de radslag met je linkerbeen afzet dan komt je... (probeer hem in je hoofd even te doen ;) )
A
rechterhand als eerst op de grond
B
linkerhand als eerst op de grond
C
Allebei je handen komen tegelijk op de grond
D
Maakt niet uit
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen een radslag en een arabier?
A
Bij een arabier zet je met 1 voet af, bij een radslag met 2
B
Bij een radslag zet je met 1 voet af, bij een radslag met 2
C
Bij een arabier is de landing met 2 voeten tegelijk, bij de radslag voet voor voet
D
Bij een radslag is de landing met 2 voeten tegelijk, bij de arabier voet voor voet
Slide 6 - Quizvraag
Au...
Deze 93-jarige dame doet de...
Deze 93-jarige dame doet de...
A
radslag
B
split
C
squat
D
spagaat
Slide 7 - Quizvraag
0
Slide 8 - Video
Sleep de elementen naar het juiste vlakje. Is het:
Acrobatisch of gymnastisch?
GYMNASTISCH
ACROBATISCH
Rol voorover
Pirouette
Loopsprong
Kattensprong
Overslag
Handstand
spaghaat sprong
Hoeksprong op balk
Slide 9 - Sleepvraag
Slide 10 - Video
Als we het hebben over "vlucht-elementen".. Hoeveel deed Epke er totaal?
A
3
B
4
C
5
D
6
