Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Klas 1 A grammatica blok 1.7 en 2.7
Welk woord is een werkwoord?
A
gieten
B
dame
C
stoel
D
tafel
1 / 23
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welk woord is een werkwoord?
A
gieten
B
dame
C
stoel
D
tafel
Slide 1 - Quizvraag
Ik..........................mijn klasgenoot
A
hoor over
B
overhoor
Slide 2 - Quizvraag
Wat zijn de werkwoorden?
Miep zal vanmiddag mijn broer bellen.
A
Miep zal
B
Miep bellen
C
zal
D
zal bellen
Slide 3 - Quizvraag
Wat zijn de werkwoorden in de zin?
Ik ben mijn boeken vergeten.
A
ben vergeten
B
ben
C
vergeten
D
ben mijn vergeten
Slide 4 - Quizvraag
Schrijf twee manieren op hoe je de persoonsvorm vindt.
Slide 5 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Mijn oma was in het ziekenhuis opgenomen
A
in
B
ziekenhuis
C
was
D
opgenomen
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Mijn oma is in het ziekenhuis opgenomen.
A
is
B
het
C
opgenomen
D
ziekenhuis
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Ik kan mij dat niet voorstellen.
A
kan
B
voorstellen
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het hele werkwoord in deze zin?
Ik kan mij dat niet voorstellen.
A
kan
B
weet
C
voorstellen
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Vind jij dit een lastige opdracht?
A
lastige
B
jij
C
opdracht
D
vind
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
De bomen worden gesnoeid.
A
De
B
worden
C
bomen
D
gesnoeid
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De bomen werden gesnoeid.
A
gesnoeid
B
werden gesnoeid
C
bomen
D
de bomen
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 13 - Woordweb
Wat is altijd een werkwoordelijk gezegde?
Slide 14 - Woordweb
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Ik kan dit niet betalen.
A
kan betalen
B
betalen
C
Ik
D
kan
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Ik kan dit niet betalen.
A
kan
B
betalen
C
kan niet betalen
D
kan betalen
Slide 16 - Quizvraag
Wat het werkwoordelijk gezegde?
De parkiet wil het liefst vrij kunnen vliegen.
A
wil
B
wil kunnen
C
vliegen
D
wil kunnen vliegen
Slide 17 - Quizvraag
Wat zijn de hele werkwoorden?
De parkiet wil het liefst vrij kunnen vliegen.
A
wil
B
wil kunnen
C
wil kunnen vliegen
D
kunnen vliegen
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Wij mochten komen kijken naar haar dans
A
komen
B
kijken
C
naar
D
mochten
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Wij mochten komen kijken naar haar dans.
A
mochten komen kijken
B
komen kijken
C
kijken
D
komen
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Onze voorouders hebben veel op mammoeten gejaagd.
A
hebben
B
hebben gejaagd
C
gejaagd
Slide 21 - Quizvraag
Wat zijn de zelfstandige naamwoorden?
diep-tegen-Jan-tandarts
A
diep
B
Jan tandarts
C
Jan
D
tandarts
Slide 22 - Quizvraag
Er zijn vier manieren om een zelfstandig naamwoord te vinden. Noem er twee.
Slide 23 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Nederlands 1skA
Maart 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Grammatica - pv en wwg
November 2024
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Werkwoordelijk gezegde en onderwerp
November 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
3.6 Werkwoordelijk gezegde
November 2021
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Werkwoordelijk gezegde
Maart 2021
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Werkwoordelijk gezegde
Juli 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Werkwoordelijk gezegde
Juli 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
3.6 Werkwoordelijk gezegde
April 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1