Recensieles 2i

Recensie schrijven
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Recensie schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Recensie, waar denk je aan?

Slide 2 - Woordweb

Waarom zou je een recensie lezen?

Slide 3 - Woordweb

Hoe schrijf je een recensie
Je schrijft een recensie als je anderen wilt laten weten wat je van iets vindt (dat kan bijvoorbeeld een boek, een film, een game, een meubelstuk of een restaurant zijn)

Doel: De lezer kan door het lezen van deze recensies een betere keus maken. Wij gaan schrijven over een boek wat we hebben gelezen. 

Als je voorbeelden zoekt kun je kijken op:

Slide 4 - Tekstslide

Een recensie heeft altijd drie onderdelen:

  • een inleiding: hierin vertel je om welk boek het gaat, wie de schrijver is en wat je beoordeling is. Je maakt de lezer nieuwschierig.  Vertel in het kort iets over wat je de meeste indruk op je maakte. Je noemt ook de titel en de auteur.

  • een middenstuk: Hierin  werk je het verhaal verder uit.  Denk daarbij aan of je het verhaal al dan niet realistisch vindt en informatie over de hoofdpersoon en belangrijkste bijpersonen in het boek. Ook geef je je mening over het einde van het boek zonder het te verklappen. Die mening onderbouw je met argumenten.

  • een slot of eindconclusie. Daarbij gebruik je beoordelingswoorden, zonder jouw argumenten te herhalen! Stom of leuk zijn geen beoordelingswoorden.

Slide 5 - Tekstslide

Opbouw recensie
  • Gegevens van het boek: titel, auteur, uitgever, verkoopprijs, aantal pagina's, leeftijd van de doelgroep (= inleiding)
  • Inleiding: Indruk van de inhoud van het boek: hoofdpersoon en zijn probleem, tijdsperiode, situatie waarbinnen het verhaal zich afspeelt
    (= samenvatting)
  • Middenstuk: Plus- en minpunten: inhoud van het verhaal, schrijfwijze, spanning, afloop, originaliteit (= mening)
  • Slot: Eindoordeel: cijfer of sterren (= conclusie/slot)

Slide 6 - Tekstslide

Beoordelingwoorden
Om een oordeel te geven over je boek, moet je daar beoordelingswoorden aan geven. 
Dus wat je van iets vindt!

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf zoveel mogelijk beoordelingswoorden op!

Slide 8 - Woordweb

Beoordelingswoorden

Slide 9 - Tekstslide

Wat geef je in een recensie?
A
In een recensie geef je alleen je mening.
B
In een recensie schrijf je alleen op wat je niet goed vindt.
C
In een recensie zeg je helemaal niks.
D
In een recensie geef je je mening en argumenten.

Slide 10 - Quizvraag

Een recensie bevat ...
A
informatie over de afloop van een boek
B
de mening van anderen
C
de mening van de schrijver van de recensie

Slide 11 - Quizvraag

Je kunt geen recensie schrijven over
A
een toneelstuk
B
een cd
C
een film
D
een wedstrijd

Slide 12 - Quizvraag

Wat is geen vast onderdeel van een recensie?
A
beschrijving
B
analyse
C
vergelijking
D
beoordeling

Slide 13 - Quizvraag

Waar zou je het allemaal over kunnen hebben in een recensie?

Slide 14 - Woordweb

Recensie kan gaan over
- Hoe de personages zijn neergezet
- Hoe het verhaal is opgebouwd
- Wat de schrijstijl is van de schrijver
- Of het verhaal origineel is of niet 
- Wanneer het verhaal zich afspeelt 
- Wat de belangrijkste thema's zijn in het boek

Slide 15 - Tekstslide

Wat weet je van de personen in het boek?

Nu gaan we de personen beschrijven in het boek. Om te beginnen met de hoofdpersoon:
Wat weet je van hem?
  • Uiterlijk, hoe ziet de hoofdpersoon er uit? Denk aan lichaam, haar, kleding.
  • Karaktereigenschappen: aardig/ gemeen; actief/ wacht af; agressief/ beheerst; angstig/ dapper. Gebruik beoordelingswoorden
  • Belangrijke kenmerken: leeftijd, gezondheid, arm of rijk.


Slide 16 - Tekstslide

Beschrijf wat je vindt van het hoofdpersonage.
1. Gebruik beoordelingswoorden.
2. Leid je antwoord in.
3. Vermijd de woorden "Ik vind"

Slide 17 - Open vraag

Wat kunnen we allemaal zeggen over de schrijfstijl?
Hoe is het verhaal verteld?
Leest het makkelijk weg of juist niet?
Is het verhaal voorspelbaar?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat kunnen we allemaal zeggen over de tijd?
Wanneer speelt het verhaal zich af?
Wat weet je van die tijd?

Slide 21 - Tekstslide

Vertel in je eigen woorden je mening over het boek

Slide 22 - Tekstslide

Vertel hier wat je tot nu toe van je boek vindt.

Slide 23 - Open vraag