kua-h4 les 6: theater

kua-h4 les 6: theater
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

kua-h4 les 6: theater

Slide 1 - Tekstslide

inloggegevens: p.lingbeek, Johan2024! 
Welkom bij KUA! 
  • Jas uit & tas op de grond 
  • Laptop dicht op tafel 
  • KUA mapje, schrift en pen op tafel 
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht periode 1
wk1: Intro + geschiedenis
wk2: Beeldende kunst
wk3: Beeldende kunst
wk4: Beeldende kunst + film 
wk5: Film
wk6: Theater 
wk7: Dans
wk8: Muziek
wk9: Herhaling + oefentoets
wk10: Bespreken oefentoets + herhaling
Thema: Cultuur van het moderne
Benodigde lesmaterialen: Laptop, pen, papier, KUA-mapje 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning 
1. Wat weet je nog van de vorige les? 
2. Theater: psychologisch realisme (Konstantin Stanislavski) en episch theater (Bertolt Brecht)
3. Opdracht
4. Nabespreken opdracht 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


19e eeuw

20e eeuw
VERNIEUWING EN VOORUITGANGSDENKEN: Breken met het verleden​
Amusement
Expressie
abstract (=geen verhaal)
Onderzoekend naar kern film
Science Fiction (futuristisch)
Propaganda




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dada: stroming die toeval, spontaniteit en absurditeit benadrukt. Dada is anti-kunst.

Dada wil geen boodschap overbrengen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dada
in poëzie
Dada als toneel

Slide 7 - Tekstslide

Filmpje: 2:10 tot 3:00
Dadaïsme rond 1916-1920
Eerste wereldoorlog
Zwitserland - Neutraal
Cabaret Voltaire
Dada kunst = ongewoon, toeval, anti-kunst, rebels
Dada = mengvorm van beeldende kunst, poëzie, theater en grafisch ontwerp. 
Nonsenswoord DADA
Wat is kunst nou eigenlijk?

Slide 8 - Tekstslide

De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) was een grote oorlog tussen verschillende landen, voornamelijk in Europa. Het begon toen de Oostenrijkse kroonprins Frans Ferdinand werd vermoord, wat leidde tot conflicten tussen twee groepen landen: 

De Geallieerden: waaronder Frankrijk, Groot-Brittannië, Rusland en later de Verenigde Staten.
De Centralen: waaronder Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk.
De oorlog werd gekenmerkt door loopgravenoorlog, zware gevechten en nieuwe wapens zoals tanks en gifgas. Miljoenen mensen stierven, en het eindigde in 1918 met de nederlaag van Duitsland. Daarna werd de Vrede van Versailles getekend, waarin Duitsland zware straffen kreeg opgelegd.
VERVREEMDING
in film





Onderzoek
  • Hans Richter (Dadaisme)
  • Salvador Dali en Luis Bunuel (surrealism): un Chien Andalou

Abstracte films

Associatieve reeks beelden zonder duidbare betekenis



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De film is bedoeld voor
A
amusement
B
propaganda
C
shockeren of vervreemden
D
verhalen vertellen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Wat weet je nog van de vorige les? 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TOTAAL
MEDIUM
CLOSE-UP

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

KIKVORS
OOGHOOGTE
VOGEL

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Camera-afstand
Close up: dichtbij (alleen het gezicht)
medium-shot: vanaf middel in beeld
totaalshot: volledig in beeld
long shot: opname van zeer grote afstand

Camera standpunt
Neutraal perspectief (ooghoogte)
Kikkerperspectief (van onderaf)
Vogelperspectief (van bovenaf)
Camerahoek: de specifieke hoek t.o.v. dat wat gefilmd wordt, bv. schuin.  

Slide 15 - Tekstslide

dit beeld freezen op het bord terwijl leerlingen king-kong-opdracht doen
Cameravoering
montage

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kuleshov effect:
A
Effect dat kijkers beelden die niets met elkaar te maken hebben toch aan elkaar koppelen.
B
Effect dat beelden aan elkaar gekoppeld zijn.
C
Effect dat geluid en beeld elkaar versterkt.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Context
  • Periode eerste helft 20e eeuw​
  • Grote veranderingen in de westerse samenleving en kunst​
  • Ontstaan verschillende kunststromingen​
  • Grootste idealen: Idee dat met kunst de wereld verandert/verbetert kan worden (utopie)​
  • Afstand van academische regels, breken met het verleden​
  • Origineel zijn, unieke werken, onafhankelijk (autonoom)​
  • Avant-garde; grote vernieuwingen in de kunst​
  • Onderzoek naar de essentie van kunst. Ontstaan van abstractie, expressie en vervreemding.​








Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Theater 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen 
Aan het einde van de les

- kan je drie kenmerken van het psychologisch realisme en episch theater herkennen en toepassen in het schrijven van een korte scène 
- kan je uitleggen wat vervreemdingstechnieken en hun effect zijn 


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

19e eeuw
20e eeuw
VERNIEUWING EN VOORUITGANGSDENKEN: Breken met het verleden​

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naturalistisch theater uit de 19e eeuw
Met deze stijl van theater maken wilden de avant-garde breken!

  • Decors en kostuums zo echt mogelijk
  • Acteurs acteren zo natuurlijk mogelijk
  • Vierde wand: doen alsof er geen publiek is
  • Verhaallijnen uit het echte leven



Slide 25 - Tekstslide

In de negentiende eeuw was het realistisch en naturalistisch theater populair.  Theater was op dat moment voornamelijk nog een voordrachtskunst. Het was best gebruikelijk om je tekst als acteur mee het podium op te nemen. Dit veranderde door de opkomst van film. De opkomst van film veranderde hier aanvankelijk niet veel aan. Er kwam daarentegen wel een focus te liggen op hoe realistisch de acteur op het toneel op het publiek over kwam.
publiek

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Theaterstuk verfilmd. Laat klein stukje zien. Wat vertelt haar gezichtsuitdrukking (mimiek)? 

Ghosts has been filmed, and adapted for film and television, numerous times in various languages. It was adapted at least three times for silent films. In 1915, George Nichols directed a film of the same name for producer D. W. Griffith. Mary Alden and Henry B. Walthall starred.[ 
Vernieuwers in het theater 
  •  Bertolt Brecht (1898 - 1956) Duitse schrijver en regisseur
  • Konstantin Stanislavski (1863 - 1938) Russische acteur en regisseur

Beiden vonden dat theater een maatschappelijke functie had: het publiek moest iets leren over hoe de wereld in elkaar zat
De manier waarop ze dit wilden bereiken was vrijwel tegenovergesteld

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Stanislavski - psychologisch realisme 

  • Acteurs moeten zo min mogelijk een rol spelen, maareen rol leven
  • Oprecht reageren vanuit emotionele geheugen

  • Acteurs niet alle informatie vooraf geven, zodat hun reactie natuurlijk ontstaat -> improvisatie
  • Acteurs dompelen zich in echte leven eerst onder in hun rol (een acteur kan beter een patient spelen als hij echt een tijdje tussen patienten heeft doorgebracht)

  • Legde basis voor method acting later in twintigste eeuw, van grote invloed op filmacteurs tot de dag van vandaag


Slide 29 - Tekstslide

Voorbeeld geven van ervaring opdoen in de maatschappij om in je rol te geven, zoals in een serie over het ziekenhuis, je acteurs laten meedraaien als arts/verpleegkundige. Hebben de leerlingen zelf een voorbeeld van een acteur/film?

Method-acting: 
Ontspanning: Stanislavski ging voor het eerst ontspanningsoefeningen doen met acteurs. Als je onder druk staat speel je op een andere manier en kan het minder levensecht overkomen.
De creatie van de vierde wand: Stanislavski zei tegen zijn acteurs dat ze het publiek moesten vergeten en dus een vierde wand moeten creëren.
Stanislavski moedigde zijn acteurs aan om te wroeten in hun emotionele geheugen om zich in te leven in hun karakter.


Wat maakt de scène realistisch? 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat maakt de scène realistisch? 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Acteur is niet blind, maar droeg wekenlang iets voor zijn ogen, zodat hij op die manier de uitdagingen als blinde persoon ervaarde en realistischer kon spelen 
ONDERZOEK NAAR GRONDSLAGEN
Konstantin Stanislavsky > ontwikkelt een acteerstijl die ondewezen wordt. Stanislavsky perfectioneert het naturalistisch acteren door een methode waarmee acteurs zich volledig moeten inleven in hun rol: de Stanislavsky-methode. Ook wel bekend als method-acting.

In Hollywood is deze techniek nog altijd populair: 
Klik hier,  top 10 acteurs/actrices

 https://collider.com/actors-method-acting/#daniel-day-lewis 


Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Brecht - episch theater 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Brecht - episch theater 

  • Theater kan en moet de wereld veranderen
  • Acteurs moeten hun rol 'tonen' in plaats van inleven 

Stanislavski  ‘een rol leven’< -> 'een rol tonen' Brecht 
To live a role                        to show a role

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Episch theater
  • Het publiek mocht zich dus niet mee laten slepen door het verhaal! Ze moesten alert en kritisch blijven
  • Brecht zette vervreemdingseffecten om mensen eraan te herinneren: het is allemaal theater!

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VERVREEMDING
Vervreemdingseffecten= Doorbreken van de illusie van het theater:

  • Acteurs richten zich tijdens het spel rechtstreeks tot het publiek
  • Er is een verteller als ‘voice-over’
  • Acteurs beginnen plotseling te zingen
  • Tijdens het spel verkleden de acteurs zich
  • Tijdens het spel wordt het decor gewisseld
  • Acteurs lopen de zaal in



Brecht wil de toeschouwer dwingen om objectief, zelfstandig en kritisch te oordelen.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat herinnert eraan: het is allemaal theater?  

Slide 39 - Tekstslide

https://tflix.nl/vaudeville/
01:00 – 04:00 & 07:30 – 08:30

Als het filmpje het niet doet, volgende slide met filmpje gebruiken! 

inloggegevens: p.lingbeek, Johan2024! 
 


Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

VERVREEMDING
  • Acteurs richten zich tijdens het spel rechtstreeks tot het publiek
  • Er is een verteller als ‘voice-over’
  • Acteurs beginnen plotseling te zingen
  • Tijdens het spel verkleden de acteurs zich
  • Tijdens het spel wordt het decor gewisseld
  • Acteurs lopen de zaal in
  • Geen realistisch spel, bijvoorbeeld verbogen stemmen of overdreven emoties
  •  Theatervormgeving: maskers, of hele zichtbare grime, lompe decorwisselingen




Brecht wil de toeschouwer dwingen om objectief, zelfstandig en kritisch te oordelen.
Vervreemdingseffecten= Doorbreken van de illusie van het theater:

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

publiek

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervreemdingseffecten
A
Acteurs richten zich tijdens het spel rechtstreeks tot het publiek
B
Acteurs beginnen plotseling te zingen
C
Tijdens het spel wordt het decor gewisseld
D
Acteurs lopen de zaal in

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond stanislavski belangrijk?
A
Groots acteren
B
Absurdistisch acteren
C
Komisch acteren
D
Geloofwaardig acteren

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom brak Brecht de vierde wand?

Slide 46 - Open vraag

Gebruiken om stof te herhalen. Het publiek mocht zich dus niet mee laten slepen door het verhaal! Ze moesten alert en kritisch blijven. 
3. Opdracht 
  • In tweetallen/alleen ga je een korte scène uitschrijven (ca. 10 zinnen). 
  • Je mag zelf kiezen of je kiest voor de speelstijl van Brecht of Stanislavksi (de groep moet straks raden!) 

Probleem: je komt bij de Mediamarkt en wil iets ruilen, maar je bent het bonnetje vergeten





timer
10:00

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Naast het verhaal, kan je notities maken over decor/kostuum/rekwisieten/muziek etc.... 
4. Nabespreken opdracht 
Welke speelstijl? Psychologisch realisme of episch theater? 

Slide 49 - Tekstslide

Check of ze de kenmerken begrijpen. 
Doelen 
Aan het einde van de les

- kan je drie kenmerken van het psychologisch realisme en episch theater  herkennen en toepassen in het schrijven van een korte scène
- kan je uitleggen wat vervreemdingstechnieken en hun effect zijn 


Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb de leerdoelen behaald
-2100

Slide 51 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht periode 1
wk1: Intro + geschiedenis
wk2: Beeldende kunst
wk3: Beeldende kunst
wk4: Beeldende kunst + film 
wk5: Film
wk6: Theater 
wk7: Dans
wk8: Muziek
wk9: Herhaling + oefentoets
wk10: Bespreken oefentoets + herhaling
Thema: Cultuur van het moderne
Benodigde lesmaterialen: Laptop, pen, papier, KUA-mapje 

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies