zorg en dwang & langdurige zorg

week 6
zorg en dwang & langdurige zorg
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

week 6
zorg en dwang & langdurige zorg

Slide 1 - Tekstslide

Wet zorg en dwang

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij de Wet zorg en Dwang

Slide 3 - Open vraag

3

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Wanneer vind jij dat iemand een gevaar vormt voor zichzelf of anderen?

Slide 6 - Open vraag

Wanneer wordt onvrijwillige zorg toegepast?
A
Als iemand niet wil wat de arts voorschrijft
B
Als er geen andere opties zijn
C
Als iemand zorg nodig heeft
D
Als de ouders aangeven dat zorg nodig is

Slide 7 - Quizvraag

Waar is de Wet Zorg en Dwang van toepassing?
A
Alleen wanneer iemand in een instelling is opgenomen
B
Alleen thuis
C
Zowel in een instelling als thuis.

Slide 8 - Quizvraag

Onvrijwillige Zorg
Ofwel Nee, tenzij.

Slide 9 - Tekstslide

Krankzinnige wet

Hierin stond niet het belang van de verstandelijk beperkte (het individu) centraal maar vooral het belang van de maatschappij.

Slide 10 - Tekstslide

de krankzinnige wet

Slide 11 - Tekstslide

Waar was de krankzinnige wet vroeger vooral op gebaseerd

Slide 12 - Open vraag

BOPZ
Na de krankzinnige wet, kregen wij te maken met de wet BOPZ. 

Hierin vond een verschuiving plaats van uitgangspunt.

Slide 13 - Tekstslide

de nieuwe wet

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Wet zorg en Dwang
Hierna komen een aantal vragen gebaseerd op de nieuwe wet. De antwoorden kun je vinden in de link naar de wet Zorg en Dwang:

https://wetten.overheid.nl/BWBR0040632/2021-11-06#Hoofdstuk2_Paragraaf2.4_Artikel13

Slide 16 - Tekstslide

wat is het grootste verschil tussen de oude en de nieuwe wet
A
cliënten mogen eigen maatregelen bepalen
B
maatregelen mogen nu langer duren dan 1 week
C
een helpende mag maatregelen inzetten
D
de nieuwe wet geld voor alle omgevingen waar zorg verleend word

Slide 17 - Quizvraag

Sinds wanneer bestaat de Wet Zorg en Dwang
A
1 januari 2020
B
1 juli 2020
C
1 januari 2021
D
1 juli 2021

Slide 18 - Quizvraag

Een cliënt is heel erg vergeetachtig, maar niemand heeft vastgesteld dat er sprake is van een psychogeriatrische aandoening. Is de Wet zorg en dwang dan van toepassing?

Slide 19 - Open vraag

Wanneer mag je volgens de Wet zorg en dwang onvrijwillige zorg toepassen?
A
Als er 'ernstig nadeel' dreigt
B
Als de cliënt een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) heeft of een verstandelijke beperking
C
Als er geen andere oplossing is om 'ernstig nadeel' te bestrijden
D
Alle drie zijn een voorwaarde

Slide 20 - Quizvraag

Is psychofarmaca (medicijnen die ingezet worden bij de behandeling van psychiatrische aandoeningen en psychologische problemen) onvrijwillige zorg?
A
Ja
B
Nee
C
Soms wel/ Soms niet

Slide 21 - Quizvraag

Hoe vaak moet volgens de Wet zorg en dwang een nieuwe maatregel geëvalueerd worden (niet toegepast in noodsituatie)?
A
Minimaal elke 4 weken
B
Minimaal elk half jaar
C
In eerste instantie 3 maanden en daarna 6 maanden
D
In eerste instantie 2 maanden en daarna 6 maanden

Slide 22 - Quizvraag

Wet zorg en dwang: Vragen?

Slide 23 - Tekstslide

                                          Welzijn
Langdurige zorg 

Slide 24 - Tekstslide

MENSEN WONEN ZO LANG MOGELIJK ZELFSTANDIG
De behoeften en eigen mogelijkheden van mensen staan centraal. 
Ondersteuning krijgen ze in de eerste plaats van familie of anderen in de directe omgeving.

 Maar ook de gemeente kan zo nodig ondersteuning bieden, bijvoorbeeld begeleiding of huishoudelijke ondersteuning. 
Via de zorgverzekering is er medische zorg thuis mogelijk, bijvoorbeeld verpleegkundige zorg.

Slide 25 - Tekstslide

3 wetten die de langdurige zorg regelen 

  1. WLZ ( Wet langdurige zorg) 
  2. WMO ( Wet maatschappelijke ondersteuning) 
  3. ZVW ( Zorgverzekeringswet) 

Slide 26 - Tekstslide

Onderzoeken WLZ: 10 minuten
  1. Over wie gaat de wet? (doelgroep)
  2. Wat wil de wet bereiken? (doel)
  3. Wat is de belangrijkste inhoud? (samenvatting)
  4. Is er een relatie met wat cliënten van nu graag willen? 

Zelfstandig opzoeken, hierna in groepjes van 2 bespreken. 
Tip: site van de rijksoverheid en expert college. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Slide 29 - Video

Hoe komt iemand in aanmerking voor de Wet Langdurige Zorg

Slide 30 - Open vraag

Voorwaarden voor een WLZ

  • Iemand heeft duidelijk levenslang zorg nodig.
  • Iemand heeft dag en nacht zorg nodig/toezicht.
  • Risico op ernstig nadeel als iemand geen zorg krijgt.
  • Iemand heeft de juiste grondslag

Slide 31 - Tekstslide

Kun je een WLZ-indicatie krijgen wanneer je nog thuis woont?
A
Dit kan wel
B
Dit kan niet

Slide 32 - Quizvraag

Wat valt onder de wet langdurige zorg?
A
Hulpmiddelen
B
Medicijnen
C
Vervoer
D
Dagbesteding

Slide 33 - Quizvraag

Grondslagen voor zorg uit de Wet Langdurige Zorg
Om zorg uit de Wet langdurige zorg te krijgen, moet een zorgvrager de volgende beperkingen hebben: 

  • een lichamelijke ziekte, bijvoorbeeld reuma;
  • een psychogeriatrische aandoening. Dit is een stoornis in de hersenen door het ouder worden, bijvoorbeeld dementie;
  • een verstandelijke handicap, bijvoorbeeld het syndroom van Down;
  • een lichamelijke handicap, bijvoorbeeld een dwarslaesie;
  • een zintuigelijke handicap, bijvoorbeeld blindheid.
  • de rest van zijn of haar leven zorg nodig hebben;
  • 24 uur per dag zorg of snelle toegang tot zorg nodig hebben.

Een zorgvrager valt pas onder de Wet langdurige zorg als hij of zij minstens drie jaar opgenomen en behandeld moet worden.


Slide 34 - Tekstslide

Het Centrum Indicatiestelling Zorg
Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) is een Nederlandse organisatie die aanvragen voor zorg uit de Wet langdurige zorg (Wlz) beoordeelt. Daarnaast stelt het CIZ vast welke zorg precies nodig is. Het CIZ doet dit voor de volgende vormen van zorg:
  • Behandeling van zorgvragers met een lichamelijke of geestelijke beperking of ziekte volgens de Wlz. Hieronder vallen ook zorgvragers met dementie;
  • Hulp bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL);
  • Opname van zorgvragers zonder toestemming van de zorgvrager, bijvoorbeeld als het gaat om zorgvragers met een verstandelijke beperking of dementie.

Als is vastgesteld welke zorg precies nodig is, kan de zorg georganiseerd worden. Op deze manier wordt per zorgvrager bekeken of hij of zij recht heeft op een vorm van zorg uit de Wlz.

Slide 35 - Tekstslide

Wie neemt besluit over WLZ-indicatie?
A
CAK
B
CIZ
C
AOW
D
FNV

Slide 36 - Quizvraag

                                     Vragen?
Langdurige zorg 

Slide 37 - Tekstslide

Grondslag & Zorgprofiel
Het soort aandoening of beperking waarvoor een zorgvrager zorg nodig heeft, noemen we de grondslag.

We kennen verschillende soorten grondslagen. 
Elke grondslag is weer opgedeeld in meerdere zorgprofielen. 
Een zorgprofiel beschrijft de zorg die een zorgvrager krijgt. 
Deze zorg is algemeen omschreven. 
De grote lijnen staan in het zorgprofiel, maar de details zoals het aantal uren aan zorg niet.

Slide 38 - Tekstslide

Verschillende zorgprofielen
De verschillende zorgprofielen die we kennen, zijn:
verpleging en verzorging (VV). Hieronder valt:
  • een lichamelijke ziekte;
- Een beperking door het ouder worden van de zorgvrager.
- Licht verstandelijk gehandicapt (LVG)

  • verstandelijk gehandicapt (VG);
  • lichamelijk gehandicapt (LG);
  • Auditief zintuiglijk gehandicapt (ZGaud). Dit zijn problemen met het kunnen horen;
  • Visueel zintuiglijk gehandicapt (ZGvis). Dit zijn problemen met het kunnen zien;
  • Psychiatrische aandoeningen (GGZ-B).

Slide 39 - Tekstslide


Het indicatiebesluit van de CIZ:

WLZ Grondslagen

* somatische aandoening
* psychogeriatrische aandoening
* psychiatrische aandoening
* lichamelijke handicap
* verstandelijke handicap
* zintuiglijke handicap

Slide 40 - Tekstslide

Medische zorg en behandeling
Hulpmiddelen
Medicijnen
Dagbesteding
Huishoudelijk hulp
Vervoer 

Slide 41 - Tekstslide