Stage 3 Hoofdstuk 3

• Burgerschapsonderwijs

Praktijk en loopbaan

Stage 3

Hoofdstuk 3

Omgaan met collega's en klanten

Bedenk een positieve en een lastige eigenschap van jezelf.

Bekijk het filmpje.

• Wat zeggen ze in het filmpje over omgaan met elkaar?

Bespreek dit in de klas.

https:

Omgaan met elkaar

Bladzijde 25

Wat is een voorbeeld van goed omgaan met collega's?

1. 'Hee slome, schiet eens op!'
2. 'Ik ben klaar. Kan ik jou misschien helpen?'
3. 'Ik heb geen zin in dit rotklusje, doe jij het maar.'
4. 'Heb je die nieuwe collega gezien? Wat een sukkel.'

Maak opdracht 1 tot en met 4

Bladzijde 25 tot en met 27

Eigenschappen

Bladzijde 27

Is het een positieve of een lastige eigenschap?

Positieve eigenschap

Lastige eigenschap

Respectvol

Betrokken

Boos

Geduldig

Bazig

Brutaal

Maak opdracht 5 tot en met 9

Bladzijde 28 tot en met 30

Omgangsregels

Bladzijde 30

Welke algemene omgangsregel wordt hier niet gevolgd?

1. Niet over elkaar praten
2. Klantvriendelijk zijn
3. Elkaar helpen
4. Je professioneel gedragen

Maak opdracht 10

Bladzijde 31

Klantvriendelijk

Bladzijde 31

Bekijk het filmpje.

• Wat vind je van het filmpje?
• Ben jij net zo klantvriendelijk?
• Wat wil je nog beter doen?

Bespreek dit in de klas.

Welke eigenschappen horen bij klantvriendelijk gedrag?

Klantvriendelijk

Niet 

klantvriendelijk

Geduldig

Vriendelijk

Haastig

Opdringerig

Behulpzaam

Egoïstisch

Maak opdracht 11 tot en met 13

Bladzijde 31 en 32

Telefoongesprekken

Bladzijde 33

Je bent aan het werk op je stageplek. De telefoon gaat en je neemt hem op. Wat doe je?

1. Ik zeg meteen een groet en mijn naam.
2. Ik zeg niks, die ander belt toch?
3. Ik wacht 10 tellen en zeg dan 'Hallo?'
4. Ik hang meteen weer op, want ik hou niet van bellen.

Maak opdracht 14

Bladzijde 33

Telefoneren

Bladzijde 34

Waar let je op tijdens het telefoneren?

Wel doen

Niet doen

Zo hard mogelijk praten

Duidelijk praten

Naam van de beller opschrijven

Het accent van de beller opschrijven

Maak opdracht 15 tot en met 18

Bladzijde 34 tot en met 37

Noem 1 lastige eigenschap van jezelf.

Hoe ga jij daarmee om?