B4 Ne - Blok 5 Taalverzorging - Over taal

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

stil lezen

B4 Nederlands

Over taal (Blok 5)

Ik kan / weet

- de betekenis van veelvoorkomende examenwoorden.

- het stappenplan moeilijke woorden toepassen.

- het woordenboek op een goede manier gebruiken.

- wat homoniemen en homofonen zijn en kan er mee oefenen.

- wat synoniemen en tegengestelden zijn.

Homoniem

Maak met elk homoniem twee zinnen. Zorg dat de verschillende betekenissen van de homoniemen uit de zinnen duidelijk worden.
    1    de blik – het blik
    2    de koper – het koper

Homofoon

Hieronder staan drie zinnen. Kies het juiste homofoon dat in de zin past.
    1    Ik ben in mijn teen gebeten door een krab / krap toen ik in zee zwom.

Homofoon

2    Alleen getrainde ruiters kunnen dit paard bereiden / berijden, het is erg wild.

Homofoon

3    Paul is dol op andere culturen, hij reist / rijst de hele wereld rond.

synoniem

Noteer twee synoniemen voor het woord huis.

synoniem

Hieronder staan drie zinnen. Noteer een synoniem voor de onderstreepte woorden.
    1    Ik heb pijn in mijn kop, ik neem paracetamol.
    2    Deze cabaretier is heel komisch, ik moet altijd erg om hem lachen.
    3    Je hoeft je niet te verbergen, ik heb je al gezien.

Tegengestelden

Hieronder staan drie woorden. Noteer het tegengestelde van elk woord.
    Kies uit: afzwakken - gevolg – mislukking - persoonlijk – volgens –       weergeven
    1    zakelijk
    2    succes
    3    benadrukken

maken (voor morgen)

blz. 173 - 174

opdr. 13 + 14

opdr. 15 + 16