Stappenplan werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Stappenplan werkwoordspelling

Stappenplan werkwoordspelling

- Eerst doen we een aantal opdrachten stap voor stap

- Vervolgens maak je de andere opdrachten zelf met behulp van het stappenplan

Dit staat bovenaan elke toets:

-    In kolom 1 benoem je het gevraagde werkwoord (PVTT, PVVT, VD, OD).
-    In kolom 2 schrijf je de regel die van toepassing is.
-    In kolom 3 noteer het werkwoord in de juiste spelling (hele woord noteren, niet alleen de laatste letter).

Tip: twijfel je tussen PVTT en PVVT? Tegenwoordige tijd gaat voor indien beide tijden mogelijk zijn.

Zin 1

Die schutting … [beschermen] je goed tegen de wind.

Stap 1: Lees de zin (stil) zoals je denkt dat hij moet klinken.

Zin 1

Die schutting … [beschermen] je goed tegen de wind.

Stap 1: Lees de zin (stil) zoals je denkt dat hij moet klinken.

Stap 2: Arceer/onderstreep de PV van de zin.

Die schutting … [beschermen] je goed tegen de wind.
PV?

1. Die schutting
2. … [beschermen]
3. je
4. goed tegen de wind.

Zin 1

Die schutting … [beschermen] je goed tegen de wind.

Is de PV het woord dat je moet spellen?

Stap 3: Arceer/onderstreep het O.

Die schutting … [beschermen] je goed tegen de wind.
O?

1. Die schutting
2. … [beschermen]
3. je
4. goed tegen de wind.

Zin 1

Die schutting … [beschermen] je goed tegen de wind.

Is de PV het woord dat je moet spellen?

Stap 3: Arceer/onderstreep het O.

Stap 4: Tegenwoordige tijd of verleden tijd?

Zin 1

Die schutting … [beschermen] je goed tegen de wind.

Is de PV het woord dat je moet spellen?

Stap 3: Arceer/onderstreep het O.

Stap 4: Tegenwoordige tijd of verleden tijd? TT

Stap 5: Welke regel moet je toepassen?

Zin 1

Die schutting … [beschermen] je goed tegen de wind.

Is de PV het woord dat je moet spellen?

Stap 3: Arceer/onderstreep het O.

Stap 4: Tegenwoordige tijd of verleden tijd? TT

Stap 5: Welke regel moet je toepassen? ik-vorm + t

Zin 1

Die schutting beschermt je goed tegen de wind.

Is de PV het woord dat je moet spellen?

Stap 3: Arceer/onderstreep het O.

Stap 4: Tegenwoordige tijd of verleden tijd? TT

Stap 5: Welke regel moet je toepassen? ik-vorm + t

Zin 2

Voor 2024 wordt een recordwinst … [verwachten].

Stap 1: Lees de zin (stil) zoals je denkt dat hij moet klinken.

Zin 2

Voor 2024 wordt een recordwinst … [verwachten].

Stap 1: Lees de zin (stil) zoals je denkt dat hij moet klinken.
Stap 2: Arceer/onderstreep de PV van de zin.

Voor 2024 wordt een recordwinst … [verwachten].
PV?

1. Voor 2024
2. wordt
3. een recordwinst
4. … [verwachten].

Zin 2

Voor 2024 wordt een recordwinst … [verwachten].

Stap 1: Lees de zin (stil) zoals je denkt dat hij moet klinken.
Stap 2: Arceer/onderstreep de PV van de zin.

Zin 2

Voor 2024 wordt een recordwinst … [verwachten].

Is de PV niet het woord dat je moet spellen?
Stap 3: Controleer de kenmerken van VD en OD.

Voor 2024 wordt een recordwinst … [verwachten].
VD of OD?

1. VD
2. OD

Zin 2

Voor 2024 wordt een recordwinst … [verwachten].

Is de PV niet het woord dat je moet spellen?
Stap 3: Controleer de kenmerken van VD en OD.

VD, want: achteraan, handeling is voltooid.

Stap 4: Welke regel moet je toepassen?

Zin 2

Voor 2024 wordt een recordwinst … [verwachten].

Is de PV niet het woord dat je moet spellen?
Stap 3: Controleer de kenmerken van VD en OD.

VD, want: achteraan, handeling is voltooid.

Stap 4: Welke regel moet je toepassen? t-klank, dus:

't sexy fokschaap ja -> t

Zin 2

Voor 2024 wordt een recordwinst verwacht.

Is de PV niet het woord dat je moet spellen?
Stap 3: Controleer de kenmerken van VD en OD.

VD, want: achteraan, handeling is voltooid.

Stap 4: Welke regel moet je toepassen? t-klank, dus:

't sexy fokschaap ja -> t

	werkwoordsvorm	spellingsregel	juiste spelling
1	PVTT	ik-vorm + t	beschermt
2	VD	tsxfkschp ja -> t	verwacht

Stappenplan

1. Zin (stil) lezen.

2. PV onderstrepen.

Wel PV?	Niet PV?
3. O onderstrepen	3. VD of OD?
4. TT of VT?	4. Welke regel?
5. Welke regel?

Voor het spellen van het VD gebruik je 't sexy fokschaap

1. waar
2. niet waar

Welke regel is NIET van toepassing in de PVTT?

1. ik-vorm + t
2. ik-vorm
3. hele werkwoord
4. ik-vorm + dt

Wat is de spellingsregel van het OD?

1. hele werkwoord
2. hele werkwoord + d
3. ik-vorm
4. ik-vorm + d

Voor het spellen van de PVVT gebruik je 't sexy fokschaap

1. waar
2. niet waar

Hopelijk hebben jullie van deze LessonUp wat ... [leren].

1. geleerd
2. geleert
3. geleerdt
4. leren

Maak nu de hele oefentoets. Gebruik het stappenplan en kijk in je aantekeningen voor de spellingsregels.